VV - periode 1

1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Uit welke 4 onderdelen bestaat het urinewegstelsel?

Slide 2 - Open question

Hoeveel urine produceert het lichaam ongeveer per 24 uur?
En bij hoeveel ml ongeveer aandrang in de blaas?

Slide 3 - Open question

Bij het plassen, welke spieren spannen aan, welke ontspannen?

Slide 4 - Open question

Noem 3 redenen om een katheter in te brengen

Slide 5 - Open question

1. Wat is een transurethrale katheter
2. Wat is een suprapubische katheter?
A
1. Via de urinebuis 2. Boven de schaamstreek
B
1. Boven de schaamstreek 2. Door de buikwand
C
1. Boven de schaamstreek 2. Via de urinebuis
D
1. Door de buikwand 2. Onder de schaamstreek

Slide 6 - Quiz

Beschrijf het verschil tussen een 1-malige, 2-weg en een 3-weg katheter

Slide 7 - Open question

Een gewone katheter, is dat een Tieman-katheter, een PVC-katheter of een Nelaton-katheter?
A
Tieman
B
Nelaton
C
PVC

Slide 8 - Quiz

Leg in één zin uit waarom het belangrijk is om te voorkomen dat een katheter heen en weer schuift in
de blaas

Slide 9 - Open question

Wat is intermitterend katheteriseren?
A
Continu legen van een blaaskatheter
B
Met tussenpozen legen van de blaas met een katheter
C
Katheter met een plug

Slide 10 - Quiz

Welke psychische aspecten zijn belangrijk bij incontinentie/CAD?

Slide 11 - Open question

Waarom is altijd een opdracht van een arts nodig voor het inbrengen van een katheter?

Slide 12 - Open question

De siliconenkatheter hoeft pas zes weken nadat hij is ingebracht te worden verwisseld. Wat is hiervan
één voordeel.

Slide 13 - Open question

Hoe kies je de juiste katheter?

Slide 14 - Open question

Tot hoever moet een katheter worden ingebracht?

Slide 15 - Open question

Wat is belangrijk bij het verzorgen van de katheter?

Slide 16 - Open question

Waarom is het van belang zo steriel mogelijk te werken bij het inbrengen van een blaaskatheter?

Slide 17 - Open question

Noem 4 redenen om blaas te spoelen

Slide 18 - Open question

Beschrijf wat een Urotainer is

Slide 19 - Open question

Wat is belangrijk bij blaasspoelen?

Slide 20 - Open question

Wat is belangrijk bij het verwijderen van een katheter?

Slide 21 - Open question

Wanneer een suprapubische katheter, noem 2 indicaties.

Slide 22 - Open question

Noem 2 voordelen en 2 nadelen van een sp.

Slide 23 - Open question

Wat belangrijk bij het verzorgen van een sp?

Slide 24 - Open question

Leg uit wat een stoma is.

Slide 25 - Open question

Waarom heb je bij een stoma geen controle meer over de ontlasting?
A
Geen darmwerking
B
Peristaltiek werkt niet meer
C
Geen kringspier
D
Door opening in buik

Slide 26 - Quiz

Noem 4 indicaties voor een darmstoma.

Slide 27 - Open question

Noem 3 verschillen tussen een colonstoma en een ileostoma

Slide 28 - Open question

Wat is het verschil tussen een enkelloops en een dubbelloops stoma?

Slide 29 - Open question

Noem 4 belangrijke punten bij een geschikte plaats vinden voor het stoma

Slide 30 - Open question

Wat is het verschil tussen een eendelig en een tweedelig systeem + tussen open en gesloten stomazakjes?

Slide 31 - Open question

Wat is een stomaplug en wanneer kan die gebruikt worden?

Slide 32 - Open question

Leg uit wat een continent ileostoma / Kock-pouch is.

Slide 33 - Open question

Je ziet beschadiging bij de huidverzorging van een stoma. Waardoor kunnen deze problemen ontstaan?

Slide 34 - Open question

Wat zijn terugslagkleppen?

Slide 35 - Open question

Welke 5 voedingsadviezen geef je aan iemand met een stoma?

Slide 36 - Open question

Wat is een Brickerstoma?

Slide 37 - Open question

Waar wordt het continent urostoma meestal geplaatst?
A
Buik links onder
B
Buik rechts onder
C
Navel
D
Suprapubisch

Slide 38 - Quiz

Wat is anders aan het opvangmateriaal voor een up ipv een ap? Noem 3 punten.

Slide 39 - Open question

Wat zijn specifieke verzorgingspunten voor een up? Noem 2 punten.

Slide 40 - Open question

Wat is alkalische urine?
A
Zure urine
B
Normale urine
C
Tegenovergestelde van zure urine

Slide 41 - Quiz

Welke psychische begeleiding is belangrijk bij een stoma? Noem 4 dingen

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Link

Slide 44 - Slide