Thema 9 Grondstoffen Blok 1 Energie en grondstoffen

M&M
Leerwerkboek 9
Grondstoffen
1 / 51
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

M&M
Leerwerkboek 9
Grondstoffen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

1. Je kan uitleggen wat een grondstof is

2. Je kan uitleggen wat fossiele brandstoffen zijn 

3. Je weet dat hout, turf en steenkool fossiele brandstoffen zijn

Lesplanning 4 februari 

1. Klassikale uitleg

2. Werken op eigen niveau

3. Terugblik leerdoelen 

Slide 2 - Slide

Energie en grondstoffen van vroeger naar nu
prehistorie                                          2025

Slide 3 - Slide

Begrip: Grondstof
Een grondstof is een materiaal uit de natuur dat wordt gebruikt om producten te maken, zoals: 
- Hout voor meubels
- Ijzer voor auto's
- Katoen voor kleding 

Grondstoffen kunnen uit de aarde komen, zoals metalen en olie, of van planten en dieren, zoals hout en wol.

Slide 4 - Slide

Begrip: Energie
Energie is de kracht die nodig is om dingen te laten werken of bewegen. 
- Voedsel
- Benzine
- Elektriciteit 

 Je gebruikt energie om te fietsen, een lamp te laten branden of je telefoon op te laden. Wij zetten meestal energie om in elektriciteit, omdat we voor heel veel dingen in ons dagelijks leven elektriciteit nodig hebben. 

Slide 5 - Slide

1. Hout 
Voor lange tijd: hout is de belangrijkste bron van energie
- koken
- verwarmen 
- ijzer maken (ijzererts smelten, veel hout nodig: bomen kappen) 

Slide 6 - Slide

2. Turf 
Vanaf ME: mensen gebruiken ook turf als brandstof

Turf = gedroogd veen 
Veen: komt uit moerassen = plantenresten onder water, stapelen zich op: dikke laag 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is de oorzaak dat turf vanaf de Middeleeuwen werd gebruikt?
A
Er waren teveel bossen gekapt
B
Het was makkelijker
C
Het was goedkoper

Slide 9 - Quiz

3. Steenkool
Veenlagen: worden bedekt met zand en klei

Door gewicht van het zand/klei verandert de plantenmassa in steenkool 

Slide 10 - Slide

Fossiele brandstof 
Brandstof die lang geleden is gemaakt uit planten/dierenresten
VB: turf + steenkool  + aardolie + aardgas 

Slide 11 - Slide

In wat voor landschap ontstaat veen?
A
boslandschap
B
moeraslandschap
C
landschap aan zee
D
berglandschap

Slide 12 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van fossiele brandstoffen?
A
Hout, veen en hooi
B
zonnebloemolie en houtskool
C
dieren en planten
D
steenkool, aardolie en aardgas

Slide 13 - Quiz

Aan de slag! 
Alle niveaus: lees blz. 11
Gebruik blz. 10-12
1. GROEN: 1AB, 3, 4AB
2. GEEL: 3, 4
3. BLAUW: 2, 3, 4  

Tijd? 10 minuten 
Klaar? Lezen in leesboek óf alvast lezen blz. 12 

Slide 14 - Slide

Terugblik leerdoelen 
1. Je kan uitleggen wat een grondstof is

2. Je kan uitleggen wat fossiele brandstoffen zijn 

3. Je weet dat hout, turf en steenkool fossiele brandstoffen zijn

Slide 15 - Slide

Leerdoelen

1. Je weet dat het winnen van turf in Nederland begon in het westen en uiteindelijk naar het noorden + oosten van het land verplaatse 


