BO Les 1: Introductie werkvelden en doelgroepen

Welkom!
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie ben jij?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Beroepsoriëntatie
Les 1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. AWR 
  2. Verwachtingen
  3. Lesdoelen
  4. Energizer
  5. Opbouw van het vak
  6. Uitleg eindopdracht
  7. Aan de slag
  8. Theoretische gedeelte
  9. Aan de slag
  10. Afsluiting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verwachtingen 
  • Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas
  • Toilet? Eerst vragen
  • Telefoon weg stoppen
  • Leermiddelen in orde
  • Beroepshouding correct
  • Feedback over de lessen is altijd welkom
--> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...

Slide 6 - Slide

This item has no instructions



Welke verwachtingen hebben jullie van mij als jullie docent?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les


  • Kan ik de opbouw van de module benoemen en wat er van mij wordt verwacht
  • Kan ik de werkvelden binnen de maatschappelijke zorg benoemen
  • Kan ik mijn rol binnen de verschillende werkvelden van de maatschappelijke zorg benoemen
  • Kan ik de verschillende doelgroepen in de maatschappelijke zorg benoemen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van de module
In deze module ga je aan de slag met de verschillende doelgroepen en onderzoeken waar je jezelf ziet stagelopen en werken. Hierbij gaan we ook kijken naar de manier waarbij we in de maatschappelijke zorg werken en naar de eerste onderdelen van communicatie.




PowerPoints, opdrachten etc zijn terug te vinden in Itslearning!


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leeractiviteiten
Er zijn meerdere leeractiviteiten (opdrachtvormen) waar wij gedurende deze module mee aan de slag gaan.  Door de leeractiviteiten in te zetten zorgen wij ervoor dat jullie de lesdoelen behalen! We gaan in groepjes werken, presentatie maken, opdrachten van boom maken, verslag schrijven en nog veel meer.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht
  • Eindopdracht: filmpje (tweetallen) + individuele reflectieverslag
  • Deadline: dinsdag 12 november 23:59u
  • Inleveren: Itslearning 





 Side note: de docent maakt de tweetallen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht 1/3

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht 2/3

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht 3/3

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
  1. Maak een groepje van 4 studenten
  2. Zoek informatie over 'beroepsoriëntatie'
  3. Je krijgt 15 minuten de tijd
  4. Schrijf een samenvatting/ mindmap over wat beroepsoriëntatie inhoudt
  5. Presenteer je samenvatting
timer
15:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Presentatie
Jullie krijgen per groep 5 min de tijd om de samenvatting te presenteren. Wat heb je gevonden over beroepsoriëntatie?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 


  • Hoe verliep de samenwerking?
  • Heb je het gewenste resultaat behaald?
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Werkvelden maatschappelijke begeleider
De onderstaande werkvelden en de daarbij behorende doelgroepen gaan we bespreken bij BO:
  • Gehandicaptenzorg
  • Geestelijke gezondsheidszorg
  • Jeugdzorg
  • Ouderenzorg
  • Verslavingszorg
  • Maatschappelijke opvang
  • Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT)
  • Justitiële inrichtingen
  • Asielzoekerscentrum

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw rol als mz'er?
Als persoonlijke begeleider werk je met cliënten die zich door omstandigheden moeilijk zelfstandig staande kunnen houden in de maatschappij. De verschillende functies die jij als MZ'er kan uitvoeren zijn: Ambulant begeleider, Woonbegeleider, Medewerker dagbesteding, Jobcoach en Thuiszorgmedewerker.

