Frans chapitre 3 - week 15 - les 1+2+3

Semaine quinze
Cours 1: grammaire H
Cours 2: répéter + parler
Cours 3: parler
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Semaine quinze
Cours 1: grammaire H
Cours 2: répéter + parler
Cours 3: parler

Slide 1 - Slide

Infos pratiques
Schema mondelingen zijn gemaakt
Online in Teams (Frans → bestanden) / It’s learning (Frans → bronnen)
Ook de details staan daar in vermeld
Alleen voor 1h1 en 1hv4 is het schema nog niet compleet omdat we elkaar niet vaak genoeg treffen ivm Pinksteren.

Toets ho.3: volgende week of week erop. Jij kiest.

Inhalers: 1h3: Jannemarije. 1hv4: Anthony. 1v1: Hidde v. Dijk. 1v2: Roos.

Slide 2 - Slide

Cours 1
À la fin du cours:
Heb jij een overhoring gedaan.
Weet jij wanneer je welk bezittelijk voornaamwoord gebruikt.

Slide 3 - Slide

Interrogation:
www.joinmyquiz.com

Slide 4 - Slide

Grammaire H
2 dingen die je moet weten:
In het Nederlands past het bez. vnw. zich aan de ‘’bezitter’’ aan. In het Frans past het bez. vnw. zich aan het ‘’bezit’’ aan.
‘’Het is de broer van Lisa. Het is haar broer’’ Lisa is een meisje, dus we zeggen ‘’haar’’.
In het Frans zeg je eigenlijk ‘’zijn’’ broer, omdat het woord ‘’broer’’ mannelijk is.
Je moet ‘’gewoon’’ de rijtjes op de volgende dia leren en herhalen.

Slide 5 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Mannelijk & voor klinker/h
Vrouwelijk
Meervoud
Mijn
mon
ma
mes
Jouw
ton
ta
tes
Zijn/haar
son
sa 
ses
onze
notre
notre
nos
jullie/uw
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Mijn broer = mon frère
Mijn zus = ma soeur
Haar broer = son frère
Haar zus = sa soeur
Haar vriendin = son amie
Haar vriend = son ami

Slide 7 - Slide

Les devoirs
Faire (maken): 29, 30, 31.
Apprendre (leren): grammaire H

Slide 8 - Slide

Semaine quinze - cours deux
- Répéter 
- Pratiquer

Slide 9 - Slide

Qu’est-ce que tu sais encore de la grammaire H?

Slide 10 - Slide

Vul zelf in, op papier, individueel
Hun broer = .... frère
Uw zussen = .... soeur
Haar broer = .... frère
Haar zus = .... soeur
Haar vriendin = .... amie
Haar vrienden = .... amis

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Vergelijk je antwoorden met je buurman/buurvrouw

Slide 12 - Slide

Kijk na
Hun broer = leur frère
Uw zussen = vos soeur
Haar broer = son frère
Haar zus = sa soeur
Haar vriendin = son amie
Haar vrienden = ses amis

Slide 13 - Slide

Hoeveel had je goed?
06

Slide 14 - Poll

Aan de slag
  1. Huiswerk (af)maken : 29, 30, 31.
  2. Huiswerk met buurman/buurvrouw vergelijken. Eventuele ongelijkheden bespreken. Samen oplossen.
  3. Huiswerk nakijken (nakijkmodellen staan in It’s learning, Frans, bronnen. Of in Teams, Frans en dan onder ‘’bestanden’’).
  4. Helemaal af, begrepen en nagekeken? Oefen dan even voor de mondeling. 

Slide 15 - Slide

Semaine quinze - cours trois

Slide 16 - Slide

C'est à vous!

Slide 17 - Slide

Wat is voor jou nu het handigst om te doen ter voorbereiding op de toets en mondeling? Wees concreet.

Slide 18 - Open question

Wat nu af moet zijn:
- Huiswerk t/m opgave 31. 
- Huiswerk nagekeken! (als je online werkt, wordt er automatisch nagekeken)

Controleer goed of je alles af hebt!
Wat je nu moet weten en kennen:
- Woordjes ABEFG
- Grammaire C&H
- Zinnen D

Alles af en geleerd?
- Maak een begin aan zinnen I
- Oefen voor je mondeling 

Slide 19 - Slide

Toets ho. 3
1v1 groep B: maandag 26 april
1v1 groep A: donderdag 29 april na LOB

Slide 20 - Slide