2.4 Rechtspraak en straffen

Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.De politie mag de supporters:

I. een strafbeschikking uitvaardigen.
II. een transactie opleggen.
III. fouilleren.

A
Alleen I is juist
B
I en II zijn juist
C
Alleen III is juist
D
I, II en III zijn juist
1 / 36
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Na voetbalrellen neemt de politie tien supporters mee naar het bureau. Ze worden verdacht van geweldpleging en vernieling.De politie mag de supporters:

I. een strafbeschikking uitvaardigen.
II. een transactie opleggen.
III. fouilleren.

A
Alleen I is juist
B
I en II zijn juist
C
Alleen III is juist
D
I, II en III zijn juist

Slide 1 - Quiz

Wie behoort tot het Openbaar Ministerie?

I. De officier van justitie.
II. De advocaat.
III. De politie.
IV. De rechter.

A
I, II en III zijn juist
B
I en III zijn juist
C
II, III en IV zijn juist
D
Alleen I is juist

Slide 2 - Quiz

Voor de dader heeft het verschillende gevolgen of een strafbare handeling als misdrijf of als overtreding wordt beschouwd. Welke van de beweringen is of zijn juist?

I. Bij misdrijven zijn de maximumstraffen hoger.
II. Een poging tot een misdrijf is strafbaar, een poging tot een overtreding niet.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 3 - Quiz

Een agent belt bij je aan en zegt: “Ik denk dat er een gestolen fiets in jouw schuur staat. Ik wil graag even in de schuur rondkijken. Geef mij dus maar de sleutel.”

Ben je verplicht hem de sleutel te geven? Motiveer je antwoord.

Slide 4 - Open question

2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen waarom we straffen en wat we daarmee willen bereiken 
  • Je kan uitleggen hoe een rechtszaak verloopt en welke straffen opgelegd kunnen worden
  • Je kan het verschil uitleggen tussen volwassenenstrafrecht, jeugdstrafrecht en adolescentenstrafrecht

Slide 6 - Slide

Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?
Waarom straffen we? Welk doel hebben we daarmee?

Slide 7 - Slide

Waarom straffen we?
1. Wraak en vergelding
2. Afschrikking
3. Voorkomen van eigenrichting
4. Resocialisatie 
5. Beveiligen van de samenleving

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Terechtzitting/rechtszaak 

Slide 12 - Slide

Kantonrechter
Politierechter
Meervoudige kamer
behandelt alle misdrijven waarvoor max 12 maanden straf geëist kan worden
behandelt overtredingen
behandelt ingewikkeldere en zwaardere misdrijven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wetboek van strafvordering
Hierin staat hoe de strafrechtelijke procedure verloopt.

Slide 15 - Slide

Verloop rechtszaak
1. Opening
2. Aanklacht
3. Verhoor/Onderzoek
4. Requisitoir
5. Pleidooi
6. Laatste woord verdachte
7. Vonnis 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Hoger beroep
  • Als de veroordeelde OF de Officier van Justitie het niet eens is met het vonnis kan hij/zij in hoger beroep gaan
Het gerechtshof doet de strafzaak dan helemaal opnieuw
  • Mocht je het dan nog niet eens zijn, kan je in cassatie gaan bij de Hoge Raad
  • Hoge Raad kijkt alleen of het recht goed is toegepast, maar doet niet opnieuw onderzoek 

Slide 19 - Slide

Soorten straffen: hoofdstraffen 

Slide 20 - Slide

1. Vrijheidsstraf 

Slide 21 - Slide

2. Geldboete 

Slide 22 - Slide

3. Taakstraf 

Slide 23 - Slide

Bijkomende straffen & strafrechtelijke maatregelen 

Slide 24 - Slide

Voorbeelden 
  • Rijbewijs innemen 
  • Stadionverbod
  • Straatverbod
  • Schadevergoeding betalen 
  • TBS  

Slide 25 - Slide

TBS
Tbs (terbeschikkingstelling) is een maatregel om de samenleving te beschermen tegen mensen die misdrijven plegen terwijl ze lijden aan een ernstige stoornis of gebrekkige ontwikkeling.

bron: https://www.rechtspraak.nl/Themas/Tbs

Slide 26 - Slide

Voorwaarden 

  • De dader heeft een misdrijf gepleegd waar minstens 4 jaar gevangenisstraf op staat. Of een misdrijf dat speciaal genoemd wordt in de wet, zoals bedreiging.
  • De dader leed aan een persoonlijkheidsstoornis, psychose of verstandelijke beperking toen hij de misdaad beging.
  • De veiligheid van anderen is in gevaar vanwege de kans op herhaling
Kenmerken 

  • ongeveer 9 op de 10 is man
  • de gemiddelde leeftijd ligt rond de 44 jaar
  • ongeveer 1 op de 3 heeft een psychotische stoornis
  • ongeveer 2 op de 3 hebben een persoonlijkheidsstoornis

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Jeugdstrafrecht 
  • 12 tot 18 jaar 
  • Resocialisatie 
  • Kan ook jeugd TBS worden opgelegd  

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Adolescentenstrafrecht
  • 16 tot 23 jaar 
  • Straffen volgens jeugdrecht of volwassenenstrafrecht 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Naar een rechtszaak kijken...
  • Wat is de aanklacht?
  •  Wat is het verhaal van de verdachte?
  • Wat is het verhaal van de getuige?
  • Wat wordt benoemd in het requisitoir?
  • Wat wordt benoemd in het pleidooi?
  • Maakt de verdachte gebruik van zijn laatste woord en wat zegt hij?
  • Wat is het vonnis?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Huiswerk
Lezen paragraaf 2.4 Rechtspraak en straffen
lesboek bladzijdes 46 t/m 49 

Maken van paragraaf 2.4 in je digitale werkboek vraag 3, 4, 5, 8, 9 en 10  

Slide 36 - Slide