P1 week 8.1

Deze week

V4
1) SO
2) SO nakijken en bespreken
3) uitleg en opdracht noodzakelijke en voldoende eigenschappen
4) tekst + vragen
5) oefening drogredenen
6) ...



1 / 12
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze week

V4
1) SO
2) SO nakijken en bespreken
3) uitleg en opdracht noodzakelijke en voldoende eigenschappen
4) tekst + vragen
5) oefening drogredenen
6) ...



Slide 1 - Slide

Het definitieve essay
- zorg dat duidelijk is wat inleiding, midden en slot is, zowel qua inhoud als opmaak
- werk met koppen
- zorg dat duidelijk is wat uit een bron komt en wat van jezelf is
- maak een nette bronvermelding (zie voorbeeld)

- check spelling en taal! En laat het checken!




Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1) ik kan op basis van het so benoemen wat ik ken en kan met betrekking tot de bloei van het Griekse denken.
2) ik ken het verschil tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen en kan die toepassen.
3) ik kan benoemen en beargumenteren of een vraag filosofisch is of niet.
4) Ik kan drogredenen herkennen en zelf bedenken.



Slide 3 - Slide

Noodzakelijk en voldoende
Noodzakelijke eigenschappen: een onmisbare eigenschap! 
Iets moet die eigenschap hebben om dat iets te zijn. 
Vb van de stoel: de eigenschap dat je erop kan zitten.

Voldoende eigenschappen: een eigenschap of combinatie van eigenschappen op basis waarvan je zeker kunt zijn dat je weet wat iets is. 
Vb van de stoel: het is gemaakt om erop te zitten.

Of iets een noodzakelijke of voldoende eigenschap is, daarover kun je discussiëren. 

Slide 4 - Slide

Filosofisch relevant wanneer je het hebt over zekerheid, de mens, geluk, goed, bewustzijn, vrijheid. 

Noodzakelijk of voldoende:
Democratie voor geluk?
De afwezigheid van manipulatie voor vrijheid?
Woorden gebruiken voor taal?
Mens voor mensenrechten?

Slide 5 - Slide

Welke drogreden?

1) Je mag niet stelen, dat staat in de bijbel.
2) Ik ben een keer door een hond gebeten. Die beesten zijn allemaal vals!
3) Murakami is een fantastische auteur omdat hij zo goed schrijft.
4) Waarom vertel je mij dat je rookt, dat doe je zelf ook!
5) De patiënt genas nadat haar moeder was langsgekomen. Zijn moeder heeft haar dus genezen.

Slide 6 - Slide

Welke drogreden?

1) geef een voorbeeld van de drogreden van het hellend vlak
2) leg uit wat het verschil is tussen het ontduiken van de bewijslast en het verschuiven van de bewijslast. geef van beide een voorbeeld.
3) waarom kan je discussiëren over de vraag of iets een overhaaste generalisatie is? Geef er een voorbeeld bij.

Slide 7 - Slide

Deze week

V4
1) SO
2) SO nakijken en bespreken
3) uitleg en opdracht noodzakelijke en voldoende eigenschappen
4) Plato's grot en vooronderstellingen
5) objectief vs relativisme (Socrates vs de sofisten) 
6) oefentekst en oefenvragen



Slide 8 - Slide

Leerdoelen
1) ik weet wat ik kan verwachten op de toets
2) ik kan Plato's grotallegorie toepassen op een voorbeeld
3) ik ken het verschil tussen objectief en relatief en kan die begrippen toepassen.

PTO 1
180 minuten
R = reproductie (stampen!)
T1 = toepassing in bekende context 
T2 = toepassing in nieuwe context (gebruik begrippen en argumenten en kennis uit de stof)
I = inzichtsvraag 



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Waar staat deze man volgens jou?

Waar deze man volgens Plato?

Welke vooronderstellingen maakt hij?

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
1) ik weet wat ik kan verwachten op de toets
2) ik kan Plato's grotallegorie toepassen op een voorbeeld
3) ik ken het verschil tussen objectief en relatief en kan die begrippen toepassen.

PTO 1
180 minuten
R = reproductie (stampen!)
T1 = toepassing in bekende context 
T2 = toepassing in nieuwe context (gebruik begrippen en argumenten en kennis uit de stof)
I = inzichtsvraag 



Slide 12 - Slide