Theme 6 In the city, Reading, grammar 17

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Theme 6

Reading: The world of Monopoly

Grammar: New, 17 Future

What do you think of when I say:
Boardgames?

We're going to read together: please make sure your microphone is on when it's your turn to read out loud. 

Je kan ook je tekstboek gebruiken, verrijking theme 7 page 134

tokens

vote

device

wheelbarrow

decide

kruiwagen

besluiten

stemmen

pionnen

apparaat

Read the text again
(for yourself)

Je kan ook je tekstboek gebruiken, verrijking theme 7 page 134

Je krijgt nu 6 open vragen. Als het goed is kan je die beantwoorden zonder de tekst nogmaals te lezen. Mocht je dat wel nodig hebben gebruik dan je tekstboek blz. 135-136

Je krijgt nu 6 open vragen. Als het goed is kan je die beantwoorden zonder de tekst nogmaals te lezen. Mocht je dat wel nodig hebben gebruik dan je tekstboek blz. 135-136

1. What could monopoly fans on facebook vote for?

2. What do players use when
they play the game?

play money, a token and two dice

3. What can you use instead
of paper money nowadays?

4. Can you play monopoly
without using the board? How?

Yes, playstation, computer, app op telefoon of tablet

5. How long did the longest
monopoly game in history last?

Yes, playstation, computer, app op telefoon of tablet

Grammar 

17 Toekomstige tijd (future)

(TB page 95 óf 146)

Welke tijden kennen we al:

Tegenwoordige tijd (Present Simple)

Gebruik: Bij feiten, gewoonte en regelmatige gebeurtenissen.

Vorm: bij he/she/it hele werkwoord  +s

Voorbeeld: He works at the supermarket.

Let op!

study -> studies | boy -> boys | watch -> watches 

Welke tijden kennen we al:

Duurvorm (Present Continuous)

Gebruik: Om te zeggen dat iets NU bezig is. 

Vorm: vorm van to be + werkwoord + ing

Voorbeeld: He is doing a Lesson Up at the moment.

Let op!

sit -> is sitting | give -> giving 

              Grammar 17

Toekomstige tijd (Future)

Gebruik: Om te zeggen dat iemand iets van plan is of wat er gaat gebeuren.

Vorm: Vorm van to be + going to + hele werkwoord

Voorbeeld: I am going to eat a sandwich at lunch.

Let op!

Vragend maken, to be vooraan! | Ontkennen, not na to be!

0

Gebruik de future:
She ______video games. (to play)

1. To be going to play
2. Be going to play
3. Going to play
4. Is going to play

Gebruik de future:
I_________ it today. (to fix)

1. am going to fix
2. going to fix
3. is going to fix
4. am fixing

Gebruik de future:
They_______ a film in the cinema. (watch)

1. are going
2. are going to watch
3. is going to watch
4. going to watch

Gebruik de future:
It _____________ on this beautiful day!
(rain)

1. is raining
2. is going to rain
3. to be going to
4. is going to be raining

Gebruik de future:
My parents _________if I am home late.
(mad)

1. are going to be mad
2. are mad

Welke TIP geef je mij naar aanleiding van deze les.

Welke TOP geef je mij naar aanleiding van deze les?

Well done!! See you next time.