Lesplanning 5 februari 

1. Terugblik thema grondstof, hout/turf/steenkool

2. Samen lezen tekst 'Veengebieden' blz. 12

3. Samen maken opdr. 5 

4. Terugblik leerdoelen 

Slide 16 - Slide

Leerdoelen

1. Je leert de betekenis van de begrippen 'huisnijverheid' + 'vestigingsplaatsfactor'

2. Je kent de oorzaken van de industriële revolutie 

Lesplanning 6 februari 

1. Terugblik vorige les 

2. Klassikale uitleg 

3. Werken op eigen niveau

4. Terugblik leerdoelen 

Slide 17 - Slide

Wat zijn geen fossiele brandstoffen?
A
Aardolie en steenkool
B
Steenkool en waterkracht
C
Aardgas en zonne-energie
D
Zonne-energie en waterkracht

Slide 18 - Quiz

Stoommachines
  • Tot de 18e eeuw veel huisnijverheid naast de landbouw: thuis spullen maken om te verkopen, bijv. kleding 
  • Oorzaak: bevolkingsgroei
  • Gevolg: ontstaan nieuwe spin- en weefmachines: werken sneller dan de mens!

Slide 19 - Slide

Eerste fabrieken
  • Machines worden geplaatst in werkplaatsen vlakbij rivieren: waterkracht levert energie om machine te laten werken
  • Vestigingsplaatsfactor: reden voor een bedrijf om zich op een bepaalde plek te vestigen 
  • 1760: eerste fabrieken ontstaan in Engeland 

Slide 20 - Slide

Ontstaan stoommachine 

Stoommachine: grote ketel met kokend water, waardoor stoom ontstaat 

Stoomkracht brengt dingen in beweging! 

Slide 21 - Slide

Industriële Revolutie 
Periode waarbij de manier van produceren erg veranderde: producten werden niet langer met de hand gemaakt, maar met machines in fabrieken

Slide 22 - Slide

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
spinnenwiel

Slide 23 - Quiz

Aan de slag! 
Alle niveaus: lees blz. 14-15
Gebruik blz. 14-16
1. GROEN: 6-7, 8D
2. GEEL: 6-7-8
3. BLAUW: 6-7-8  

Tijd? 10 minuten 
Klaar? Lezen in leesboek óf alvast lezen blz. 17 

Slide 24 - Slide

Terugblik leerdoelen 
1. Je leert de betekenis van de begrippen 'huisnijverheid' + 'vestigingsplaatsfactor'

2. Je kent de oorzaken van de industriële revolutie 

Slide 25 - Slide

Leerdoelen

1. Je leert dat de Industriële Revolutie zich verspreidde vanaf Engeland naar de rest van Europa

2. Je leert hoe Europese landen koloniën gebruikten voor grondstoffen en een grotere afzetmarkt 

Lesplanning 10 februari 

1. Terugblik vorige les 

2. Klassikale uitleg 

3. Werken op eigen niveau

4. Terugblik leerdoelen 

Slide 26 - Slide

Verspreiding van de I.R. 

1830 vanuit Engeland: Industriële Revolutie verspreidde zich over de rest van Europa  -> Duitse Ruhrgebied, Nederland 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Modern Imperialisme 
  • Landen hebben koloniën in andere delen van de wereld
  • Gebruiken deze voor grondstoffen (rubber, katoen)
  • Europese landen gebruikten de koloniën voor grondstoffen en als afzetmarkt: willen hun producten daar verkopen 
  • Modern Imperialisme: streven van Euorpese landen in de 19e + 20ste eeuw om hun land met koloniën uit te breiden

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Engeland en de rest van de wereld
  • Engeland had al sinds de 18e eeuw koloniën
  • Industriële revolutie deed vraag naar grondstoffen groeien
  • Vanuit Engeland verspreidde de IR zich over Europa. Overal in Europa ontstonden industriegebieden.
  • Ook andere Europese landen wilden koloniën om grondstoffen te halen en om te gebruiken als afzetgebieden > dit heet modern imperialisme
We lezen: Engeland en de rest van de wereld op blz 17) 

Slide 32 - Slide

Op naar Congo!

Slide 33 - Slide

Congo: arm land met met rijkdom aan grondstoffen
  • Land in Afrika 
  • Congo was een kolonie van België
  • Grondstoffen : goud, zilver, kopen, diamanten, kobalt en coltan. 
  • Congo is een arm land
We lezen: Congo, arm land met rijkdom aan grondstoffen op blz 20

Slide 34 - Slide

Sleep de grondstoffen Coltan (bovenste) en Kobalt (onderste) van het mobieltje naar de juiste plek in kaart.
Wat zit er allemaal in jouw mobieltje?

Slide 35 - Drag question

Slide 36 - Video

Welke producten worden van deze grondstoffen gemaakt?

Slide 37 - Slide

Aan de slag! 
Hoe blijf je 'op schema?'
Lezen:  ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
Maken: opdracht 9b, 10, 11, 12, 13.   
Kies en maak menukaart A of B
timer
15:00

Slide 38 - Slide

Les 3:  Blok 1 Energie en grondstoffen
We kijken: De IJzeren Eeuw

Lezen: ‘Industrie in Nederland', ‘Nieuwe grondstoffen’. p. 22 & 24

Maken: opdracht 18 t/m 22 +A




Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Aan de slag! 
 Rond blok 1 af, kijk je werk na.
Leer de begrippen
Maak de samenvattingsopdracht.



 

opdracht 20, 21 en keuze: 22.



Keuze: 

Maak keuzemenu A of B. 
timer
15:00

Slide 41 - Slide

Een dag zonder stroom
Wat hebben verlichting, verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken?
Ze doen het niet zonder stroom! 

Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stilstaat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is.

Vraag 1: Wat zou jij doen op een dag zonder stroom?


Slide 42 - Slide

Koeien energie
Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact?
Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt?
Dat gaan jullie nu uitzoeken.

Vraag 2:  Welke bewegingen van de koe worden omgezet in energie?

Slide 43 - Slide

Energie uit fossiele brandstof
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.

Vraag 3: Hoe lang kunnen we met fossiele brandsof doorgaan? 

Fossiele brandstoffen hebben als nadeel dat ze op kunnen raken.

Vraag 4: Is kernenergie wel zo'n goed alternatief.


Slide 44 - Slide

Energie uit duurzame bronnen
De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie.
Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen.
Schone bronnen die niet opraken.

Vraag 5: Rijden treinen in Nederland al op groene stroom?


Slide 45 - Slide

Bespaartips
Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. Het is simpel energie kunt besparen. Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.

Vraag 6:  Wat vind je van de tips van Melvin?  

Vraag 7: Geef zelf ook nog één tip.


This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 46 - Slide

Nederland en Frankrijk
In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.

Vraag 8:  Wat is een voordeel en een nadeel van het gebruik van aardgas als energiebron?


Slide 47 - Slide

Energie transport
Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen.
De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde.  In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen.  Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.

Vraag 9:  Heb je bij jou in de buurt ook een transformatorhuisje? Waaraan herken je dat?


Slide 48 - Slide

Energy-case: Brazilië
In Nederland gaan we steeds meer duurzame energie gebruiken, in Brazilië doen ze dat al jaren.  Maar er is in Brazilië de laatste jaren wel veel veranderd op het gebied van energieverbruik en energieproductie. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners van het gebied. 

Vraag 10:  Waarom zijn de bewoners tegen het kappen van de bomen?


Slide 49 - Slide

Samenvatting 
Wat is energie?  Energie is een reactie op verbranding.
Waarom gebruiken we energie? Om te kunnen leven en om het leven gemakkelijker te maken.
Waar hebben we energie voor nodig? Om machines en electrische apparaten te kunnen laten werken. Eten om zelf te kunnen functioneren.

Wat zijn grondstoffen?  Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. 
Waarom gebruiken we grondstoffen? Om producten van te maken of op te eten.
Waarvoor hebben we grondstoffen nodig? Zonder grondstoffen zijn er geen producten en ook geen spullen of eten.

Slide 50 - Slide

Klaar?
- vraag aan je docent om het antwoorden formulier
- daarna krijg je de vraag voor je eindopdracht

Slide 51 - Slide