HV2 4.3 Lezen HAVO

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

4.3 Lezen

Havo: Beeld en opmaak, uitleggend tekstverband, leespubliek

Vwo: Activerende tekst, beeld en opmaak, middel en doel, voorwaardelijk tekstverband

Selfietime! Hoe zit je erbij?

Wat betekent 'beeld en opmaak'?

Wat is een ander woord voor beeld en opmaak (het is een Engels woord!)

Aan de slag!

Vwo: 4.3 opdracht 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17

Havo: Doet mee met de uitleg via LU.

Uitleggend tekstverband

Als een schrijver iets wil uitleggen dan kan hij dat aangeven met bepaalde woorden:

Bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie.

Mijn zoon heeft veel speelgoed, hij heeft bijvoorbeeld wel 12 trekkers.

Maak zelf een zin met daarin een van de volgende woorden: Bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie.

Leespubliek

Een schrijver schrijft zijn tekst niet voor iedereen, maar voor een bepaalde groep lezers. Dat is het leespubliek.

Waaraan denk jij dat je het leespubliek kunt bepalen?

Leespubliek

- het soort afbeeldingen

- de bron

- het taalgebruik

- het onderwerp

- hoe de lezer wordt aangesproken: jij of u.

Aan de slag!

Havo: 4.3 opdracht 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19 (mag je donderdag ook aan werken)