- Je weet wat de bedoeling is van schrijfopdracht 1 'het sprookje'.
- Je weet waar je op wordt beoordeeld bij het geschreven sprookje.
Slide 3 - Slide
Aandachtspunten zinsdelen
Slide 4 - Slide
Overige zinsdelen
Alle zinsdelen die we overhouden noemen we bijwoordelijke bepalingen (oftewel de prullenbak).
Deze zinsdelen geven extra informatie. Vaak een plek of tijd.
Er kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin staan.
Slide 5 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Vaak te beantwoorden met één (of meerdere) van de volgende vragen:
waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.
- Ook woorden als: niet, ook, vaak, weinig, altijd, nooit (wanneer ze alleen staan).
Slide 6 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Gisteren zouden wij op het IJsselmeer gaan zeilen.
Bij die leraar mag je soms snoepen.
Waarom hebben jullie dat niet aan mij gegeven?
Slide 7 - Slide
Aandachtspunten sprookje
- Titel
(onderwerp aankondigen, nieuwsgierig maken).
- Inleiding
(verhaal opstarten, waar ben je, met wie ben je?)
- Middenstuk
(hier gebeurt alle actie en al het avontuur)
- Slot
(let op een open einde).
Slide 8 - Slide
Aandachtspunten sprookje
- Het originele sprookje moet ik kunnen herkennen.
- Je hebt je eigen draai aan het sprookje gegeven door delen van het sprookje te veranderen / vernieuwen.
- Let op hoofdletters en leestekens (.!?:'',)
- Let op de spellingregels (meervoud, verkleinwoorden, werkwoorden)
Slide 9 - Slide
Aandachtspunten sprookje
- Let op lopende zinnen (houd de zinnen kort).
- Aantal woorden minimaal 300 - maximaal 600.
- Let op met op tijd inleveren (per Nederlands les te laat = -1.00 punt van je cijfer).
Slide 10 - Slide
Aandachtspunten sprookje
- Schrijf je eigen verhaal, dus neem geen delen van verhalen over van bijvoorbeeld het internet.
- Dit noemen we plagiaat (letterlijk overnemen van iemand anders zijn werk).
- Gebeurt dit wel --> Opnieuw schrijven (je bent dan te laat met het op tijd inleveren van de juiste tekst, dus ook daar geldt -1.00 per Nederlands les)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Huiswerk voor donderdag 4 februari:
Hoofdstuk 4 grammatica:
Onderdeel 4.3: deel 2 + voortgangstoets
Huiswerk voor vrijdag 5 februari:
Inleveren sprookje (via ELO --> Opdrachten)
Let op je krijgt hier een cijfer voor!
Slide 13 - Slide
Raadsel
Ik zit niet in een eeuw, wel in een jaar. Niet in een seizoen, wel in een maand. Niet in een week, maar wel in een dag. Wat ben ik?
Slide 14 - Slide
Raadsel
Een jongen wordt de operatiekamer ingebracht. De chirurg zegt: Hem kan ik niet opereren, hij is mijn zoon. Toch is de chirurg niet zijn vader. Rara, hoe kan dat?