1 VWO interpunctie

Interpunctie: het gebruik Leestekens
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Interpunctie: het gebruik Leestekens

Slide 1 - Slide


I like cooking my family and my pets.

Ik kook oma.

Schiet op papa.

Stop, niet schieten!

I like cooking, my family and my pets.

Ik kook, oma.

Schiet op, papa.

Stop niet, schieten!

Slide 2 - Slide

....
Er staan klanten bij de bakker Marie kent hen niet een vrouw zegt het is toch wel erg ja zegt een andere en dan nog wel hier bij ons wie had dat durven denken dat zoiets kan de vrouw schudt haar hoofd ze bestelt een wit brood de doodstraf zegt iemand dat zou helpen geef mij maar een bruin brood gesneden de man betaalt. 

Slide 3 - Slide

Zo dus:
Er staan klanten bij de bakker. Marie kent hen niet. Een vrouw zegt: "Het is toch wel erg." "Ja," zegt een andere, "en dan nog wel hier! Bij ons! Wie had dat durven denken. Dat zoiets kan!" De vrouw schudt haar hoofd. Ze bestelt een wit brood. "De doodstraf," zegt iemand, "dat zou helpen. Geef mij maar een bruin brood. Gesneden." De man betaalt. 

Slide 4 - Slide

Punt:

- Elke zin eindigt met een punt.


Voorbeeld:

De lessen van mevrouw Zeetsen zijn altijd erg leuk.

Vraagteken:

- Staat achteraan een vraag.


Voorbeeld:

Zijn de ijsberen ook een bedreigde diersoort?

Slide 5 - Slide

Uitroepteken:



- Staat achter een uitroep of een bevel.


Voorbeeld:

Hou je mond!

Zit stil!

Pak je boek!

Let op!

Slide 6 - Slide

Komma:

- bij een opsomming

- in een samengestelde zin TUSSEN twee pv's

- tussen bn

- vóór een voegwoord (staat niet in je boek)

Voorbeelden:

- Je hebt je boek, een schrift en potloden nodig.

- Omdat ik ziek was, ben ik niet naar school gegaan.

- Ik heb een lief, klein, zwart hondje.

- James ligt nog op bed, omdat hij erg moe is.

Slide 7 - Slide

Aanhalingstekens

- bij een gesprek

- als je citeert

- een woord speciale aandacht geven

Slide 8 - Slide

Citaat

- iemands woorden letterlijk overnemen (directe rede)

- een citaat kondig je aan met : dubbele punt en 

- het citaat zelf staat tussen " aanhalingstekens.


Slide 9 - Slide

Een zin eindigt altijd met een punt.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 10 - Quiz

Leestekens maken het lezen ingewikkelder
A
Klopt
B
Klopt niet
C
Alleen bij zinnen van meneer Van de Burgt
D
Alleen op even dagen.

Slide 11 - Quiz

Een uitroepteken gebruik je alleen bij een uitroep.
A
Klopt
B
Klopt niet
C
Soms klopt het
D
Soms klopt het niet

Slide 12 - Quiz

Als je een aantal dingen opsomt, zet je daar één of meer komma's tussen.
A
Klopt niet
B
Klopt
C
Klopt soms
D
Opgeklopt

Slide 13 - Quiz

Aanhalingstekens gebruik je als je iets letterlijk opschrijft.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 14 - Quiz

'Zeg Iris', vroeg Gijs, 'denk jij dat het vandaag mooi weer wordt?'
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 15 - Quiz

'Ik denk,' zei Lieke, 'dat mijn ouders wel thuis zijn.'
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 16 - Quiz

Heeeeeeel lastig!
Als je wilt bepalen of de komma binnen of buiten de aanhalingtekens valt, moet je goed kijken of de komma bij het citaat hoort. 
Als de komma bij het citaat hoort, dan schrijf je de komma binnen de aanhalingstekens. 
Als de komma niet bij het citaat hoort, dan moet je de komma buiten de aanhalingstekens zetten.

(Het citaat is: 'Zeg Iris, denk jij dat het vandaag mooi weer wordt?')
'Ik denk', zei Lieke, 'dat mijn ouders wel thuis zijn.'
(Het citaat is: 'Ik denk dat mijn ouders wel thuis zijn.')


Slide 17 - Slide

Ik dacht: "Wat raar dat ik niet naar binnen mag."
A
Klopt niet
B
Klopt

Slide 18 - Quiz

Ik zei nog: wat raar dat ik niet naar binnen mag.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 19 - Quiz


Slide 20 - Open question

ryano el faya vloog met ryanair naar noord-amerika omdat hij graag aasgieren vleermuizen en miereneters wilde zien

Slide 21 - Open question

Meer uitleg.
https://www.taal-oefenen.nl/instruction/taal/taalverzorging/interpunctie/gebruik-van-aanhalingstekens



Slide 22 - Slide