2.3 De opkomst van Hitler

2.3 De opkomst van Hitler
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.3 De opkomst van Hitler

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Uitleg
- Opdrachten / eigen verwerking
- Filmpje
- Bronnen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe Duitsland van een democratie naar een dictatuur ging.
- Aan het eind van de les kun je vertellen wat het nationaalsocialisme inhoud

zo: twee waarheden, één leugen

Slide 3 - Slide

Twee waarheden één leugen
Verdrag van Versailles

1. Het Verdrag van Versailles was nadelig voor Duitsland. 
2. In het verdrag van Versailles werd besloten dat Duitsland zijn originele grondbezit mocht houden.
3. In het verdrag van Versailles stond besloten dat Duitsland herstelbetalingen moest voldoen.

Slide 4 - Slide

Twee waarheden één leugen
Verdrag van Versailles

1. Het Verdrag van Versailles was nadelig voor Duitsland. 
2. In het verdrag van Versailles werd besloten dat Duitsland zijn originele grondbezit mocht houden.
3. In het verdrag van Versailles stond besloten dat Duitsland herstelbetalingen moest voldoen.

Slide 5 - Slide

Twee waarheden één leugen
Fascisme

1. Fascisten hielden niet van democratie. 
2. Het fascisme kent het leidersbeginsel. 
3. Hitler was de eerste succesvolle fascist.

Slide 6 - Slide

Twee waarheden één leugen
Fascisme

1. Fascisten hielden niet van democratie. 
2. Het fascisme kent het leidersbeginsel. 
3. Hitler was de eerste succesvolle fascist.

Slide 7 - Slide

Twee waarheden één leugen
de Weimarrepubliek

1. De Weimarrepubliek was een parlementaire democratie. 
2. De Weimarrepubliek werd uitgeroepen door nationalisten. 
3. De economische wereldcrisis van 1929 was uiteindelijk het einde voor de Weimarrepubliek.

Slide 8 - Slide

Twee waarheden één leugen
de Weimarrepubliek

1. De Weimarrepubliek was een parlementaire democratie. 
2. De Weimarrepubliek werd uitgeroepen door nationalisten. 
3. De economische wereldcrisis van 1929 was uiteindelijk het einde voor de Weimarrepubliek.

Slide 9 - Slide

Adolf Hitler
- Ouders overleden
- kunstschilder
- WOI
- 1919 rechts-nationalistische partij
- Bierkellerputsch
- redeneertalent 
- antisemiet

Slide 10 - Slide



- joden hadden schuld
- er moest een nationaal socialisme komen, want de joden ondermijnden het bestaande socialisme
- rassenleer
- lebensraum



- rechts-nationalistisch
- antisemitisch / racistisch
- antidemocratisch
- totalitair
- gewelddadig
- rassenleer en lebensraum
- socialisme voor de natie
- propaganda

Het nationaal socialisme  /  De NationaalSocialistische Duitse ArbeidersPartij

Slide 11 - Slide

Duitsland van democratie naar dictatuur
1) Democratie, de Weimarrepubliek
2) Rijksdagverkiezingen, NSDAP 37% stemmen 
grootste partij
3) Hitler wordt rijkskanselier
4) Rijksdagbrand, waardoor Hitler een 
meerderheid kon krijgen
5) Machtigingswet, Hitler alle macht voor 4 jaar, 
einde democratie, begin dictatuur, Hitler Führer

Slide 12 - Slide

Hitler aan de macht


- Partijleger, SA, bruinhemden
- Elitetroepen SS
- Propaganda en indoctrinatie
- Hitlergroet
- Oorlogsindustrie

Slide 13 - Slide

Eigen verwerking
Verwerk op je eigen manier de stof; maak een samenvatting, of werk in het werkboek, etc.
Je mag overleggen, maar ik moet mezelf verstaanbaar kunnen maken 
Voor hulp kun je je hand opsteken

Je hebt hier tijd voor tot 11.10

Slide 14 - Slide

Filmpje
https://schooltv.nl/video/histoclips-hoe-kwam-hitler-aan-de-macht/#q=hitler%20aan%20de%20macht


Slide 15 - Slide

Kinderboek
Kun je twee kenkerken van
het nazisme herkennen
in deze bron?

Slide 16 - Slide

Schoolboekje basisonderwijs
Kun je twee
kenmerken van het
nationaalsocialisme
herkennen in deze
bron?

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe Duitsland van een democratie naar een dictatuur ging.
- Aan het eind van de les kun je vertellen wat het nationaalsocialisme inhoud

Slide 18 - Slide

Duitsland van democratie naar dictatuur
1) Democratie, de Weimarrepubliek
2) Rijksdagverkiezingen, NSDAP 37% stemmen grootste partij
3) Hitler wordt rijkskanselier
4) Rijksdagbrand, waardoor Hitler een meerderheid kon krijgen
5) Machtigingswet, Hitler alle macht voor 4 jaar, einde democratie, begin dictatuur, Hitler Führer


De NationaalSocialistische Duitse ArbeidersPartij
- rechts-nationalistisch
- antisemitisch / racistisch
- antidemocratisch
-  totalitair
- gewelddadig
-  rassenleer en lebensraum
- socialisme voor de natie

Slide 19 - Slide

Einde
:) 

Slide 20 - Slide

Kenmerken fascisme
1) Nadruk leggen vooral op waar men tegen is (parlementaire democratie, democratische rechten zoals vrijheid van meningsuiting, communisme, socialisme, vreemdelingen)
2) Nationalistisch
3) De ongelijkheid van mensen (bepaalde mensen zijn hoger ontwikkeld, hebben goede ideeën en veel wilskracht, die zijn beter)
4) Het leidersbeginsel, er moet één sterkte leider zijn (persoonsverheerlijking)
5) Totalitair
6) Uitgaan van gevoel, i.p.v. het verstand
7) Verheerlijking geweld
8) "Ondergeschikte" plaats voor vrouw

Slide 21 - Slide

Duitsland van democratie naar dictatuur
1) Democratie, de Weimarrepubliek
2) Rijksdagverkiezingen, NSDAP 37% stemmen grootste partij
3) Hitler wordt rijkskanselier
4) Rijksdagbrand, waardoor Hitler een meerderheid kon krijgen
5) Machtigingswet, Hitler alle macht voor 4 jaar, einde democratie, begin dictatuur, Hitler Führer


De NationaalSocialistische Duitse ArbeidersPartij
- rechts-nationalistisch
- antisemitisch / racistisch
- antidemocratisch
-  totalitair
- gewelddadig
-  rassenleer en lebensraum
- socialisme voor de natie

Slide 22 - Slide