ch 2 cours 9 hors de prix 13 12

BONJOUR H3B
BIENVENUE
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

BONJOUR H3B
BIENVENUE

Slide 1 - Slide

Programme
- ex. 18
- bloc / vocabulaire E
conversations
Jelle, Jolijn, Ties


Slide 2 - Slide

devoirs pour lundi, 13 décembre
apprendre: pour l'interro



Slide 3 - Slide

Que fais-tu de ton argent(de poche)?
utilise les phrases-clés

Slide 4 - Open question

correction 18

Slide 5 - Slide

bloc E
Les jeunes entrepreneurs

19, 20, 21 A +B

Slide 6 - Slide

vocabulaire E
page 83

Slide 7 - Slide

pour lundi  13 décembre

apprendre voc E.
apprendre/répéter: bloc D


                     
                        = contrôle!!!!





Slide 8 - Slide

venir = komen (bloc G)
met dezelfde vervoeging ook:
revenir = terugkomen  (je reviens, nous revenons, ils reviennent)
devenir = worden  (il devient, vous devenez, ils sont devenus)

Slide 9 - Slide

Wat zijn de vormen van het pers. vnw. als meew. vw.?

(aan) mij                                      me/m'                       

(aan) jou                                      te/t'                            

(aan) hem /Pierre                    lui  

(aan) haar / sa soeur              lui                                

(aan) ons  /Pierre et moi      nous                          

(aan) u/jullie /Pierre et toi   vous                           

(aan) hun/de ouders              leur                               

Slide 10 - Slide



Hoe herken ik het meewerkend voorwerp in het Frans?






Het begint met het voorzetsel:


à        au      of       aux

Slide 11 - Slide

De plaats in de zin

1. Direct voor de persoonsvorm.    (zie dia 5)

Je lui donne de l' argent = Ik geef hem geld.

 Je lui ai donné de l' argent = Ik heb hem geld gegeven.

2. Heel werkwoord in de zin??? Dan voor het hele werkwoord.


Je vais lui donner de l' argent. = Ik ga hem geld geven.



Slide 12 - Slide

les objectifs
- prononcer le vocabulaire des blocs E + F
-savoir et utiliser le passé composé avec les verbes avoir et être

Slide 13 - Slide

Bron I: Passé composé
Wat weet je er nog van?

Slide 14 - Slide

PC = 2 !
1. Hulpww
2. voltooid deelwoord
PC = 2!
Hulp ww Avoir

j'ai
tu as
il a
nous avons
vous avez
ils ont
Voltooid deelwoord

- er --> é
- ir --> i
- re --> u

été
eu
fait

pris 
voulu 
pu

Slide 15 - Slide

Wij zijn geweest
A
Nous sommes été
B
Nous sommes eu
C
Nous avons été
D
Nous avons eu

Slide 16 - Quiz

ik heb gekeken
A
j'ai regarde
B
j'ai regardé
C
tu as regarde
D
il ai regardé

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

ATTENTION!!
Gebruik je être als hulpwerkwoord, dan kan er een extra 'e' en/of 's' achter het voltooid deelwoord komen.

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide