What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Adverbs and Adjectives
Adverbs and adjectives
Moving on, so join me on LessonUp!
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Adverbs and adjectives
Moving on, so join me on LessonUp!
Slide 1 - Slide
Index
- Lesson aim
- Checking homework progress
- Adjectives and adverbs
- E Writing and grammar
Slide 2 - Slide
sit-rep
Pull out your studiewijzer:
p. 121, 122 exercise 15a/b, 16
p. 122 exercise 16
p. 124, 125 exercise 19, 21
p. 132-135 exercise 24 t/m 27
Slide 3 - Slide
1. What are adjectives?
2. What are adverbs
Slide 4 - Mind map
Adjective
Bijvoegelijknaamwoord
en komt voor een
zelfstandignaamwoord
I cook a
delicious
dinner.
Kan ook na:
to be,
to look,
to appear
en
to seem
komen.
I told him the man
looks
insane
.
Adverb
pt.1
Bijwoorden
en komt voor een
bijv. nw ww
OF nog een bijwoord
I cook the steak
skilfully
Skilful +ly
Beautiful +ly
Amazing +ly
Bij (to be) komt de adverb na het werkwoord.
Slide 5 - Slide
Adverbs pt.2
Adverbs kunnen ook gebruikt worden om frequentie aan te geven.
I
never
watched a horror movie.
She
usually
finds a way out.
The panda is
always
eating bamboo.
Slide 6 - Slide
An adverb is used for
A
werkwoorden en bijvoegelijknaamwoorden
B
zelfstandignaamwoorden
C
bijwoorden
D
alleen werkwoorden
Slide 7 - Quiz
Een adjective gebruik ik bij:
A
een bijwoord.
B
een zelfstandig naamwoord.
Slide 8 - Quiz
Staat een ADJECTIVE voor of na een NOUN.
A
Altijd erna
B
Altijd ervoor
C
meestal erna
D
meetstal ervoor
Slide 9 - Quiz
Een adverb maak je door +ly achter het werkwoord te zetten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Maak een zin met een adverb:
Slide 11 - Open question
Maak een zin met een adverb:
Slide 12 - Open question
Maak een zin met een adjective:
Slide 13 - Open question
P3. Irregular adverbs (yes that's a thing)
good -->
long -->
fast -->
low -->
Slide 14 - Slide
Irregular adverbs (yes that's a thing)
good --> well - a game well played.
long --> long
fast --> fast - he drives fast.
low --> low
Slide 15 - Slide
www.englisch-hilfen.de
Slide 16 - Link
Make the following from Theme 3
Pull out your studiewijzer:
p. 121, 122 exercise 15a/b, 16
p. 122 exercise 16
p. 124, 125 exercise 19, 21
p. 132-135 exercise 24 t/m 27
timer
5:00
Slide 17 - Slide
The end
Thanks for joining me today.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Chapter 3 - Lesson 2
October 2024
- Lesson with
26 slides
Math
1st,5th Grade
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
14-12-2022 grammar 5
December 2022
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Adverbs and Adjectives #2
8 days ago
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lesmoment 38 Havo 2 Leree Ahmed
March 2024
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Adverbs and adjectives pt. 2
March 2021
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
12-12-2023 grammar 5
December 2023
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Adjectives and adverbs
March 2023
- Lesson with
32 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2