This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De spijsvertering observeren
G4BOE
5 maart
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Lesdoelen
Je kunt aangeven wat je kunt observeren aan de spijsvertering (slikken, braken, ontlasting, ontlastingspatroon).
Je kunt aandachtspunten noemen voor het observeren van ontlasting , het ontlastingspatroon en de voedingstoestand.
Slide 3 - Slide
Hoe is de kennis van vorige week?
Slide 4 - Slide
Welke stof wordt door de lever afgebroken?
A
Hemoglobine
B
ijzer
C
Vit C
Slide 5 - Quiz
Oude rode bloedcellen (erytrocyten) worden afgebroken door de milt en de lever.
Hemoglobine uit deze erytrocyten wordt afgebroken door de lever.
Het afvalproduct is bilirubine (donker geel/groene kleur).
De lever scheidt deze bilirubine uit in de gal.
Daardoor kleurt de ontlasting geel/bruin.
Slide 6 - Slide
Welke stof wordt door de lever geproduceerd?
A
Stollingsfactoren
B
ijzer
C
Vit A
Slide 7 - Quiz
De lever maakt eiwitten zoals stollingsfactoren en het eiwit albumine.
Stollingsfactoren zijn eiwitten die nodig zijn voor de bloedstolling.
De lever scheidt deze af naar het bloed.
Albumine zorgt voor het vasthouden van water in het bloed.
Slide 8 - Slide
Bilirubine ontstaat door afbraak van:
A
Cholesterol
B
Hemoglobine
C
Eiwit uit de voeding
Slide 9 - Quiz
Wat zijn de functies van de lever, noem er 2
Slide 10 - Open question
Functies lever
Ontgiften
Productie stollingsfactoren
De lever kan, net als spieren, glucose opslaan in de vorm van een lange keten glucosemoleculen (glycogeen)
Opslag vitamines en ijzer
Productie en uitscheiding van gal
Rol in cholesterol stofwisseling
Afbraak hemoglobine
Slide 11 - Slide
Naar welk orgaan gaat bloed dat voedingsstoffen uit de darm heeft opgenomen het éérst?
A
Het hart
B
De lever
C
De nieren
D
De longen
Slide 12 - Quiz
Welk proces verloopt niet goed als er geen gal in de darm komt
A
Vertering van eiwitten
B
Vertering van koolhydraten
C
Vertering van vetten
Slide 13 - Quiz
De bruine kleur van de ontlasting wordt veroorzaakt door....
A
Bacteriën
B
Bilirubine
C
Vet
D
Vezels
Slide 14 - Quiz
Een student heeft op een avondtussen 22.00 en 1.00 uur zestien glazen alcohol gedronken. Wanneer is de alcohol op zijn vroegst uit zijn bloed verwijderd?
Slide 15 - Open question
Alcoholafbraak kost 1 tot 1,5 uur per standaardglas alcohol. De afbraak van zestien glazen kost minimaal zestien uur. Op zijn vroegst is de alcohol dus zestien uur na de start van het drinken (22.00 uur) afgebroken. Dan kom je uit op ’s middags om 14.00 uur.
Slide 16 - Slide
Wat is de functie van insuline?
A
Glucose uit het bloed de cel in laten gaan
B
Glycogeen afbreken tot glucagon
C
Glycogeen afbreken tot glucose
D
Verhogen van de bloedsuikerspiegel
Slide 17 - Quiz
Insuline zorgt ervoor dat glucose uit het bloed de cel in kan. Als glucose uit het bloed de cel ingaat, daalt de bloedsuikerspiegel. Insuline breekt geen stoffen af.
Glucagon is het andere alvleesklierhormoon, met een tegenovergestelde werking. Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen (opgeslagen keten van glucose) in de cellen wordt afgebroken tot glucose. Glucose verlaat de cel en komt in het bloed. Glycogeen verhoogt zo de bloedsuikerspiegel.
Slide 18 - Slide
Noem 1 orgaan wat omgeven is door het buikvlies (perineum) en 1 orgaan wat niet is omgeven door het buikvlies
Slide 19 - Open question
Als verzorgende observeer je de spijsvertering. Waar let je op?
Slide 20 - Open question
Observatiepunten
Slikken en slikproblemen
Braken
Defecatie en feces
Slide 21 - Slide
Braken
Braken dient als bescherming: schadelijke stoffen uit de maag en darm worden uit het lichaam verwijderd.
Braken gebeurt als het braakcentrum in de hersenstam wordt geprikkeld door: prikkels uit het maagdarmkanaal (een virusinfectie of bacteriële infectie), gifstoffen (waaronder ook alcohol), chemotherapiemiddelen en andere medicijnen, bestraling, prikkeling van de evenwichtsorganen (reisziekte), hormonen (zwangerschap).
Slide 22 - Slide
Braakproces
Meestal is iemand misselijk voordat het braken begint.
Vaak wordt vlak voor het braken extra speeksel afgescheiden.
De maagspieren trekken vervolgens krachtig samen.
De pylorus (maagportier) is gesloten, waardoor de maaginhoud naar boven wordt gestuwd en uitgebraakt.
Het strotklepje sluit, zodat de maaginhoud niet in de luchtpijp komt.
Meestal voelen mensen zich opgelucht na het braken.
Soms vindt het braken met grote kracht plaats: explosief braken of projectielbraken. Dat kan wijzen op een maag- of darmafsluiting.
Slide 23 - Slide
Bijzonderheden in samenstelling
Gal in braaksel
Onverteerde voedselresten
Slijmbijmenging
Rood braaksel
Bruin-zwart braaksel
Ontlasting in braaksel
Slide 24 - Slide
Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:
Slide 25 - Open question
Bij het observeren van de ontlasting (feces) let je op:
Frequentie en hoeveelheid
Consistentie (vorm en vastheid): dun (diarree) – dik/hard (obstipatie)
Kleur
Samenstelling
Slide 26 - Slide
Frequentie en hoeveelheid
Een normale hoeveelheid is 200 gram per dag. Een normale frequentie van defecatie varieert van 2-3 keer per dag tot 1-2 keer per week.
Slide 27 - Slide
Consistentie
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Open question
Samenstelling van def
Normale ontlasting bestaat uit water, slijm en zouten, bilirubine, vezels, darmbacteriën en afgestoten darmslijmvliescellen. Soms zijn deels onverteerde voedselresten zichtbaar.
Slide 33 - Slide
Voedingstoestand
Het lichaamsgewicht blijft ongeveer gelijk wanneer de inname van voedingsstoffen gelijk is aan het verbruik. Onbedoeld afvallen kan wijzen op (het ontstaan van) ondervoeding.
Overgewicht is een gewicht dat hoger is dan het gemiddelde bij een bepaalde lichaamslengte. De voedingstoestand wordt vaak uitgedrukt in de BMI (Body Mass Index). De BMI wordt uitgerekend op basis van lengte en lichaamsgewicht.