2.2 Schoonmaken met water en zeep

2.2 Schoonmaken met water en zeep
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.2 Schoonmaken met water en zeep

Slide 1 - Slide

Programma
-Toets bespreken
20 min
-Water en zeep
15 min
-Hard water
15 min
-Oefenen
30 min

Slide 2 - Slide

Toets bespreken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt uitleggen hoe schoonmaken met water werkt.
  • Je kunt de werking van zeep beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat ontsmetten is.
  • Je kunt aangeven wat het verschil is tussen hard en zacht water.
  • Je kunt uitleggen wanneer kalkzeep ontstaat en wat de nadelen van kalkzeep zijn.

Slide 4 - Slide

Water als oplosmiddel
Veel stoffen kan je oplossen in water. Daarom bevatten de meeste drankjes grotendeels water.
  • Suiker
  • Siroop
  • Zout
  • Verf
  • Alcohol
  • Etc.

Slide 5 - Slide

Water als spoelmiddel
Water kan je gebruiken om dingen weg te spoelen:
  • In de WC
  • Onder de douche
  • Voedselresten van borden
  • Zand uit sla

Slide 6 - Slide

Is alles schoon te maken met water?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Noem iets wat niet schoon te maken is met water?

Slide 8 - Mind map

Wat kan je dan wel als schoonmaakmiddel gebruiken?

Slide 9 - Mind map

Emulsies
Een emulsie is een combinatie van 2 vloeistoffen die niet willen mengen.

In het dagelijks leven is dit vaak olie/vet met water.
Zo kan je olie/vet niet makkelijk van je handen af krijgen met water.

Waarom wil olie niet mengen met water?

Hoe kan je wel olie/vet van je handen af halen?


Slide 10 - Slide

Zeep
Zeep is een emulgator.

Emulgator = stof die ervoor zorgt dat 2 stoffen in een emulsie wel mengen.

Hoe werkt een emulgator?


Slide 11 - Slide

Hydrofiel & hydrofoob
Olie is hydrofoob, deze wil dus niet mengen met water.
  • Zeep heeft moleculen met een hydrofobe staart.
  • Zeep heeft moleculen met een hydrofiele kop.

De kop gaat dus in het water zitten, en de staart in de olie, hierdoor worden de olie en water met elkaar verbonden.



Slide 12 - Slide

Hard en zacht water
Kraanwater in Nederland kan best verschillen.

Het kraanwater hier smaakt bijvoorbeeld anders dan in het oosten van het land.

Dit komt door de mineralen die in het water zitten.
  • Als er veel kalk of magnesium in water zit, noem je dit hard water, weinig daarvan maakt zacht water.
  • Heb je in huis hard water, dan krijg je sneller kalkaanslag in bijvoorbeeld je douche of waterkoker.

Slide 13 - Slide

Kalkzeep
Wanneer hard water in contact komt met zeep. Ontstaat er kalkzeep.

De vorming van kalkzeep heeft twee nadelen:
• Tijdens het wassen zal de kalkzeep op je kleding terechtkomen, waardoor deze grauw wordt.
• Omdat een deel van de zeepmoleculen met de opgeloste kalk reageert, heb je meer zeep nodig.

Slide 14 - Slide

Ontsmetten
Wanneer je gaat ontsmetten maak je bacteriën en virussen dood.
Dit kan met zeep, maar ontsmettingsmiddel waar alcohol in zit werkt ook heel goed.

In ziekenhuizen is het bijvoorbeeld heel belangrijk dat je zoveel mogelijk ontsmet.
Doe je dit niet, dan kan je ziektes meenemen naar mensen die al ziek zijn.

Chirurgen moeten daarom ook heel goed ontsmetten
voordat een operatie begint.

Slide 15 - Slide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 2 Paragraaf 2:
1 t/m 9, 11, 12, 13

Slide 16 - Slide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 17 - Slide