  • Sommige cliënten hebben langdurige ondersteuning nodig, anderen begeleid je tijdelijk totdat ze zelf de regie over hun leven kunnen voeren.
  • Je begeleidt mensen bij hun persoonlijk en sociaal maatschappelijk functioneren.
  • Je werkt aan het herstel, het behoud of  de ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de cliënt. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Kerntaken
Als professional wordt van je verwacht:
  • Dat je in staat bent zelfstandig je werk in te delen en dat je verantwoordelijkheid neemt voor het resultaat.
  • Je zorgt ervoor dat de cliënt die je begeleidt, zich goed voelen.
  • Je biedt begeleiding bij zaken zoals persoonlijke verzorging, vrije tijd, dagbesteding, wonen of werk.
  • Je zorgt bijvoorbeeld voor activiteiten op het gebied van sport en ontspanning en voor een gezellige en rustige leefomgeving. 
  • Je begeleidt mensen bij zelfstandig wonen, het huishouden en bij activiteiten. 
  • Jij coördineert de begeleiding en onderhoudt de contacten met de familie. 

Bij al deze taken heb je oog voor het sociaal netwerk van de cliënt, help je de cliënt zijn netwerk te onderhouden en verstevigen, en wijs je de cliënt op de verschillende vormen van sociale ondersteuning die beschikbaar zijn.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ondersteuningsvormen op een rij
  • Ambulante zorg
  • Intramurale zorg
  • Residentiële zorg
  • Semimurale zorg
  • Transmurale zorg

Weet jij al wat dit inhoud?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ondersteuningsvormen uitgelegd 1/2
  • Ambulante zorg: ambulante zorg wordt ook wel extramurale zorg genoemd. Het is zorg die buiten de muren van een instelling wordt verleend (b.v. thuiszorg)

  • Intramurale zorg: intramurale zorg wordt ook klinische zorg genoemd. Het gaat om vormen van zorg die binnen de muren van een instelling gegeven worden (b.v. verzorgingstehuis).

  • Residentiële zorg:  residentiële zorg valt onder intramurale zorg. Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven. De term residentiële zorg wordt vooral gebruikt binnen de jeugdzorg. 


Slide 23 - Slide

Ambulante zorg wordt ook wel extramurale zorg genoemd. Het is zorg die buiten de muren van een instelling wordt verleend. De cliënt woont vaak zelfstandig en gaat voor een vorm van zorg naar een specialist of ontvangt thuis de ondersteuning die nodig is. De cliënt hoeft hiervoor niet te overnachten in een instelling. Je kunt hierbij denken aan een afspraak bij een arts, psychologische hulp of de thuiszorg.

Het voordeel van ambulante zorg is dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen als ze hulp nodig hebben. Dit is zowel voor de cliënt als zorginstellingen fijn. Wachttijden voor zorginstellingen waar mensen volledig verblijven worden hierdoor korter.

Intramurale zorg wordt ook klinische zorg genoemd. Het gaat om vormen van zorg die binnen de muren van een instelling gegeven worden. Mensen worden opgenomen in een instelling en verblijven hier meerdere dagen omdat ze niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Je zou hierbij kunnen denken aan een ggz-instelling, een instelling voor cliënten met een verstandelijke beperking of een ziekenhuis.

Bij intramurale zorg is er meer kans op wachtlijsten omdat zorginstellingen eerst plek moeten hebben om mensen te kunnen laten verblijven.

Residentiële zorg valt onder intramurale zorg. Ook hier gaat het om zorg die binnen de muren van een instelling wordt gegeven. De term residentiële zorg wordt vooral gebruikt binnen de jeugdzorg. Binnen residentiële jeugdzorg verblijven kinderen tot achttien jaar die niet thuis kunnen blijven wonen. Zij wonen (tijdelijk) in een instelling. Voorbeelden hiervan zijn een woongroep voor jongeren met een verstandelijke beperking, het volgen van kamertraining of een justitiële jeugdinrichting.
Ondersteuningsvormen uitgelegd 2/2

  • Semimurale zorg: semimurale zorg zit tussen extramurale en intramurale zorg in. Bij semimurale zorg heeft een cliënt meer zorg nodig dan bij extramurale zorg maar een volledig verblijf in een instelling is niet nodig (b.v. beschermd wonen). 

