AB + 14.3

Programma
  • Wat weet je nog van virussen?
  • Instructie werking Antibioticum
  • electieve en selectieve voedingsmedia
  • uitwerken voorbereidende vragen
  • voorbereiden LE08-B-02
  • afsluiting
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Programma
  • Wat weet je nog van virussen?
  • Instructie werking Antibioticum
  • electieve en selectieve voedingsmedia
  • uitwerken voorbereidende vragen
  • voorbereiden LE08-B-02
  • afsluiting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Is een virus groter of kleiner dan een bacterie?
A
groter
B
kleiner

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Teken de Bouw van een virus en benoem daarbij de onderdelen

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemt men de vermeerderingscyclus van een virus, waarbij een stukje DNA word ingebouwd bij de gastheercel.
A
Lysogenie
B
Lytische cyclus

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Benoem de vijf fasen van de lytische cyclus

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit: Wat antibiotica is en welke micro-organisme bestrijdt het?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Alexander Fleming, 1928, vergeten om een petrischaaltje op te ruimen.

Penicilline -> veel gebruikt in WOII

Slide 10 - Slide

  • remming celwandsynthese van de bacterie.
  • remming eiwitsynthese,(dat deel wat bacteriespecifiek is)
  • beschadigen van de buitenste celmembraan (bij gramnegatieve bacterien)
  • remming van de nucleïnezuursynthese (dat deel dat bacteriespecifiek is)
  • aangrijpen op de specifieke bacteriestofwisseling

Slide 11 - Slide

Mutatie: Bij de vermeerdering van bacteriën kan er een plotseling foutje optreden. Hierdoor kan een DNA molecuul veranderen en kan er een ander eiwit aangemaakt worden als product. De veranderde eigenschap kan tot gevolg hebben dat de bacterie ongevoelig wordt voor het antibioticum. Ze zijn er dan resistent tegen.

Conjugatie: Dit is de overdracht van DNA van de ene bacteriecel naar de andere d.m.v. een “buisje”. Er kan dus resistentie doorgegeven worden aan andere bacteriën.

Transductie: Dit is de overdracht van DNA door tussenkomst van een bacteriofaag. Wat hier van belang is dat een virus in staat is om een stukje DNA, en dus een stukje erfelijke informatie, over te brengen van de ene naar de andere bacteriecel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Selectieve voedingsmedia
  • Voor isolatie specifieke groepen bacteriën. 
  • Met selectieve stoffen die de groei van specifieke bacteriën kunnen remmen -> andere groeien juist goed.
  • Vb: kristalviolet remt grampositieve bacteriën, dus wel groei Gramnegatieve bacterien.
       hoge zoutconc -> geen remming bij staphylococcen. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Electieve/differentierende media
  • Onderscheid maken tussen verwante groepen mo bijv. verschillende Enterobacteriaceae.
  • Door toevoegen van electieve stoffen (voorkeur hebbend op bijv. Koolhydraten: mannitol, lactose, glucose)
  • De electieve stoffen produceren tijdens incubatie kenmerkende veranderingen in media of vd kolonie -> verschil van type bacterie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Staphyloccocus aureus fermenteert mannitol -> media geel.

MSA: remt de meeste bacterien met name de gramnegatieve bacterien
Zelfstandig werken
  • Lees 14,1 t/m 14.3 blz 287 uit je biologieboek goed door 
  • Bereid LE08-B-02 voor.
  • Voorbereiden Kiemgetal soep, digitale opdracht LE08 -> voedingsmedia
  • Beoordelen: Bonte rij, AB test(LE08-B-02)
https://www.microbiologie.info
https://microbenotes.com

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Geef een Tip/Top voor de afgelopen lessen (theorie/praktijk)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions