MAVO 3 deeltaak 5 week 4 les 2

Deeltaak 5 week 4 les 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deeltaak 5 week 4 les 2

Slide 1 - Slide

- Zinnen nakijken
- hören üben
- wiederholen Grammatik 



Slide 2 - Slide


Vertaal (nu maken, volgende les nakijken)
Gebruik Seite 88 und 90!
1:  Hij ontmoet de kapster niet nu maar later.
2: Ik ben tevreden met mijn bijbaan.
3: Zij neemt de stagen in het buitenland.
4: De politieagent werkt buiten.
5: Zie jij nu de verkoopster?
6: Wij zullen de zaak houden.
7: Hij vergeet makkelijk te leren.



Slide 3 - Slide

Lever hier een foto van je zinnen in!

Slide 4 - Open question

1:  Hij ontmoet de kapster niet nu maar later.
Er trifft die Friseurin nicht jetzt sondern/ aber später. 
2: Ik ben tevreden met mijn bijbaan.
Ich bin zufrieden mit mein(em) Nebenjob.
3: Zij neemt de stage in het buitenland.
Sie nimmt das Praktikum in das (dem) Ausland. 
4: De politieagent werkt buiten.
Der Polizist arbeitet drauBen.



Slide 5 - Slide

5: Zie jij nu de verkoopster?
Siehst du jetzt die Verkäuferin?

6: Wij zullen de zaak houden.
Wir werden das Unternehmen (be)halten.
7: Hij vergeet gemakkelijk te leren.
Er vergisst leicht zu lernen.

Slide 6 - Slide

Jetzt werden wir hören üben! 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Antwoorden! Vul maar in!

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Hoe heb je het gedaan???

Slide 16 - Slide

Grammatik!!!

Slide 17 - Slide

E/i-Wechsel

De 'e' verandert bij sterke werkwoorden met een e in de stam bij du & er/sie/es in een i of in ie.

* werkwoorden met een korte e (helfen) -> i
* werkwoorden met een lange e (sehen) -> ie

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

E/i-Wechsel
(2 uitzonderingen)
1. De sterke ww geben, nehmen en treten 
    hebben een lange klank, maar krijgen een i 
    ipv een ie.
   Nehmen - du nimmst
   Geben - du gibst
2. De sterke ww gehen en (ver)stehen 
     hebben geen e/i-Wechsel. 
    Gehen -  du gehst

Slide 22 - Slide

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i

Slide 23 - Quiz

Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets

Slide 24 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in.
Mein Onkel .......... gut Deutsch
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht

Slide 25 - Quiz

Du ........... jetzt mein Gesicht.
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht

Slide 26 - Quiz

Er ......... mir ein Geschenk.
A
gebst
B
gibst
C
gibt

Slide 27 - Quiz

Meine Tante ........... uns mit.
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
nimt

Slide 28 - Quiz

Dan nu aan het werk!
Diese Woche:
Taaltaak inleveren> uiterlijk zaterdag ;) = Baustein 4
Baustein 1-3 afmaken en nakijken. 

Slide 29 - Slide

slotwoord

Slide 30 - Slide