  • Transmurale zorg: transmurale zorg wordt ook ketenzorg genoemd. Transmurale zorg is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners (b.v. huisarts, apotheker, verpleegkundige)


Slide 24 - Slide

Semimurale zorg zit tussen extramurale en intramurale zorg in. Bij semimurale zorg heeft een cliënt meer zorg nodig dan bij extramurale zorg maar een volledig verblijf in een instelling is niet nodig. Een voorbeeld van semimurale zorg is beschermd wonen. Cliënten wonen hier zo zelfstandig mogelijk en krijgen zorg waar ze dat nodig hebben.

Transmurale zorg wordt ook ketenzorg genoemd. Transmurale zorg is zorg die wordt aangeboden door verschillende zorgverleners. Hierbij is er een combinatie van intramurale en extramurale zorg. Verschillende zorgverleners maken samen afspraken zodat ze samen de verantwoordelijkheid nemen voor de zorg van de cliënt. Zo kan een medisch specialist uit het ziekenhuis samenwerken met de huisarts, verpleegkundigen en verzorgenden vanuit thuiszorg.
Aan de slag met boom verwerkingsopdrachten!
We lezen gezamenlijk uit het boek: professional maatschappelijke zorg, 
Thema 2 Werken in de maatschappelijke zorg:

2.1 Organisatievormen en maak in tweetallen verwerkingsopdracht 4 organisaties. 
Trek lijnen om de beschrijving bij de juiste organisatievorm te plaatsen.

2.3 Verschillende taken en functies 

Met elkaar bespreken we de opdracht na!
timer
30:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check


  • Ik kan de opbouw van de module benoemen en wat er van mij wordt verwacht
  • Ik kan de werkvelden binnen de maatschappelijke zorg benoemen
  • Ik kan mijn rol binnen de verschillende werkvelden van de maatschappelijke zorg benoemen
  • Ik kan de verschillende doelgroepen in de maatschappelijke zorg benoemen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Deel 2

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. AWR 
2. Verwachtingen
3. Lesdoelen
4. Terugblik 
5. Theoretische gedeelte
6. Leeractiviteiten
7. Afsluiting

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verwachtingen 
  • Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas
  • Toilet? Eerst vragen
  • Telefoon weg stoppen
  • Leermiddelen in orde 
  • Beroepshouding correct
  • Feedback over de lessen is altijd welkom
--> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

  • weet jij wat de opbouw is van de module en weet jij wat er van jouw wordt verwacht.  
  • kan jij benoemen welke werkvelden er zijn binnen de maatschappelijke zorg
  • kan jij benoemen wat jouw rol is binnen de verschillende werkvelden in de maatschappelijke zorg.
  • kan jij benoemen wat de verschillende doelgroepen zijn in de maatschappelijke zorg.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Terugblikken om vooruit te kunnen kijken ;) 
  • Wat is je bijgebleven van de vorige les? 
  • Heb je nog vragen? 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

MZ'ers zijn onder andere werkzaam in....
A
Gehandicaptenzorg, thuiszorg en asielzoekerscentra.
B
Geestelijke gezondheidszorg & horeca.
C
Thuiszorg, catering en op festivals.
D
Gehandicaptenzorg, architectuur en geestelijke gezondheidszorg

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Als persoonlijke begeleider werk je met cliënten die zich door omstandigheden moeilijk zelfstandig staande kunnen houden in de maatschappij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Doelgroepen
Je hebt te maken met verschillende doelgroepen, sommige cliënten die je begeleidt wonen in een instelling en hebben langdurige ondersteuning nodig. Andere cliënten gaan naar de dagopvang en hebben tijdelijk een steuntje in de rug nodig om hun leven weer op orde te krijgen. Weer andere cliënten wonen thuis en hebben begeleiding nodig bij hun dagelijkse taken en bezigheden.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Individuele opdracht
Tijd
10 min
Wat
1. Zoek vijf doelgroepen waar je als MZ'er mee kan werken.
2. Beschrijf voor elke doelgroep wat hun 'problematiek' is. Dus waarom hebben zij ondersteuning nodig. 
Hulp
Het internet
Uitkomst
Je kunt benoemen welke vijf doelgroepen er onder andere zijn en welke problematiek het meest voorkomt bij deze doelgroepen
timer
10:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Doelgroepen 
De doelgroep waarmee de beroepskracht maatschappelijke zorg werkt is zeer divers. De doelgroep bestaat onder andere uit:

