een straf opleggen bij lichte delicten --> op de stoel van de rechter
Je schuld staat vast
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
3. Vervolging door het OM
1. Seponeren
Niet verder vervolgen
2.Transactie
Voorstel tot straf
Boete of taakstraf
4. Vervolgen
Voor de rechter
3. Strafbe-schikking
een straf opleggen bij lichte delicten --> op de stoel van de rechter
Je schuld staat vast
Slide 1 - Slide
2. Aanhouding
Slide 2 - Slide
Bevoegdheden van de politie
Iemand staande houden > je hebt een identificatieplicht
Een bekeuring geven.
Fouilleren.
arresteren of aanhouden.
Verhoren.
Vasthouden.
Bij een strafbaar feit maakt de politie altijd een proces-verbaal op.
Slide 3 - Slide
Rechten van verdachten
Verdacht = redelijk vermoeden
Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
Recht op advocaat
Recht om te zwijgen
Beperkte tijd vast houden
Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
Onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
Slide 4 - Slide
Rechten van verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. Vrijgesproken = vrij (behalve als er nieuw bewijs aan het licht komt , zoals DNA en getuigen. Bijvoorbeeld bij moordzaken)
Slide 5 - Slide
Dwangmiddelen - met toestemming
Binnengaan van een woning
Afluisteren
Preventief fouilleren - veiligheidsrisicogebied
Infiltratie
Langer dan 9 uur vasthouden
Slide 6 - Slide
Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.De politie mag de supporters:
I. een strafbeschikking uitvaardigen. II. een transactie opleggen. III. fouilleren.
A
Alleen I is juist
B
I en II zijn juist
C
Alleen III is juist
D
I, II en III zijn juist
Slide 7 - Quiz
Wie behoort tot het Openbaar Ministerie?
I. De officier van justitie. II. De advocaat. III. De politie. IV. De rechter.
A
I, II en III zijn juist
B
I en III zijn juist
C
II, III en IV zijn juist
D
Alleen I is juist
Slide 8 - Quiz
Voor de dader heeft het verschillende gevolgen of een strafbare handeling als misdrijf of als overtreding wordt beschouwd. Welke van de beweringen is of zijn juist?
I. Bij misdrijven zijn de maximumstraffen hoger. II. Een poging tot een misdrijf is strafbaar, een poging tot een overtreding niet.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist
Slide 9 - Quiz
Een agent belt bij je aan en zegt: “Ik denk dat er een gestolen fiets in jouw schuur staat. Ik wil graag even in de schuur rondkijken. Geef mij dus maar de sleutel.”
Ben je verplicht hem de sleutel te geven? Motiveer je antwoord.
Slide 10 - Open question
2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49
Slide 11 - Slide
Leerdoelen
Je kan uitleggen waarom we straffen en wat we daarmee willen bereiken
Je kan uitleggen hoe een rechtszaak verloopt en welke straffen opgelegd kunnen worden
Je kan het verschil uitleggen tussen volwassenenstrafrecht, jeugdstrafrecht en adolescentenstrafrecht
Slide 12 - Slide
Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?
Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?
Slide 13 - Slide
Waarom straffen we?
1. Wraak en vergelding
2. Afschrikking
3. Voorkomen van eigenrichting
4. Resocialisatie
5. Beveiligen van de samenleving
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
2016
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Terechtzitting/rechtszaak
Slide 18 - Slide
Kantonrechter
Politierechter
Meervoudige kamer
behandelt alle misdrijven waarvoor max 12 maanden straf geëist kan worden
behandelt overtredingen
behandelt ingewikkeldere en zwaardere misdrijven
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Verloop rechtszaak
1. Opening
2. Aanklacht
3. Verhoor/Onderzoek
4. Requisitoir
5. Pleidooi
6. Laatste woord verdachte
7. Vonnis
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Slide
Hoger beroep
Als de veroordeelde OF de Officier van Justitie het niet eens is met het vonnis kan hij/zij in hoger beroep gaan
Het gerechtshof doet de strafzaak dan helemaal opnieuw
Mocht je het dan nog niet eens zijn, kan je in cassatie gaan bij de Hoge Raad
Hoge Raad kijkt alleen of het recht goed is toegepast, maar doet niet opnieuw onderzoek
Slide 24 - Slide
Soorten straffen: hoofdstraffen
Slide 25 - Slide
1. Vrijheidsstraf
Slide 26 - Slide
2. Geldboete
Slide 27 - Slide
3. Taakstraf
Slide 28 - Slide
Jeugdstrafrecht
12 tot 18 jaar
Resocialisatie
Kan ook jeugd TBS worden opgelegd
Slide 29 - Slide
Adolescentenstrafrecht
16 tot 23 jaar
Straffen volgens jeugdrecht of volwassenenstrafrecht
Tbs (terbeschikkingstelling) is een maatregel om de samenleving te beschermen tegen mensen die misdrijven plegen terwijl ze lijden aan een ernstige stoornis of gebrekkige ontwikkeling.
bron: https://www.rechtspraak.nl/Themas/Tbs
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Slide 34 - Slide
Huiswerk
Lezen paragraaf 2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49
Maken van paragraaf 2.4 in je digitale werkboek vraag 3, 4, 5, 8, 9 en 10
Slide 35 - Slide
Naar een rechtszaak kijken...
Wat is de aanklacht?
Wat is het verhaal van de verdachte?
Wat is het verhaal van de getuige?
Wat wordt benoemd in het requisitoir?
Wat wordt benoemd in het pleidooi?
Maakt de verdachte gebruik van zijn laatste woord en wat zegt hij?