grafieken kritisch kijken

Je hebt nodig:

1. Je wisbordje
2. Een werkblad
3. Werkblad
4. Chromebook
1 / 35
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Je hebt nodig:

1. Je wisbordje
2. Een werkblad
3. Werkblad
4. Chromebook

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
1. Grafieken en diagrammen aflezen
2. Trends herkennen
3. Verbanden leggen tussen diagrammen en gegevens.

Slide 2 - Slide

Afspraken
Let op je geluidsniveau!
Kom je er niet uit? Fluisteren.
Som op je wisbordje? Scherm omdraaien.

Slide 3 - Slide

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Slide 4 - Slide

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Slide 5 - Open question

https://jeugdjournaal.nl/artikel/721092-grootste-man-ontmoet-kleinste-man.html

Slide 6 - Slide

Deze grafiek ging rond op internet met het bijschrift ‘Nederlanders kijken neer
op de rest van de wereld’. Als je naar het plaatje kijkt, lijkt dat wel te kloppen.
De Nederlander torent boven de Amerikaan en de Engelsman uit. En de mannen
uit India en de Filipijnen lijken wel dwergen. Maar klopt deze grafiek eigenlijk wel?
Bekijk deze grafiek goed, er komen straks wat vragen over

Slide 7 - Slide

De langste man is 2 meter 51. Zou jij zo lang willen zijn?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Leg uit waarom je wel of niet zo lang zou willen zijn.

Slide 9 - Open question

Bekijk grafiek 1.
In deze grafiek geven poppetjes
de gemiddelde lengtes weer.
Wat voor soort grafiek is dit eigenlijk?
A
staafgrafiek
B
lijngrafiek
C
cirkelgrafiek

Slide 10 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Verenigde staten

Bekijk deze grafiek goed, er komen straks wat vragen over

Slide 11 - Slide

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Verenigde staten

Bekijk deze grafiek goed, er komen straks wat vragen over

Slide 12 - Slide

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Verenigde staten

A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76

Slide 13 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit Canada en het Verenigd koninkrijk?

A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76

Slide 14 - Quiz

Hoe lang is de gemiddelde man uit India?

Slide 15 - Slide

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit India

A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65

Slide 16 - Quiz

Hoe lang is de gemiddelde man uit de Filipijnen? 

Slide 17 - Slide

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Filipijnen?
A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65

Slide 18 - Quiz

Hoe groot is het lengteverschil tussen de gemiddelde Nederlandse man en de gemiddelde Filipijnse man?
... cm?

Slide 19 - Open question

Hoe komt het dat het verschil tussen de mannetjes in de grafiek zoveel groter lijkt?

Slide 20 - Open question

Cito doet eens in de 5 à 6 jaar onderzoek naar het leesplezier van kinderen op de basisschool. Hieronder zie je drie grafieken, gemaakt met dezelfde cijfers van het Cito-onderzoek.

Slide 21 - Slide

Tussen 1994 en 2005 daalde het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.  
 Ja of nee? En hoe kun je dit zien? Antwoord op wisbordje.

Slide 22 - Slide

De volgende vragen gaan over het onderzoek van Cito. Beantwoord ze met ja of nee.
Tussen 1994 en 2005 daalde het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

In 2011 is het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt hoger dan in 1999.

Slide 24 - Slide

In 2011 is het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt hoger dan in 1999.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Tussen 2005 en 2011 stijgt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Tussen 1994 en 2005 daalt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
In welke grafiek zie je dat het sterkst?
A
grafiek 2a
B
grafiek 2b
C
grafiek 2c

Slide 27 - Quiz

Hoe komt het dat je het in die grafiek het beste ziet?

Slide 28 - Open question

Wat ga je nu doen?
1. De chromebook mag dicht of omgedraaid.
Maak het werkblad.
2. Klaar?
Open je chromebook en ga bezig met je eigen taken.
3.Ook klaar?
 Redactiesommen van de weektaak.

Slide 29 - Slide

Laatste vraag!

Slide 30 - Slide

wat heb je geleerd van deze les?

Slide 31 - Open question

Ik geef deze les het volgende cijfer
(van 1 tot 10)
010

Slide 32 - Poll

Hoeveel paar laarzen werden er in het tweede kwartaal verkocht?

Slide 33 - Slide

Hoeveel paar laarzen werden er in het tweede kwartaal verkocht?
A
340
B
450
C
380
D
430

Slide 34 - Quiz

Hoeveel paar laarzen werden er in het tweede kwartaal verkocht?

Slide 35 - Slide