- cliënten van allerlei leeftijden met een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke beperking;
- cliënten van alle leeftijden met een of meerdere (chronische) ziekten en/of problemen, zoals een ouderdomsziekte, psychiatrische ziekte en/of stoornis, een verslaving, dak- of thuisloos zijn, een psychosociaal of gedragsprobleem. De instellingen in de maatschappelijke zorg bieden verschillende typen dienstverlening (ondersteuningsvormen zoals; Ambulante zorgIntramurale zorg, Residentiële zorg, Semimurale zorg, Transmurale zorg.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Netwerk v/d doelgroep
Als MZ'er werk je in een team; contacten opbouwen en onderhouden met mensen binnen en buiten de organisatie is van belang
Je bent gesprekspartner voor de familie en andere naasten.

  • De participatiemaatschappij stimuleert dat ouderen en mensen met problematieken langer thuis blijven wonen. 
  • Begeleiding vindt vaker plaats bij  mensen thuis waarbij je moet samenwerken met zorgpartijen en maatschappelijke organisaties.
  • Je hebt coördinerende taken in het netwerk van andere hulpverleners. Waar nodig schakel je specialistische hulp of mantelzorgers in.
  • Je moet als beroepskracht de kracht van de burger centraal laten staan en de burger zich steeds vaker zelf laat horen en wil meebeslissen.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het als professional belangrijk om het netwerk van je cliënt erbij te betrekken?

Slide 41 - Mind map

This item has no instructions

Vragen over de theorie
Is er nog iets onduidelijk of heb jij vragen over de behandelde theorie?

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met boom verwerkingsopdrachten!
Lees uit het boek: professional maatschappelijke zorg


Thema 2 Werken in de maatschappelijke zorg

Lees 2.2 Ondersteuningsvormen en maak verwerkingsopdracht 3 

timer
15:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Rubric

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Duo's maken
Bedenk voor jezelf welk werkveld met de daarbij behorende doelgroep je graag wil kiezen voor je eindopdracht.

Kijk nog eens naar 2.1 in het boek Professioneel Maatschappelijke Zorg

Keuze gemaakt? 
Zoek een medestudent op met dezelfde interesse en ga in gesprek! Bespreek met elkaar waarom juist die ene doelgroep je aanspreekt en waarom de andere doelgroepen jou niet aanspreekt.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met mindmap
Maak samen met je medestudent een mindmap:

- Benoem het werkveld en noteer belangrijke steekwoorden hierbij.
- Vanuit het werkveld kom je bij een doelgroep uit- schrijf ook hier steek woorden over op.
- Maak een keuze in welke ondersteuningsvorm jullie gaan uitdiepen en noteer hier ook steekwoorden bij.
- Verdiep je in de functie en taken die bij jouw rol horen straks als professional en noteer ook hier steekwoorden van.

Gebruik de theorie uit professional maatschappelijke zorg Thema 2 (2.1, 2.2, en 2,3) of zoek online (noteer wel de bronnen die je hebt gebruikt).

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting deel 2
Lesdoel evalueren:
Aan het einde van de lessen weet jij wat de opbouw is van de module en weet jij wat er van jouw wordt verwacht.
  • Lesdoel behaald?
  • Omschrijf de eindopdracht in eigen woorden.

Aan het einde van de lessen kan jij benoemen wat de verschillende doelgroepen zijn in de maatschappelijke zorg.
  • Wat is een doelgroep?
  • Noem minimaal 3 verschillende doelgroepen waarmee je kan werken.
  • Benoem welke ondersteuningsvormen er allemaal zijn.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 

Slide 51 - Slide

This item has no instructions