Quiz over IM injecties

IM injecteren

IM =
intramusculair
(in de spier)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

IM injecteren

IM =
intramusculair
(in de spier)

Slide 1 - Slide

De huid bestaat gezien vanaf de buitenlucht naar het spierweefsel uit 3 lagen.

De buitenste laag is de dermis
A
deze stelling is correct
B
deze stelling is niet correct

Slide 2 - Quiz

Opbouw van de huid

  • Epidermis (opperhuid)
  • Dermis (lederhuid)
  • Subcutis(onderhuids bindweefsel)

Slide 3 - Slide

Waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 4 - Quiz

Injectie I.M.


in het spierweefsel

Slide 5 - Slide

I.M. injecteren is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling
C
voorbehouden en risicovolle handeling

Slide 6 - Quiz

Voorbehouden handelingen:
* Is een groep van (14) risicovolle handelingen die zijn vastgelegd in de Wet BIG (ww.nursing.nl/overzicht-van-voorbehouden-en-risicovolle-handelingen).

* Alleen beroepsmatig verrichten op basis van bevoegdheid.
*Alle voorbehouden handelingen zijn risicovol!

Risicovolle handeling:
*Niet beschreven allemaal in Wet BIG.

 *Zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico’s meebrengen voor de cliënt

*Zorgverleners moeten aan dezelfde eisen voldoen als bij de voorbehouden handelingen.




Slide 7 - Slide

Op welke plaatsen mag je IM injecteren?
A
buik, bovenbeen en bil
B
bovenarm, bil en buik
C
bovenarm, bilspier, bovenbeen
D
onderarm, bilspier en bovenbeen

Slide 8 - Quiz

Gevaar van IM injecteren in de bil is
A
Veel meer pijn
B
meer kans op bloedingen
C
evenwichtsproblemen na het prikken
D
Kans op aanprikken nervus ischiadicus

Slide 9 - Quiz

Je ziet een paar denkbeeldige lijnen

Waar gebruik je dit schema voor?
A
intramusculair injecteren
B
subcutaan injecteren
C
rangeertechniek
D
injecteren insuline

Slide 10 - Quiz

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet lekken van bloed
B
minder beschadiging aan huid
C
niet terugvloeien medicatie
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 11 - Quiz

Rangeertechniek

 Bovenste plaatje: de injectievloeistof is toegediend nadat de huid en het onderhuids bindweefsel verplaatst zijn. 

Onderste plaatje: de naald is verwijderd, de huid is losgelaten en veert terug. 

Slide 12 - Slide

De kleur van de naald geeft informatie over de lengte van de naald
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Verschillende maten canules
Hoe hoger het getal hoe dunner de naald is!

Slide 14 - Slide

Lange naalden met een grote diameter worden vooral gebruikt voor....
A
Subcutane injecties
B
Het optrekken van medicatie
C
Intramusculaire injecties

Slide 15 - Quiz

Voor het zetten van IM injecties wordt in de meeste gevallen gekozen voor een ...... naald
A
Grijze
B
Groene
C
Beige/witte
D
Roze

Slide 16 - Quiz

Om pijn te voorkomen bij een IM injectie dient de injectienaald... worden ingebracht.
A
Snel
B
Langzaam

Slide 17 - Quiz

Een contra-indicatie voor IM injecteren kan zijn:
A
De gezondheidstoestand laat het niet toe
B
De zorgvrager heeft ernstige prikangst
C
De zorgvrager heeft aan de injecterende zijde een infuus
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 18 - Quiz

Welke van de onderstaande is een contra-indicatie voor IM injectie?
A
Patient is bekend met hartfalen
B
Patient is bekend met hemofilie
C
zowel A en B zijn juist
D
zowel A en B zijn onjuist

Slide 19 - Quiz

Contra indicatie voor IM injectie

Stollingsstoornissen
  • Medicamenteus: Heparine, coumarinederivaten etc
  • Hemofilie
  • Levercirrose
  • Trombocytopenie


Lokale situaties
  • Neurologische aandoeningen (verlamming/dystrofie)
  • schaafwonden/ open wonden
  • ontsteking/ infectie
  • Litteken
  • Lymfklierverwijdering

Slide 20 - Slide

Je gaat een injectie toedienen.
Welke stellingen zijn juist?
A
Je moet handschoenen dragen
B
Je desinfecteert de huid altijd
C
Je hebt een uitvoeringsverzoek van de arts
D
Het medicijn wat je gaat inspuiten moet dubbel gecontroleerd worden

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

intramusculair
subcutaan
intraveneus
intracutaan
in de huid
in de ader
in de spier
onder de huid

Slide 23 - Drag question

Wat is de juiste volgorde van handelen bij een prikaccident?
A
Bloeden, desinfecteren, spoelen, melden
B
Bloeden, spoelen, desinfecteren, melden
C
Melden, spoelen, bloeden, desinfecteren
D
Melden, bloeden, spoelen, desinfecteren

Slide 24 - Quiz