GO2 lesen und bezittelijke vnw

Heute...
  • wiederholen wir mein, dein, sein.....
  • wiederholen wir die Regeln für die Substantive
  • haben wir eine Lesestrategie anhand eines Textes geübt.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heute...
  • wiederholen wir mein, dein, sein.....
  • wiederholen wir die Regeln für die Substantive
  • haben wir eine Lesestrategie anhand eines Textes geübt.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Üben
(Mijn) ______________   Hund (m)  ist groß.
(Onze) _________________  Ponys sind lieb. 
(U) ________________   Auto (o)  ist gestohlen! 

Slide 3 - Slide

Antworten 
(Mijn) ____Mein__________   Hund (m)  ist groß.
(Onze) ____Unsere_____________  Ponys sind lieb. 
(U) __Ihr______________   Auto (o)  ist gestohlen! 



Slide 4 - Slide

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 5 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern.
A
meine
B
dien
C
ihre
D
unsere

Slide 6 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

(Haar) Katze heißt Mies. .
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 7 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (jullie)…...Buch.


A
ihr
B
mein
C
euer
D
eure

Slide 8 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 9 - Quiz

Wie heißt ...............(jouw) Hund?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 10 - Quiz

...............(mijn) Religion ist der Islam.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 11 - Quiz

Da sind..................(onze) Mäuse .
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 12 - Quiz

Wo ist ..............(jullie) Freundin?
A
euer
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 13 - Quiz

leer de bezittelijke voornaamwoorden uitje hoofd 

Slide 14 - Slide

Lesestrategien
Sehr wichtig. Spart Zeit, fördert das Verstehen des Textes und das Finden von Antworten. 

Slide 15 - Slide

Lesestrategien
1. voorspellen en voorkennis gebruiken
2. globaal lezen= vlot lezen om hoofdlijnen te begrijpen
3. gericht lezen = zoeken naar informatie, vaak gaat het om getallen, openingstijden enz. 
4. intensief lezen = een tekst(gedeelte) goed lezen, zodat je de details begrijpt

Slide 16 - Slide

Lesestrategien

  1. Oriënteren en voorspellen (Thema des Textes)
  2. Markeren  (Titel, Bilder, Abschnitte)
  3. Vraag lezen en strategie bepalen
  4. antwoord zoeken


Slide 17 - Slide

Das Kochwunder 
Seite 146 / 147 
 Jeder für sich und still
Fragen? Komm zu mir 
Zeit: 10 Minuten 
Fertig?  Lies den Text über Gummibärchen Seite 149 

Beantworte die Fragen!

Slide 18 - Slide