T&G periode 10 les 5 herhaling voor de toets
1 / 29
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Het zwaartepunt is:
A
Het centrum van volume
B
Het centrum van Enschede
C
Het centrum van massa
D
Het centrum van snelheid
Slide 4 - Quiz
Een voorwerp of lichaam heeft en stabiel evenwicht, als:
A
De zwaartelijn niet door het midden van het grondvlak loopt
B
Het een klein grondvlak heeft
C
Het zwaartepunt hoog ligt
D
Het zwaartepunt laag ligt
Slide 5 - Quiz
Waar is de afbeelding een voorbeeld van?
A
1e wet van newton: massa is traag
B
2e wet van newton: F = M * A
C
3e wet van newton: actie = -reactie
D
De wet van Bernoulli
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Waar was het filmpje een voorbeeld van?
A
1e wet van newton: massa is traag
B
2e wet van newton: F = M * A
C
3e wet van newton: actie = -reactie
D
De wet van Bernoulli
Slide 8 - Quiz
Als we een voorwerp van positie veranderen, dan keren voorwerpen met een stabiel evenwicht weer terug in oorspronkelijke positie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Waar is de bron een voorbeeld van?
Bron:
A
1e wet van newton: massa is traag
B
2e wet van newton: F = M * A
C
3e wet van newton: actie = -reactie
D
De wet van Bernoulli
Slide 10 - Quiz
Waar is de bron een voorbeeld van?
Bron:
A
Het magnus effect
B
Koppelwerking
C
De wet van Archimedes
D
De wet van Bernoulli
Slide 11 - Quiz
De buigingskracht die je kunt leveren als spier is afhankelijk van de hoek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Waar is de bron een voorbeeld van?
Bron:
A
Het magnus effect
B
Koppelwerking
C
De wet van Archimedes
D
De wet van Bernoulli
Slide 13 - Quiz
Waar is de bron een voorbeeld van?
Bron:
A
Het magnus effect
B
Koppelwerking
C
De wet van Archimedes
D
De wet van Bernoulli
Slide 14 - Quiz
Een hefboom met een korte krachtsarm en een lange lastarm is gunstig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Krachtarm
Lastarm
Last 4 kilo
Kracht ?
K x Ka = L x La
40 cm
20 cm
FOUTE ANTWOORDEN
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Krachtarm
Lastarm
Last 5 kilo
Kracht ?
K x Ka = L x La
25 cm
50 cm
FOUTE ANTWOORDEN
Slide 18 - Drag question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Kracht die een spier eenmalig, zo snel mogelijk kan ontwikkelen =
A
Maximale kracht
B
Snelkracht
C
Explosieve kracht
D
Kracht uithoudingsvermogen
Slide 21 - Quiz
De spierlengte blijft hetzelfde, maar de spanning kan veranderen =
A
Concentrisch
B
Isometrisch
C
Excentrisch
D
Statisch
Slide 22 - Quiz
A
Maximale kracht
B
Snelkracht
C
Explosieve kracht
D
Kracht uithoudingsvermogen
Slide 23 - Quiz
"Meer sarcomeren in de fast twitch spiervezels" is een voorbeeld van een:
A
Anatomische adaptatie
B
Fysiologische adaptatie
Slide 24 - Quiz
"Voorraad spierglycogeen groter" is een voorbeeld van een:
A
Anatomische adaptatie
B
Fysiologische adaptatie
Slide 25 - Quiz
"Coördinatie tussen spieren onderling verbeterd bij spiervermoeidheid" is een voorbeeld van een:
A
Anatomische adaptatie
B
Fysiologische adaptatie
Slide 26 - Quiz
Fysiologisch
Anatomisch
