This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
6.4 Rekenen aan evenwichten
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik kan rekenen aan concentratie in een evenwichtsreactie m.b.v. een BOE-schema.
Ik kan de grafiek tekenen van een evenwichtsreactie waarbij de concentraties tegen de tijd worden uitgezet.
Ik kan de evenwichtsvoorwaarde opstellen (met concentraties en druk).
Ik kan de evenwichtsvoorwaarde berekenen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
BOE-tabel
Begin (mol)
Omzetting (mol)
Evenwicht/eind (mol)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoe zie je aan de grafiek dat het evenwicht zich heeft ingesteld?
Slide 7 - Slide
Concentratiebreuk
Metingen waarbij een verband is tussen de beginstoffen en de reactieproducten
Concentratiebreuk bij een evenwicht
Product van de reactieproducten delen door het product van de beginstoffen
Coëfficiënten worden een exponent in de vergelijking
Qc=N2(g)⋅H2(g)3NH3(g)2
Slide 8 - Slide
Rekenen met aan een evenwicht:
de concentratiebreuk (Q) & evenwichtsconstante (k)
Als het evenwicht is ingesteld verandert de evenwichtsconstante K niet meer
Slide 9 - Slide
Evenwichtsconstante
Concentraties bij evenwicht worden ingevuld blijft de uitkomst altijd gelijk.
K = evenwichtsconstante (de waarde van de breuk blijft gelijk).
Als K = Qc (dan is er evenwicht)
K is wel temperatuurafhankelijk.
Alleen stoffen in de breuk die kunnen variëren in concentratie
Slide 10 - Slide
In een methaanzuuroplossing heerst het volgende evenwicht:
HCOOH(aq) <-> H+(aq) + HCOO-(aq)
Sleep de moleculen naar de juiste plek in de evenwichtsvoorwaarde:
K=
-------------------------------
[ ]
[ ]
[ ]
[H+(aq)]
[HCOO-(aq)]
[HCOOH(aq)]
Slide 11 - Drag question
K berekenen
Van een evenwicht maak je eerst de reactievergelijking. (De coëfficiënten geven de molverhouding aan!)
Daarna maak je een omzettingstabel (BOE!). (Vanuit de tabel kun je de concentraties invullen)
Vervolgens maak je de concentratiebreuk.
Vul de concentraties in, en bereken de K.
Slide 12 - Slide
Voorbeeldopgave 4
In een reactievat van 10,0 L worden bij een bepaalde temperatuur en druk 2,0 mol stikstof en 4,0 mol waterstof gebracht. Na het instellen van het evenwicht blijkt er 1,0 mol ammoniak zijn ontstaan.