les 5

willen jullie wat voor me invullen
ga naar rocspiegel.nl
code:TAR-QKL-PIY


Ben je wat eerder klaar maak dan alvast het stencil met de invuloefeningen in som af.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

willen jullie wat voor me invullen
ga naar rocspiegel.nl
code:TAR-QKL-PIY


Ben je wat eerder klaar maak dan alvast het stencil met de invuloefeningen in som af.

Slide 1 - Slide

welcome
start opdracht passive 
homework check / questions? 
grammar 
get to work 


Slide 2 - Slide

toetsweek
  •  de woorden van unit 4. ( niet de stones)
  • de irregular verbs
  • prepositions : by, with, on, of, to, from, through, down and out of.
  • quantifier: both, either, neither, all, each, every and no.
  • de passive
  • modal verbs: ought to, should, must, have to, may, might, be allowed to.
de info staat in je boek maar ook in de lesson ups en oefenmateriaal komt in som



Slide 3 - Slide

Welk hulpwerkwoord heb je altijd nodig in een passive?

Slide 4 - Open question

maak passive
John delivered many parcels .

Slide 5 - Open question

maak passive
They would build the house.

Slide 6 - Open question

maak passive
My father has repaired my bike

Slide 7 - Open question

maak passive
Her mother often tells him stories

Slide 8 - Open question

maak passive
He always fixes things.

Slide 9 - Open question

maak passive
John had fixed the bike.

Slide 10 - Open question

past perfect
1. They had been taken home.
2. All the work had been done.
3. The people were laughed at.
4. You had been called.
5. The book had been written.
6. All the children had been seen.

Slide 11 - Slide

future
1. The work will be done / is going to be done.
2. You will be called / are going to be called.
3. The houses will be built / are going to be built.
4. The manure will be spread / is going to be spread.
5. The bathroom will be cleaned / is going to be cleaned.
6. This book will be read / is going to be read.

Slide 12 - Slide

modals
1. This must be done / has to be done.
2. I should be paid / I ought to be paid.
3. Can she be helped / is she going to be helped?
4. This movie should be seen / ought to be seen.
5. This needn’t be said.
6. You may be taken / might be taken home.

Slide 13 - Slide

invuloefening
1. will be built ‘Next year’ geeft toek.tijd aan, dus will+be+voltdw
    (zullen gebouwd worden)
2. was published ‘Yesterday’s newspaper’ geeft verl.tijd aan en is ev,
dus ovt: was + voltdw
(werden gepubliceerd)
3. are sold gewone opmerking zonder tijdsbepaling en ‘articles’ is mv,
    dus ott: are+volt dw
     (worden verkocht)
4. are bought gewone opmerking zonder tijdsbepaling en het is mv,
    dus ott: are + volt dw.
    (worden gekocht)





Slide 14 - Slide

5. are offered gewone opmerking zonder tijdsbepaling en ‘products’ is mv,
    dus ott: are + volt dw.
    (worden aangeboden)
6. are taken gewone opmerking zonder tijdsbepaling en het is mv,
    dus ott: are + volt dw
    (worden meegenomen)
7. have been put ‘since last year’ geeft aan dat het in het verleden begon en nu nog voortduurt, dus present perfect: have + been + volt dw
   (zijn neergezet)
8. was questioned ‘Last Saturday’ geeft verl. tijd aan en ‘man’ is ev, dus: was + voltdw
    (werd ondervraagd)





Slide 15 - Slide

9. had been stolen de hele zin staat in de verl.tijd+ hij liep weg zonder te betalen, immers: zijn portemonnee was gestolen en dat resultaat is nu nog merkbaar want hij kan niet betalen dus je moet een past perfect gebruiken: had + been + voltdw 


10. was taken ‘arrived’ geeft verl.tijd aan en ‘he’ is ev, dus: was + voltdw
(werd meegenomen)

Slide 16 - Slide

En nu . 
1. maak nu de laatste 10 invuloefeningen van de opdracht in som. 
2. ben je sneller klaar kun je alvast met het huiswerk beginnen. 
read page 25, 26 of ga in deze lessonup via de klassencode (zyouh) voor meer uitleg
answer ex 20,23a,28,29,30 p 19 ect

