This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands
1C
Slide 1 - Slide
Planning
- Leerdoelen
- Uitleg: Aandachtspunten schrijfvaardigheid
- Uitleg: kenmerken van een sprookje
- Uitleg: schrijfopdracht 1
- Aan de slag
- Herhaling: zinsdelen (indien er genoeg tijd is).
- Afronden
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- Je weet de algemene aandachtspunten van het schrijven van een tekst.
- Je weet de kenmerken van een sprookje.
- Je weet wat de bedoeling is van schrijfopdracht 1.
Slide 3 - Slide
Wat zijn de aandachtspunten wanneer je een tekst gaat schrijven?
Slide 4 - Mind map
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
- Titel
= Onderwerp aankondigen (Sneeuwwitje, Pinokkio).
= Nieuwsgierig maken.
- Inleiding
= Opstarten van het verhaal.
Slide 5 - Slide
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
Kern, middenstuk:
De actie / gebeurtenissen. Uitgebreid verhaal wat er allemaal gebeurt.
Slot:
Het afsluiten van de tekst. Mooi einde, verdrietig einde, spannend einde (=cliffhanger).
Slide 6 - Slide
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
Layout
= hoe de tekst eruitziet, het 'uiterlijk' van de tekst.
Titel
= groter en opvallender gedrukt.
Hoofletters
= aan het begin van elke zin, bij namen van mensen, plaatsen, gebouwen, etc.
Slide 7 - Slide
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
Leestekens:
= Aan het eind van elke zin meestal een punt (of uitroepteken of vraagteken). Let op: 1 uitroepteken of vraagteken per zin is genoeg.
Dus: Kijk uit!
En niet: Kijk uit!!!!!!!
Slide 8 - Slide
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
Slide 9 - Slide
Aandachtspunten schrijfvaardigheid
Houd zinnen kort, maar krachtig.
We besloten om te gaan wandelen in het bos maar toen waren we verdwaald en gingen we de weg terug naar huis zoeken maar onze telefoons werkten niet meer en toen werden we bang want we konden niemand om hulp vragen.
We besloten om te gaan wandelen in het bos, maar na een tijdje waren we verdwaald. We probeerden de weg terug naar huis te zoeken maar onze telefoons werkten niet meer. Toen werden we bang, want we konden niemand om hulp vragen.
Slide 10 - Slide
Kenmerken van een sprookje
Slide 11 - Mind map
Kenmerken van een sprookje
- Verzonnen verhalen --> Je mag je fantasie dus gebruiken, alles is mogelijk!
- Allerlei soorten personen: prinsessen, koningen, feeën, heksen, kabouters. Alles is mogelijk.
- Vaak een duidelijk verschil tussen goed en kwaad (dus de goederiken en slechteriken).
- Gaan vaak op avontuur / op reis.
Slide 12 - Slide
Kenmerken van een sprookje
- Taalgebruik is eenvoudig en voor iedereen te begrijpen.
- De 'tijd' (dus wanneer het verhaal zich afspeelt) is niet belangrijk.
- Daardoor beginnen sprookjes vaak met 'Er was eens...'
Slide 13 - Slide
Schrijfopdracht 1
- Schrijf een nieuwe versie van een bestaand sprookje.
--> Zo is Doornroosje niet degene die gered moet worden, maar de prins.
--> Zo groeit niet Rapunzel haar haar, maar groeit haar hele lichaam.
--> Zo kan de kleine zeemeermin niet meer zien in plaats van niet meer praten.
Slide 14 - Slide
Schrijfopdracht 1
Je kiest uit één van de volgende sprookjes:
1. Roodkapje
2. Hans en Grietje
3. Sneeuwwitje
4. Klein Duimpje
5. Assepoester
6. Pinokkio
Slide 15 - Slide
Schrijfopdracht 1
Je vernieuwde sprookje bestaat uit:
- Een titel
- Een inleiding, middenstuk en slot.
- Minimaal 200 woorden - maximaal 300 woorden.
- Het verhaal is creatief en origineel (je bedenkt dus nieuwe onderdelen of verandert onderdelen).
- Het originele sprookje moet te herkennen zijn.
Slide 16 - Slide
Schrijfopdracht 1
- Het is een lopend verhaal (hele zinnen, die ervoor zorgen dat de lezer het verhaal duidelijk kan volgen).
- Je gebruikt de geleerde spellingsregels (werkwoordspelling, meervoudsvormen).
- Je gebruikt leestekens en hoofdletters.
Slide 17 - Slide
Wat zou er worden meegenomen binnen het beoordelen van dit sprookje?