Peptidasen (trypsine) breken polypeptiden af tot kleinere peptiden
Deze worden pas in de dunne darm geactiveerd door een enzym van de darmwand zelf
Lipasebreekt vetten af met behulp van gal uit de lever
Gal emulgeert (maakt kleine druppels van) vet
Slide 22 - Slide
Hoeveel kwabben heeft de lever?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quiz
Lever (Hepar)
Bovenkant ligt tegen het middenrif (diafragma aan)
Weegt ongeveer 1.5 tot 2 kg
Bestaat uit een linker en rechterkwab
Aan de onderkant zitten belangrijke verbindingen
Kan weer aangroeien als een gedeelte verwijderd wordt
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Eilandjes van Langerhans
Aanmaken van de hormonen insuline en glucagon
Deze hormonen spelen een essentiële rol bij de suikerstofwisseling in ons lichaam
Zij zorgen ervoor dat het bloedsuikergehalte in het lichaam in evenwicht blijft.
Slide 26 - Slide
Insuline
Insuline wordt afgegeven bij een hoge bloedsuikerconcentratie, bijvoorbeeld tijdens en na een maaltijd. Insuline verlaagt de bloedsuiker. Onder invloed van insuline nemen cellen namelijk meer glucose op.
Slide 27 - Slide
Glucose
Glucagon werkt omgekeerd. Glucagon wordt afgegeven bij een lage bloedsuiker. Glucagon verhoogt de bloedsuiker door glucose vrij te maken uit de glycogeenvoorraad (keten van glucose) in de lever- en spiercellen. De vrijgekomen glucose gaat vervolgens naar het bloed.
Slide 28 - Slide
Wat is een reflux?
A
Het terugstromen van maaginhoud naar de slokdarm en de mond.
B
Het terugstromen van de darminhoud naar de slokdarm en de mond
C
Explosief braken
D
Projectiel braken
Slide 29 - Quiz
Braken en Braaksel
Braken (vormeren; het braken) gebeurt onder invloed van prikkels uit het braakcentrum in de hersenstam. Braken heeft in principe een beschermende functie: verwijderen van schadelijke stoffen uit de maag en darm.
Slide 30 - Slide
Activeren braakcentrum
Door virus of bacteriële infectie
Door gifstoffen bv: alcohol
Door chemotherapie of andere medicatie
Door bestraling
Door prikkeling van evenwichtsorgaan
Door hormonen bv: bij zwangerschap
Slide 31 - Slide
Wat zijn de observatiepunten bij braken?
Slide 32 - Open question
Rood braaksel betekent?
A
Bloeding in de slokdarm
B
Bloeding in de maag
C
Alle antwoorden zijn juist
D
Kleur braaksel na het eten van rode bietjes
Slide 33 - Quiz
Bruinzwart braaksel betekent?
A
Braaksel bij gebruik van zwarte koffie
B
Alle antwoorden zijn juist
C
Braaksel bij gebruik van Norit
D
Bloed dat door maagsap is verteerd
Slide 34 - Quiz
Het braaksel ruikt naar feces. Wat is eraan de hand?
A
Zorgvrager heeft de handen niet gewassen
B
Ontsteking in de mond
C
De maag verteert de voeding onvoldoende
D
Darmafsluiting
Slide 35 - Quiz
Ontlasting
Samenstelling
Normale ontlasting bestaat uit water, slijm en zouten, bilirubine, vezels, darmbacteriën en afgestoten darmslijmvliescellen. Soms zijn deels onverteerde voedselresten zichtbaar.
Ontlastingspatroon (defecatiepatroon)
Het ontlastingspatroon is de ontlastingsfrequentie die iemand gedurende langere tijd heeft.
Slide 36 - Slide
Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:
Slide 37 - Open question
Wat betekent observeren op consistentie bij feces?
A
Frequentie
B
Kleur
C
Vorm en vastheid
D
Geur
Slide 38 - Quiz
Bristol ontlastingsschaal
Slide 39 - Slide
Ontlasting heeft een bruine kleur door;
A
Invloed van specerijen
B
Aanwezigheid van bilirubine
C
Afwezigheid van ontstekingen
D
Voeding als koffie en drop
Slide 40 - Quiz
Wat betekent de term melena?
A
Verse roodkleurige ontlasting
B
Bruinkleurige ontlasting
C
Zwarte ontlasting
D
Groenkleurige ontlasting
Slide 41 - Quiz
Groene pus bij de ontlasting wijst op?
A
Het eten van veel doperwten
B
Darminfectie in het laatste deel van het colon of rectum.