Microbiële groei en voedingsstoffen

Microbiële groei en voedingsstoffen

Leerdoelen

Uitleggen welke voedingsstoffen een micro-organisme nodig heeft om te groeien, functie van selectieve stoffen, electieve systemen, belangrijkste ingrediënten uit voedingsbodems, groeicurve, bacteriële deling en rekenen aan groeisnelheid en delingstijd.

Wat weet je al over microbiële groei en voedingsstoffen?

Voedingsstoffen voor groei

Micro-organismen hebben voedingsstoffen nodig zoals koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen om te groeien.

Functie van selectieve stoffen

Selectieve stoffen remmen de groei van bepaalde micro-organismen, zoals antibiotica, zout en zuur.

Soorten selectieve stoffen

Voorbeelden van selectieve stoffen zijn penicilline, mannitolzoutagar en MRS-agar.

Electieve systemen

Electieve systemen zijn gebaseerd op de voorkeur van micro-organismen voor bepaalde voedingsstoffen, zoals koolstofbronnen.

Belangrijkste ingrediënten voedingsbodems

Voedingsbodems bevatten ingrediënten zoals koolhydraten, stikstofbronnen, mineralen en sporenelementen.

Groeicurve tekenen

Een groeicurve toont de groei van micro-organismen in vloeibaar medium over tijd, met fasen zoals de lagfase, logfase en stationaire fase.

Groeicurve verklaren

De lagfase is de aanpassingsfase, de logfase is de exponentiële groei en de stationaire fase is de evenwichtsfase.

Bacteriële deling

Bacteriën delen zich door binaire deling, waarbij één cel zich splitst in twee identieke dochtercellen.

Rekenen aan groeisnelheid

Groeisnelheid wordt berekend als 1/delingstijd, bijvoorbeeld als een bacterie een delingstijd van 20 minuten heeft, is de groeisnelheid 3 bacteriën per uur.

Aantal m.o. berekenen

Met de formule N(t) = N(0) x 2^(t/d), waarbij N(t) het aantal micro-organismen op tijdstip t is, N(0) het oorspronkelijke aantal micro-organismen, t de tijd en d de delingstijd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.