Herhalen grammatica P.2 1KB

Herhalen grammatica P.2 
1KB
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhalen grammatica P.2 
1KB

Slide 1 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Open question

Kunnen is een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Kast is een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is het werkwoord:
'Ik ga zo naar school'

Slide 5 - Open question

Wat is het werkwoord in:
'In de kantine kun je broodjes kopen'

Slide 6 - Open question

Lidwoorden

Slide 7 - Mind map

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
Mensen/dieren/dingen /planten
B
Dingen die je kan doen
C
De/het/een

Slide 8 - Quiz

Hoe weet je of een woord een zelfstandig naamwoord is?

Slide 9 - Open question

Wat is het zelfstandig naamwoord in:
'Het is bijna kerstvakantie'

Slide 10 - Open question

Wat is het zelfstandig naamwoord in:
'Ricky fietst alleen'

Slide 11 - Open question

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
'Het oude huis'

Slide 14 - Open question

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
'De auto is geel'

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf ik het:
'Het ... wegdek' (nat)

Slide 16 - Open question

Hoe schrijf ik het:
'De ... toerist' (Japan)

Slide 17 - Open question

Een voorzetsel staat altijd voor een lidwoord & zelfstandig naamwoord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is het voorzetsel in:
'Ik sta naast de kast'

Slide 19 - Open question

Wat is het voorzetsel in:
'Ik ben er weer voor de pauze'

Slide 20 - Open question

Wanneer gebruik je een uitroepteken?

Slide 21 - Open question

Zet leestekens en hoofdletters:
voor twintig euro mag je mijn box overnemen'

Slide 22 - Open question

Zet leestekens en hoofdletters:
'wat is het nieuwste boek van mirjam mous prachtig'

Slide 23 - Open question

Deze/die hoort bij
A
De-woorden
B
Het-woorden

Slide 24 - Quiz

Dit/dat hoort bij
A
De-woorden
B
Het-woorden

Slide 25 - Quiz

De of het:
Ongeluk
A
De
B
Het

Slide 26 - Quiz

Hoe schrijf ik:
Het cadeau
A
Dit
B
Dat
C
Die
D
Deze

Slide 27 - Quiz

Hoofdletters

Slide 28 - Mind map

jumbo is met hoofdletter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

oktober is met hoofdletter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Hoe kom je erachter of je een woord met -d of -t schrijft

Slide 31 - Open question

Hoe schrijf ik:
Bestan...

Slide 32 - Open question

Hoe schrijf ik:
muggenbul...

Slide 33 - Open question

Leren
- Cursus 5 paragraaf 1, 3, 5 en 7

- Cursus 6 paragraaf 1 en 2
- Cursus 7 paragraaf 1, 2 en 3

Slide 34 - Slide