W3 - L1: noodzakelijke en voldoende eigenschappen

• Filosofie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Programma

1. Herhaling
2. Tekenopdracht
3. Uitleg: concreet-abstract
4. Aan de slag 

Herhaling

Leerdoelen

3. Filosofisch gereedschap I: ik kan definities herkennen, evalueren en creëren.

Dat betekent:

• Ik kan definities herkennen en weergeven
  
• Ik kan van algemeen naar concreet gaan en andersom
  
• Ik kan het onderscheid tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen toepassen

Teken een hond

• Maak de hond zo gedetailleerd mogelijk
• Zorg dat alleen jij je hond ziet
• Het maakt niet uit als je hond niet zo mooi is

In groepjes van vier:

• Vergelijk jullie honden. Wat hebben alle tekeningen? Wat maakt de tekeningen anders?
• Maak een definitie van een hond die alle tekeningen beschrijft.

Definities

Probleem: Definities maken is moeilijker dan je denkt.

Oplossing: algemeen- concreet en noodzakelijke en voldoende eigenschappen

Wat is een hond?

Wat is 'rechtvaardigheid?

Ik kan uitleggen wat de begrippen concreet en algemeen betekenen.

Concrete beschrijving: 

• Iets dat je kan het zien, aanraken, voelen of horen
• het is specifiek
• Het is gedetailleerd

Algemeen:

• Een beschrijving van een groep of concept
• Het is algemeen
• Het is universeel

Ik kan uitleggen wat de begrippen concreet en algemeen betekenen.

ZIjn de volgende beschrijvingen concreet of algemeen?

1. De kat van Meneer Langhout heette Legolas.
2. Een kat is een huisdier
3. Filosofie is een schoolvak op het Johan de Witt.
4. De filosofieles vandaag begint om 13:20.

Ik kan uitleggen wat de begrippen concreet en algemeen betekenen.

Hoe leg je aan iemand uit wat een kat is?

Ik kan uitleggen wat de begrippen concreet en algemeen betekenen.

1. Je kan beginnen met een concreet voorbeeld

2. Daarna maak je een algemene definitie

3. Daarna toets je deze definitie aan een ander concreet voorbeeld

(en dit kun je blijven doen)

Een kat is een dier met puntoren en een zwarte vacht

Ik kan het onderscheid tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen toepassen

• Lees paragraaf 2.2
• Maak opdracht 6 helemaal

• Werk in twee of drietallen

Ik kan het onderscheid tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen toepassen

• Noodzakelijke eigenschap:

Stel jezelf de vraag: als we deze eigenschap weghalen, is het dan nog wat het is?

Een noodzakelijke eigenschap van een kat is dat het een zoogdier is.

• Voldoende eigenschap:

Stel jezelf de vraag: Als ik deze eigenschap in een concreet iets zie, weet ik dan wat het is.

Een voldoende eigenschap van een kat is dat het miauwt

Leerdoelen

3. Filosofisch gereedschap I: ik kan definities herkennen, evalueren en creëren.

Dat betekent:

• Ik kan definities herkennen en weergeven
  
• Ik kan van algemeen naar concreet gaan en andersom
  
• Ik kan het onderscheid tussen noodzakelijke en voldoende eigenschappen toepassen