Blok 6: Procenten, breuken en kommagetallen herhalen

Even herhalen
Blok 5: Breuken, procenten en kommagetallen omrekenen

1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Even herhalen
Blok 5: Breuken, procenten en kommagetallen omrekenen

Slide 1 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Slide 2 - Slide

Wat is de meest eenvoudige breuk voor 75%?
A
1/4
B
2/4
C
3/4
D
4/3

Slide 3 - Quiz

Wat is de meest eenvoudige breuk voor 80%?
A
80/100
B
40/50
C
4/5
D
8/10

Slide 4 - Quiz

Wat is de meest eenvoudige breuk voor 4%?
A
4/100
B
2/50
C
4/25
D
1/25

Slide 5 - Quiz

Samenhang tussen breuken, kommagetallen en procenten
%

breuk op noemer 100

kommagetal                     breuk                                         vereenvoudigen

Slide 6 - Slide

Hoe kan je 75% nog zeggen?

Slide 7 - Mind map

1/5 =
Tip: zet eerst om naar een breuk op noemer 100!
A
25 %
B
2 %
C
12 %
D
20 %

Slide 8 - Quiz

Maak van 65% een kommagetal.
A
6.5
B
0.6
C
0.065
D
0.65

Slide 9 - Quiz

12.5 % =
A
1 / 4
B
1 / 10
C
1 / 8
D
3 / 8

Slide 10 - Quiz

3/4 =
A
15 %
B
20 %
C
25 %
D
75 %

Slide 11 - Quiz

50 % =
A
1/2
B
1/4
C
1/3
D
6/10

Slide 12 - Quiz

0,7 =
A
70%
B
7/100
C
7/10
D
71%

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je 20% op als kommagetal?
A
0,2
B
0,5
C
1/2
D
1/5

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je 60% op als kommagetal?
A
6/10
B
3/5
C
0,6
D
6/100

Slide 15 - Quiz

Schrijf 0,25 als een breuk
A
25%
B
1/4
C
1/5
D
1/3

Slide 16 - Quiz

Schrijf 0,03 als een breuk
A
3/100
B
3/10
C
10/3
D
100/3

Slide 17 - Quiz

Schrijf 0,9 als een breuk
A
9/100
B
9/10
C
10/9
D
90/100

Slide 18 - Quiz

1/5 =
A
0,5
B
0,2
C
0,6
D
0,4

Slide 19 - Quiz

5/8 =
A
0,375
B
0,750
C
0,625
D
0,125

Slide 20 - Quiz

Hoeveel procent van de taart is gekleurd?
A
40%
B
20%
C
60%
D
50%

Slide 21 - Quiz

Hoeveel procent van de taart is gekleurd?
A
40%
B
2%
C
60%
D
5%

Slide 22 - Quiz

Sleep de juiste breuk en % naar het bijpassende kommagetal.
0,15
0.125
0.32
0.85
15 %
3/20
1/8
12.5%
32%
8/25
85%
17/20

Slide 23 - Drag question

Hoeveel procent van de taart is gekleurd?
A
30%
B
3%
C
70%
D
7%

Slide 24 - Quiz

Procent nemen van een getal
25% van 2400
1. % omzetten naar breuk op noemer 100
25/100
2. Breuk vereenvoudigen (indien mogelijk)
1/4
3. Sneeuwpop die met de slee van de berg gaat
(2400 : 4) x 1 = 600

Slide 25 - Slide

2000
1800
500
30
25% van 8000
75% van 2400
40% van 75
20% van 2500

Slide 26 - Drag question

65
37,5
5
88
10% van 650
3% van 1250
40% van 220
20% van 25

Slide 27 - Drag question

Procent nemen van een getal: ZRM
23% van 28,65

1.Procent omzetten naar breuk op noemer 100
23/100 van 28,65

2. Sneeuwpop die met de slee van de berg gaat
(28,65 : 100) x 23 = 6,589
Deze bewerking typ je in je ZRM

Slide 28 - Slide

Hoe typ je volgende bewerking in je ZRM in? 26% van 89
=
26
:
x
100
89

Slide 29 - Drag question

Hoe typ je volgende bewerking in je ZRM in? 34% van 186
=
34
:
x
100
186

Slide 30 - Drag question

ZRM: 27 % van 108 =
A
400
B
0.04
C
291 600
D
29.16

Slide 31 - Quiz

ZRM: 88% van 369 =
A
400,59
B
0.04
C
324,72
D
3 247 200

Slide 32 - Quiz

ZRM: 2% van 356 120 =
A
7 212, 4
B
7 122,4
C
7 221,4
D
7 222,4

Slide 33 - Quiz

Verhouding omzetten naar procent
Lina haalde 18 op 25 op haar toets van WO. Dat is .... %.
1. verhouding omzetten naar breuk
18 op 25 = 18/25
2. breuk omzetten naar breuk op noemer 100
18/25 = 72/100
3. breuk op noemer 100 omzetten naar %
72/100 = 72%
Dat is 72%.

Slide 34 - Slide

Verhouding omzetten naar procent met tussenstap

Lina haalde 21 op 30 op haar toets van Frans. Dat is .... %.
1. verhouding omzetten naar breuk
21 op 30 = 20/30
2. breuk omzetten naar breuk op noemer 100
Maak de breuk eerst kleiner (:) om ze dan weer groter te maken (x)!
21/30 = 7/10 = 70/100
3. breuk op noemer 100 omzetten naar %
70/100 = 70%
Dat is 70%.

Slide 35 - Slide

Alice heeft al 45 van de 60 km gewandeld. Hoeveel % is dit? (enkel het cijfer is voldoende)

Slide 36 - Open question

Inse heeft 8 op 20 behaald op haar toets van Frans. Hoeveel % is dit? (enkel het cijfer is voldoende)

Slide 37 - Open question

18 van de 25 leerlingen in de klas eet elke dag een ontbijt. Hoeveel % is dit? (enkel het cijfer is voldoende)

Slide 38 - Open question

Hoe goed ging deze les? Gaat het lukken op de toets?
Easypeasy
Whoopie
Allright
Hallelujah

Slide 39 - Poll