1.3 Metamorfose Joske

Planning

Huiswerk bespreken (10 min)

Uitleg 1.3 Metamorfose (10 min)

Knip en plak opdracht (20 min)

Huiswerk maken (20 min)

Inloggen online methode (10 min)

Quiz (10 min)

Metamorfose

1.3 Metamorfose

Leerdoelen

Je kunt omschrijven wat metamorfose is.

Je kunt de levenscyclus van een koolwitje en van een kikker beschrijven.

Metamorfose

Voordat een larve een volwassen dier wordt, vindt metamorfose (gedaanteverwisseling) plaats.

Tijdens de metamorfose verandert de lichaamsbouw en ook de levenswijze van het dier.

Metamorfose

Levencyclus kikker

1. Kikkerdril: Groeit en ontwikkelt in het water.
2. Kikkervisje: Uitwendige kieuwen voor zuurstof en geen poten.
3. Achterpoten: Kikkervisje krijgt achterpoten en inwendige kieuwen.
4. Voorpoten en longen: Kikkervisje krijgt voorpoten en longen.
5. Staart krimpt: Staart wordt kleiner, ze ademen nu op het land.
6. Volwassen kikker: Staart is verdwenen, na 2 jaar volwassen en klaar om te paren.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

Vlinder

Vier stadia: 

Ei - larve - pop - vlinder

De rups is de larve van de vlinder. In de pop vind de gedaanteverwisseling plaats.

Imago is een volwassen insect.

Knip & Plak opdracht De Vlinder

Stap 1: Knip de plaatjes uit

Knip de 12 plaatjes van de levenscyclus van de vlinder netjes uit.

Stap 2: Plaats de plaatjes op de juiste volgorde

Leg de plaatjes in de juiste volgorde van de vlinderlevenscyclus (van ei tot imago).

Stap 3: Plak de plaatjes op in je schrift

Plak de plaatjes in de juiste volgorde op in je schrift.

Stap 4: Schrijf het stadium bij elk plaatje

Schrijf bij elk plaatje de naam van het stadium. Gebruik hierbij je boek!

Stap 5: Beschrijf het stadium

Schrijf bij elk plaatje een korte uitleg van wat er in dat stadium gebeurt. Gebruik hierbij je boek!

Aan de slag!

Lezen: 1.3 Metamorfose

Maken: Opdr. 4, 6 t/m 9+

Inloggen Online omgeving

1. Pak je laptop
2. Log in bij SOM
3. Ga naar leermiddelen
4. Klik op de Biologie voor Jou MAX
5. Kies de school locatie Heemskerkstraat
6. Vul de klascode in: 133538

 

Alle organismen hebben:

1. longen
2. levenskenmerken
3. hersenen
4. ledematen

Wat is niet levenloos?

1. Steen
2. Hout
3. Spijker
4. Speelgoedrobot

Groei en ontwikkeling zijn hetzelfde

1. Juist
2. Onjuist

In de zaadlobben van een zaad zit voedsel voor de kiem

1. Juist
2. Onjuist

Welk levenskenmerk is een voorbeeld van het levenskenmerk 'reageren op prikkels'?

1. Beweging
2. Ademhaling
3. Groeien
4. De bloedsomloop

Als een organisme groeit, dan verandert de .............. van het organisme

1. Bouw
2. Grootte
3. Kleur
4. Beharing

Via welk onderdeel van een zaad kan water naar binnen

1. Poortje
2. Navel
3. Zaadlob
4. Zaadhuid

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos
4. Organisme

Metamorfose is...

1. Verandering van de bouw van een organisme
2. Verandering van de levenswijze van een organisme
3. Verandering in de bouw en levenswijze van een organisme
4. Verandering van een organisme

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Ademhalen
2. Slapen
3. Groeien
4. Voortplanten

Organismen zonder metamorfose hebben geen levenscyclus.

1. waar
2. niet waar