This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hallo, ik ben mevrouw van Voorthuizen. Wie ben jij?
Slide 2 - Mind map
...................oud ben jij?
A
Hoeveel
B
Hoe
C
Waar
D
Wat
Slide 3 - Quiz
...................ben je jarig?
A
Waar
B
Wat
C
Hoe
D
Wanneer
Slide 4 - Quiz
...........kleur heeft de kast?
A
Wat
B
Wie
C
Welke
D
Wanneer
Slide 5 - Quiz
Wanneer
boodschappen
jij
doe
?
Zet de woorden in de goede volgorde.
Slide 6 - Drag question
Het restaurant
Elke dag
Het terras
Sluiten
Het plein
Slide 7 - Drag question
Opdracht
Bekijk en lees bladzijde 10, 11, 12 en 13.
Maak de opdracht 'Schrijf over jezelf' op bladzijde 12.
Ken je alle zinnen en woorden op bladzijde 13?
Slide 8 - Slide
Komt Esma uit Syrië?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Komt Marek uit Turkije?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Is Tess veertien jaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Is Robin twaalf jaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Heeft Tess een broer?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Is Jacobs de achternaam van Kaya?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Komt Marek uit België?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Wat weet je over Marek?
Hij is 16 jaar, hij komt uit Polen
Hij heeft twee broers
Hij heeft bruin haar, zijn haar is kort
Hij draagt een oranje trui
Hij voetbalt graag
Slide 16 - Slide
Wat weet je over Servaas?
Slide 17 - Open question
Wat weet je over Esra?
Slide 18 - Open question
Zij __________ Spaans.
A
bent
B
is
Slide 19 - Quiz
Jij __________ John.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 20 - Quiz
Mijn voornaam __________ Johan.
A
ben
B
is
Slide 21 - Quiz
__________ jij John?
A
Ben
B
Bent
C
Is
D
Zijn
Slide 22 - Quiz
Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 14.
Slide 23 - Slide
Wat weet je van Essie?
Slide 24 - Mind map
Wat weet je van Kaya?
Slide 25 - Mind map
Opdracht
Maak opdracht 4 tot en met 12.
Gebruik voor opdracht 7 de achterkant van een blaadje in je werkboekje.
Slide 26 - Slide
Wat doe jij met vrienden?
Slide 27 - Mind map
Het plein
Opdracht 13. Praat samen.
Heeft de plaats waar jij vandaan komt ook een plein?
Hoe ziet dat er uit?
Wat kan je daar zien?
Slide 28 - Slide
Opdracht
Maak opdracht 14 en 15 op bladzijde 19 en 20.
Opdracht 16, 17 en 19 doen we niet.
Opdracht 18 en 20 doen we samen.
Slide 29 - Slide
mag of maag?
A
mag
B
maag
Slide 30 - Quiz
klas of Klaas
A
klas
B
Klaas
Slide 31 - Quiz
was of waas
A
was
B
waas
Slide 32 - Quiz
man of maan
A
man
B
maan
Slide 33 - Quiz
kwaal of kwal
A
kwaal
B
kwal
Slide 34 - Quiz
bar of baar
A
bar
B
baar
Slide 35 - Quiz
nar of naar?
A
nar
B
naar
Slide 36 - Quiz
zwaard of zwart?
A
zwaard
B
zwart
Slide 37 - Quiz
hard of haard?
A
hard
B
haard
Slide 38 - Quiz
war of waar?
A
war
B
waar
Slide 39 - Quiz
sar of saar?
A
sar
B
saar
Slide 40 - Quiz
Opdracht
Lees Taalriedel 1 en lees Polen op bladzijde 21.
Maak een Taalriedel over jezelf en schrijf iets over
Maak opdracht 21 en 23 op bladzijde 22.
Slide 41 - Slide
Welke getallen horen bij elkaar? Wie is het snelst?
veertien
driehonderdtwaalf
driehonderdéénentwintig
vierhonderdtwaalf
éénenveertig
vier
twee
éénentwintig
14
312
321
412
41
4
2
21
Slide 42 - Drag question
Opdracht
Lees: Op de foto op bladzijde 23.
Maak ook opdracht 24 en 25.
Slide 43 - Slide
Opdracht
Lees: De neef van Marek op bladzijde 24, Belangrijke zinnen en Belangrijke woorden op bladzijde 25.
Slide 44 - Slide
Maak een poster
1. Open een document op de chromebook.
2. Schrijf over jezelf (zoals op bladzijde 12), of de taallriedel van bladzijde 21.
3. Zoek een foto van het plein in jouw stad/dorp en zet die in je document.
4. Schrijf iets over het plein. Hoe heet het plein? Vind je het een mooi plein? Ging je vaak naar het plein? Als er geen plein was, is er dan een plein waar je nu woont? Dan kan je daarover schrijven.