SCC - Herhaling zinsontleding

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Herhaling zinsontleding

Hoe vind je de persoonsvorm?

Stap 1: zoek de persoonsvorm

- Maak een ja/neevraag: het woord vooraan is de pv.

- Als je het onderwerp verandert, verandert de persoonsvorm mee.

Wat is de pv in de volgende zin:
Toch waren we blij om hem te zien.

1. waren
2. zien

Wat is de pv in de volgende zin:
Marie ging snel aan het werk.

1. ging
2. werk

Hoe vind je het onderwerp?
Welke vraag stel je jezelf?

Stap 2: zoek het onderwerp

Wie of wat + pv? 

Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Anders dan de aarde, is de zon een bal van gas.

1. de aarde
2. de zon
3. een bal
4. gas

Wat is het onderwerp in de volgende zin:
In 25 aardse dagen, draait de evenaar eenmaal in het rond.

1. aardse dagen
2. de evenaar
3. in het rond
4. 25

WWG of NWG?

WWG = DOET iets 

NWG = ONDERGAAT/IS ietse

Geef de werkwoorden van het NWG.

WWG of NWG?
Tom Dumoulin is sportman van het jaar geworden.

1. WWG
2. NWG

WWG of NWG
Die presentator schijnt fake te zijn.

1. WWG
2. NWG

WWG of NWG ?
Dumoulin werd verkozen boven Verstappen en Kramer.

1. WWG
2. NWG

Noteer het hele gezegde uit de volgende zin.
De uitreiking van de titel heeft Vlaanderen beroerd.

Noteer het hele gezegde uit de volgende zin.
Sven Kramer is al jaren de beste schaatser ter wereld.

Hoe verdeel ik de zin in zinsdelen?

Neem de zin over en zet zinsdeelstrepen in de volgende zin.
Op de snelweg wordt onze auto met gemak door iedereen ingehaald.

Hoe vind ik het lijdend voorwerp in een zin met een werkwoordelijk gezegde?

LET OP!

een LV komt nooit voor bij een NWG!

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas 2A3 leert rust te vinden.

1. Klas 2A3
2. leert
3. rust
4. te vinden

Wat is het lv?
Ze waarschuwden hem niet op tijd.

1. ze
2. waarschuwden
3. hem
4. niet op tijd

Wat is het lv ?
Hij heeft de pakketjes verzonden.

1. hij
2. heeft verzonden
3. formulier
4. de pakketjes

Hoe vind ik het meewerkend voorwerp?
Welke vraag stel je?

Wat is het mv?
Voor de zoveelste keer legde de leerkracht het MV uit aan de leerlingen.

1. Voor de zoveelste keer
2. de docent
3. het MV
4. aan de leerlingen

Wat is het mv?
Is dat voor mij?

1. is
2. dat
3. mij
4. voor mij

Wat is het mv?
Zij heeft het haar vriend toch verteld

1. haar vriend
2. zij
3. aan ons

Bijwoordelijke bepaling (BWB)

- Geeft antwoord op vragen als: 

   Hoe? Hoelang? Waar? Waardoor? Waarom? 

- Kan je weglaten uit de zin.

- (Ook alle rest zinsdelen noem je bijwoordelijke bepalingen.

   Zoals: niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, 

   misschien, vermoedelijk, waarschijnlijk...)

BWB voorbeeld

Bijwoordelijke bepaling

 Let op: niet altijd staat er een bwb in een zin, maar er kunnen ook meerdere bwb-en zijn.

Wat is de bwb?

Wie wil dit morgen doen?

1. Geen bwb
2. Wie
3. Dit
4. Morgen

Wat is 'morgen' voor bwb?
"Wie wil dit morgen doen?"

1. bwb frequentie
2. bwb tijd
3. bwb reden
4. bwb plaats

Wat voor bwb is 'uit pure opluchting'? Uit pure oplichting riep ik luid door de klas.

1. bwb wijze
2. bwb oorzaak
3. bwb frequentie
4. bwb tijd

Wat is de bwb?

Op school heb ik veel geleerd.

1. veel
2. op school
3. heb geleerd
4. ik