test Unit 1 & 2: test exercises
- Engelse woorden in zinsverband vertalen naar het Nederlands.
- Engelse zin, Nederlands woord in de zin vertalen naar het Engels.
- Rijtje Engelse woorden waaruit je moet kiezen en invullen in zinsverband (zie bv. opdr 7, p. 32)
- Omschrijving van het woord en dan moet je het goede woord erbij kiezen. (zie opdr. 28, p. 46)
- Een tekst waar je de goede Engelse signaalwoorden in moet zetten. ( zie bv. opdr. 37, p. 51)
- Dialoog waarbij je de juiste expressions in moet vullen.
- zin met onderstreept woord; meerkeuze mogelijkheden voor de juiste omschrijving.
- Grammatica is hierin verwerkt/geïntegreerd, aan jullie dus om het goed in context te kunnen gebruiken. Je moet wel weten wat een bepaalde tense is. Staat er bijvoorbeeld: "Use the correct adverb" dan moet je weten wat een adverb is.