Vragen maken met de Present Perfect

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesson goals
  • You know how to make questions with the present perfect

Slide 2 - Slide

De present perfect
  • Gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
  • Gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van merkt

Slide 3 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
Onderwerp
Have/has
Voltooid deel-woord
Rest van de zin
I
have
walked
.....
You
have
He/she/it
has
eaten
......
They
have
been
.....
We 
have

Slide 5 - Slide

SIGNAALWOORDEN
  • FOR - (NU) ALJUST - NET
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)ALREADY - AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • JUST: NET
  • ALREADY: AL
  • SINCE - SINDS

Slide 6 - Slide

F = For almost three years I have worked as an English teacher [and I still work as a teacher].
Y = I haven’t had a single boring day yet!
N = Never have I doubted about my decision to be a teacher.
E = Have you ever thought of changing your job?
J = We have just decided to take action.
A = They have already collaborated with so many freelancers, incredible!
S = Since – Since thirteen years I have been in education.


Slide 7 - Slide

Vragen maken met de present perfect.

Slide 8 - Slide

Present perfect
Iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.


Slide 9 - Slide

Vraag
Has he been waiting for you for sixty years?


Slide 10 - Slide

Present perfect
Iets dat in het verleden is gebeurd en waarvan je nu het resultaat merkt. 
My car has broken down.
I need to walk now. 

Slide 11 - Slide

Vragen maken met de present perfect
Has my car  broken down?
Yes, you need to walk now. 

Slide 12 - Slide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant
  • Has he eaten at a restaurant?

Slide 13 - Slide

De regel
  • Je zet have of has voor aan de zin
  • De rest van de zin blijft het zelfde
  • He has been waiting for you for sixty years
  • Has he been waiting for you for sixty years? 
  • They have been on holiday to Spain.
  • Have they been on holiday to Spain? 


Slide 14 - Slide

Vragen maken met de present perfect?
Have/Has
Onderwerp
Voltooid deel-woord
Rest van de zin
Have
I
walked
.....
Have
you
been waiting
Has
He/she/it
eaten
......
Have
they
been
.....
Have
we
sailed
........

Slide 15 - Slide

Vragen maken met de present perfect
He has been playing tennis since ten o 'clock. 

Has he been playing tennis since ten o 'clock? 


We have already read this book. 

Have we already read this book?

Slide 16 - Slide

Maak de zin vragend: My sister has been to a party.

Slide 17 - Open question

Maak de zin vragend
We have been to Spain this year.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Examples
  • Have the played tennis? Yes, they have. 
  • Has he been to Spain? No, he has not (hasn't). 
  • Have we eaten lunch? No, we have not (haven't). 

Slide 20 - Slide

Maak de opdrachten. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 23 - Quiz

Succes!

Slide 24 - Slide