1. Direct voor de persoonsvorm. (zie dia 5)
Je lui donne de l' argent = Ik geef hem geld.
Je lui ai donné de l' argent = Ik heb hem geld gegeven.
2. Heel werkwoord in de zin??? Dan voor het hele werkwoord.
Je vais lui donner de l' argent. = Ik ga hem geld geven.