2.4 Rechtspraak en straffen

3. Vervolging door het OM
1. Seponeren

Niet verder
vervolgen 
2.Transactie 

Voorstel tot
straf 

Boete of 
taakstraf  
4. Vervolgen

Voor de rechter 
3. Strafbe-schikking 

een straf opleggen bij lichte delicten --> op de stoel van de rechter  

Je schuld staat vast 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

3. Vervolging door het OM
1. Seponeren

Niet verder
vervolgen 
2.Transactie 

Voorstel tot
straf 

Boete of 
taakstraf  
4. Vervolgen

Voor de rechter 
3. Strafbe-schikking 

een straf opleggen bij lichte delicten --> op de stoel van de rechter  

Je schuld staat vast 

Slide 1 - Slide

2. Aanhouding

Slide 2 - Slide

 Bevoegdheden van de politie
  • Iemand staande houden > je hebt een identificatieplicht
  • Een bekeuring geven.
  • Fouilleren.
  • arresteren of aanhouden.
  • Verhoren.
  • Vasthouden.

Bij een strafbaar feit maakt de politie altijd een proces-verbaal op. 

Slide 3 - Slide

Rechten van verdachten
  1. Verdacht = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. Onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.

Slide 4 - Slide

Rechten van verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. Vrijgesproken = vrij (behalve als er nieuw bewijs aan het licht komt , zoals DNA en getuigen.  Bijvoorbeeld bij moordzaken) 

Slide 5 - Slide

Dwangmiddelen - met toestemming
  • Binnengaan van een woning
  • Afluisteren
  • Preventief fouilleren - veiligheidsrisicogebied
  • Infiltratie
  • Langer dan 9 uur vasthouden 

Slide 6 - Slide

Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.De politie mag de supporters:

I. een strafbeschikking uitvaardigen.
II. een transactie opleggen.
III. fouilleren.

A
Alleen I is juist
B
I en II zijn juist
C
Alleen III is juist
D
I, II en III zijn juist

Slide 7 - Quiz

Wie behoort tot het Openbaar Ministerie?

I. De officier van justitie.
II. De advocaat.
III. De politie.
IV. De rechter.

A
I, II en III zijn juist
B
I en III zijn juist
C
II, III en IV zijn juist
D
Alleen I is juist

Slide 8 - Quiz

Voor de dader heeft het verschillende gevolgen of een strafbare handeling als misdrijf of als overtreding wordt beschouwd. Welke van de beweringen is of zijn juist?

I. Bij misdrijven zijn de maximumstraffen hoger.
II. Een poging tot een misdrijf is strafbaar, een poging tot een overtreding niet.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 9 - Quiz

Een agent belt bij je aan en zegt: “Ik denk dat er een gestolen fiets in jouw schuur staat. Ik wil graag even in de schuur rondkijken. Geef mij dus maar de sleutel.”

Ben je verplicht hem de sleutel te geven? Motiveer je antwoord.

Slide 10 - Open question

2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen waarom we straffen en wat we daarmee willen bereiken 
  • Je kan uitleggen hoe een rechtszaak verloopt en welke straffen opgelegd kunnen worden
  • Je kan het verschil uitleggen tussen volwassenenstrafrecht, jeugdstrafrecht en adolescentenstrafrecht

Slide 12 - Slide

Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?
Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?

Slide 13 - Slide

Waarom straffen we?
1. Wraak en vergelding
2. Afschrikking
3. Voorkomen van eigenrichting
4. Resocialisatie 
5. Beveiligen van de samenleving

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

2016

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Terechtzitting/rechtszaak 

Slide 18 - Slide

Kantonrechter
Politierechter
Meervoudige kamer
behandelt alle misdrijven waarvoor max 12 maanden straf geëist kan worden
behandelt overtredingen
behandelt ingewikkeldere en zwaardere misdrijven

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Verloop rechtszaak
1. Opening
2. Aanklacht
3. Verhoor/Onderzoek
4. Requisitoir
5. Pleidooi
6. Laatste woord verdachte
7. Vonnis 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Hoger beroep
  • Als de veroordeelde OF de Officier van Justitie het niet eens is met het vonnis kan hij/zij in hoger beroep gaan
Het gerechtshof doet de strafzaak dan helemaal opnieuw
  • Mocht je het dan nog niet eens zijn, kan je in cassatie gaan bij de Hoge Raad
  • Hoge Raad kijkt alleen of het recht goed is toegepast, maar doet niet opnieuw onderzoek 

Slide 24 - Slide

Soorten straffen: hoofdstraffen 

Slide 25 - Slide

1. Vrijheidsstraf 

Slide 26 - Slide

2. Geldboete 

Slide 27 - Slide

3. Taakstraf 

Slide 28 - Slide

Jeugdstrafrecht 
  • 12 tot 18 jaar 
  • Resocialisatie 
  • Kan ook jeugd TBS worden opgelegd  

Slide 29 - Slide

Adolescentenstrafrecht
  • 16 tot 23 jaar 
  • Straffen volgens jeugdrecht of volwassenenstrafrecht 

Slide 30 - Slide

Bijkomende straffen & strafrechtelijke maatregelen 

Slide 31 - Slide

TBS
Tbs (terbeschikkingstelling) is een maatregel om de samenleving te beschermen tegen mensen die misdrijven plegen terwijl ze lijden aan een ernstige stoornis of gebrekkige ontwikkeling.

bron: https://www.rechtspraak.nl/Themas/Tbs

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Huiswerk
Lezen paragraaf 2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49 

Maken van paragraaf 2.4 in je digitale werkboek vraag 3, 4, 5, 8, 9 en 10  

Slide 35 - Slide

Naar een rechtszaak kijken...
  • Wat is de aanklacht?
  •  Wat is het verhaal van de verdachte?
  • Wat is het verhaal van de getuige?
  • Wat wordt benoemd in het requisitoir?
  • Wat wordt benoemd in het pleidooi?
  • Maakt de verdachte gebruik van zijn laatste woord en wat zegt hij?
  • Wat is het vonnis?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video