This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 13 videos.
Items in this lesson
Overtuigen met retorica
Slide 1 - Slide
Overtuigen met retorica
Pak je leesboek en start met lezen
Pak je schrift, zodat je straks aantekeningen kan maken.
Je hoeft niet in te loggen.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kent de retorische middelen: ethos, pathos en logos.
Je kunt de retorische middelen herkennen.
Slide 3 - Slide
Retorica van Aristoteles
Argumenteren zelf is een talige bezigheid, maar om te overtuigen is vaak meer nodig dan alleen een goed argument. Binnen de argumentatieleer richt de retorische leer zich op de kunst van de welsprekendheid of het overtuigen. Aristoteles verstaat onder ‘retorica’ de “vaardigheid om geschikte overtuigingsmiddelen te vinden om in een redevoering te gebruiken”.
Drie overtuigingsmiddelen
- ethos
- pathos
- logos
Zoek met je buurman of buurvrouw uit wat deze drie overtuigingsmiddelen inhouden.
Slide 4 - Slide
Ethos (karakter, geloofwaardigheid)
Ethos is direct of indirect verwijzen naar de eigen kwaliteiten van de spreker, of van een andere autoriteit. Ethos is volgens Aristoteles het sterkste overtuigingsmiddel: “een publiek dat vertrouwen heeft in de spreker zal geneigd zijn diens standpunt te aanvaarden”. Als een spreker zijn taalgebruik aanpast aan het publiek dat hij voor zich heeft, houdt de spreker rekening met de ethos. Het gebruiken van bekendheden in reclamecampagnes kan ook als typisch voorbeeld worden gezien.
Slide 5 - Slide
Pathos (bepaalde gemoedstoestand)
Pathos is inspelen op de emoties van het publiek. De “I have a dream”-speech van Martin Luther King is een prachtig voorbeeld van sterk gebruik van pathos, maar ook wervingscampagnes waarop zielige kinderen of stervende dieren zijn te zien vallen onder het gebruik maken van dit overtuigingsmiddel. Als we dit verder doortrekken kunnen we ook reclamecampagnes die ons het gevoel geven dat we ergens bij moeten horen onder pathos scharen.
Slide 6 - Slide
Logos (structuur betoog)
Logos is overtuigen door middel van argumenten, waarbij de logica van groot belang is. Waar pathos een beroep doet op het hart, doet logos een beroep op het hoofd. Alle logische gevolgtrekkingen vallen hieronder.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Argumentatie
Eugène Sutorius (professor strafrecht)
Als we denken dat we het met alleen de argumenten wel halen, komen we van een koude kermis thuis.
“Niet meer dan 50% van beslissingen in de rechtszaal berust slechts op argumentatie”
Slide 9 - Slide
Wat kun je zeggen over ethos, pathos, logos en kairos?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Van welk retorisch middel wordt er gebruik gemaakt?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
Slide 17 - Quiz
Welke retorische middelen zetten de kinderen in?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Voor welk cadeau kiezen de kinderen?
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Vervolg les retorische middelen
Weten jullie het nog....
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Kairos
Het juiste moment kiezen of het creëren van een situatie.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Je herinnert je dit vast.
We kijken naar de eerste minuut van de toespraak van premier Rutte. Hierin kondigt hij aan dat Nederland in lockdown gaat. Wat kun je zeggen over ethos, pathos en logos?
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Aan de slag!
Maak oefening 1 t/m 5 in het oefenboek. Gebruik blz. 30 van het handboek.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Toegift
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Wie krijgt gelijk en hoe komt dat?
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Video
Ethos
Robert Kennedy over de dood van Martin Luther King Best man speech (Four weddings and a funeral)
- binding met het onderwerp - zelfrelativering maakt je sympathiek
- ik ben een van jullie (gedeeld doel met publiek) - begrip tonen en complimenten geven