Slide 17 - Slide

11. was written Geen enkele tijdsbep. en ‘book’ is ev, dus: is/was + voltdw
   (was written het mooist ivm werd geschreven, het boek bestaat immers al)
(werd geschreven)
12. will be appointed ‘tomorrow’ geeft toek.tijd aan, ‘my mother’ is ev, dus:
  will + be + voltdw
  (zal worden benoemd)
13. was given ‘last Friday’ geeft verl.tijd aan en ‘champion’ is ev, dus:
was given
  (werd gegeven)
1





Slide 18 - Slide

14. is being fixed ‘now’ geeft aan op dit moment dus moet je een ing-vorm gebruiken (continuous) en ‘road’ is ev, dus: is+ being+voltdw
(wordt nu gerepareerd)
15. was just being cleaned ‘entered’ geeft verl.tijd aan, ‘just’ betekent’ net op dat moment’ dus je moet een ing-vorm gebruiken en ‘car’ is ev, dus: was just +being+voltdw
   (werd net gerepareerd)
16. will be privatized ‘next year’ geeft toek.tijd aan, dus: will +be+ voltdw.
   (zullen worden geprivatiseerd)
17. is said men zegt…., er wordt gezegd dat…. 




Slide 19 - Slide

18. is being repaired ‘at the moment’ geeft aan nu, op dit moment dus een ing- vorm (continuous) en ‘my car’ is ev, dus: is+ being+ voltdw
(wordt nu gerepareerd)
19. is thought er wordt gedacht…., men denkt….
20. are advised ‘passengers’ is mv en geen tijdsindicatie, dus: to be+ volt dw. Het beste is ott want (worden geadviseerd)




Slide 20 - Slide

modals 
ought to, should, must, have to, may, might, be allowed to

Slide 21 - Slide

Ought to : Dit werkwoord drukt een morele verplichting of advies uit. Het suggereert dat iets wenselijk of juist is om te doen. 
:You ought to eat more vegetables for a healthy lifestyle.

Should: Dit werkwoord wordt ook gebruikt voor advies en aanbevelingen. Het is minder sterk dan “must” en “have to”. You should arrive on time for the meeting..


May : Dit werkwoord drukt toestemming of mogelijkheid uit. 
You may watch the movie tonight.

Might : Dit is de verleden tijd van “may”.  je bent ergens niet helemaal zaker van. Je vraagt  of geeft toestemming .
  You might like the movie Frozen.
Be allowed to: Dit werkwoord drukt toestemming uit. Het geeft aan dat iets is toegestaan.
You are not allowed to use your phone during class.

Must : Dit werkwoord drukt een sterke verplichting of noodzaak uit. Het komt uit JEZELF. Het geeft aan dat iets absoluut moet gebeuren. 
You must do your homework before going to bed.

Have to: Dit werkwoord wordt ook gebruikt om verplichtingen aan te geven. OPGEGEVEN DOOR EEN ANDER. Het heeft een vergelijkbare betekenis als “must”.
 I have to wake up early for work tomorrow.

Slide 22 - Slide

negative forms
soms moet je een modal verb ontkennend maken voeg dan 
not of n't toe  bv ought not/shouldn't)
'let op!! don't have ( haven't is fout)

Slide 23 - Slide

quantifier: both, either, neither, all, each, every and no.

Slide 24 - Slide

quantifiers 
Both (beide): wordt gebruikt om aan te geven dat iets van toepassing is op twee individuen of groepen.  Wordt gevolgd door een meervoud
“Both children finished their homework.”

Either (een van beide): wordt gebruikt om een keuze tussen twee opties aan te geven. Bijvoorbeeld:
You can either have tea or coffee.”

Neither (geen van beide):  wordt gebruikt om aan te geven dat iets niet van toepassing is op een van de opties. 
Neither of the books is interesting..”

Slide 25 - Slide

All (alle):  wordt gebruikt om aan te geven dat iets van toepassing is op de hele groep. en wordt gevolgd door een meervoud. 
“All students receive a certificate.”

Each/every (elk):  wordt vaak gebruikt met zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud. 
Each house has a garden.”
“Every day is a new opportunity.”

No (geen):  wordt gebruikt om aan te geven dat iets ontbreekt. 
“There are no more tickets available.”

Slide 26 - Slide

homework
read page 25/26 
answer ex 20,23a,28,29,30 p 19 ect

Slide 27 - Slide