Afweer BS1: Bescherming

Thema 4: Afweer
Basisstof 1 en 2:
Bescherming
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 4: Afweer
Basisstof 1 en 2:
Bescherming

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de werking en functies van de huid bij de afweer van de mens beschrijven.
  2. Je kunt de verschillen tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen beschrijven.
  3. Je kunt de verschillen tussen chemische en mechanische afweer beschrijven.
  4. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.

Slide 2 - Slide

Intern vs extern milieu
abiotisch
biotisch

Slide 3 - Slide

Ziekteverwekkers
schimmels

Slide 4 - Slide

Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige organismen die zich vermenigvuldigen dmv deling.
Bacteriën hebben naast het normale DNA ook cirkelvormig DNA (= plasmide)

Slide 5 - Slide

Antibiotica
Antibiotica zijn medicijnen die werken tegen infectieziekten veroorzaakt door bacteriën. 

Antibiotica beschadigen bv. de celwanden van bacteriën, waardoor bacteriën doodgaan. 

Slide 6 - Slide

Ziekenhuisbacterie
Herhaaldelijke blootstelling aan verschillende antibiotica "selecteren" bacteriën met resistenties.

Ziekenhuisbacterie = resistent tegen alle bekende vormen van antibiotica.

Take home messages: 
  1. Neem geen antibioticakuur, tenzij voorgeschreven door een arts.
  2. Maak een antibioticakuur altijd af!

Slide 7 - Slide

Virussen

Een virus is geen organisme, omdat ze andere organismen gebruiken om zich te verspreiden.
Een virus bestaat uit DNA of RNA, verpakt in een laagje eiwit.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Levenscyclus retrovirus
Retrovirussen zetten hun eigen RNA om in DNA (bijv. HIV)

Het DNA wordt geïntegreerd in het DNA van de gastcel

Virus DNA vertaalt naar viruseiwitten

Slide 11 - Slide

Infectie
Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen.

ontsteking = reactie van je lichaam
op een infectie (bv zwelling)

Slide 12 - Slide

Antigenen
Lichaamsvreemde stoffen worden herkend aan antigenen. 

Slide 13 - Slide

Antigeen
Specifieke afweer betekent dat er gereageerd wordt op een antigeen, bijvoorbeeld:
  • eiwit op de eiwitmantel van een virus,
  • eiwit in de celmembraan van een bacterie,
  • gif dat je binnenkrijgt door een slangenbeet.
  •  eiwit op membraan van een parasiet
  •  eiwit op een cel van een donororgaan

Slide 14 - Slide

Aangeboren en verworven afweer
De aangeboren afweer is aanwezig vanaf de geboorte en verloopt niet-specifiek (ruimt allerlei soorten ziekteverwekkers op).

De verworven afweer ontwikkelt zich gedurende het leven van het organisme en werkt specifiek (tegen één bepaalde ziekteverwekker).

Het afweersysteem is onder te verdelen in verdedigingslinies.

Slide 15 - Slide

FORT HET LICHAAM

Ziekteverwekkers vallen continu het lichaam aan.

Ons afweersysteem verdedigt ons tegen hen door middel van 3 defensielinies
Linie 1: barrières

Doel: ziekteverwekkers buiten houden

vergelijkbaar met slotgrachten, muren, anti-tank barrières, etc.

Slide 16 - Slide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

Soms is dat niet genoeg!

Er is zijn meer defensielinies nodig
Linie 2: a-specifieke aangeboren afweer

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu aselectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met afweergeschut, bunkers, infanteristen, mijnenvelden

Slide 17 - Slide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

De tweede linie kan snel 
ziekteverwekkers aanpakken. Toch er ontsnappen er pathogenen.

Er is nog een defensielinie nodig.
Linie 3: specifieke verworven afweer (deze bouw je tijdens je leven op)

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu selectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met snipers

Slide 18 - Slide

Linies van het immuunstelsel

Slide 19 - Slide

Barriere
Aanvullende verdediging
Huid
zweet,organische zuren, commensalen
Spijsverteringskanaal
lysozym,maagzuuur,enzymen,darmflora
luchtwegen
trilhaarcellen,slijmcellen
ogen
lysozym
urinewegen
urine, lage pH
Mechanische vs Chemische afweer

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Organen van het immuunsysteem (lymfoïde organen)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Linies van het immuunstelsel

Slide 24 - Slide

aangeboren vs verworven activiteit

Slide 25 - Slide

De drie rollen van complementeiwitten in Binas J1
1
2
3

Slide 26 - Slide

Lymfoïde organen
De lymfoïde organen hebben een functie bij de opslag en transport van witte bloedcellen


In het rode beenmerg worden verschillende witte bloedcellen geproduceerd; fagocyten en lymfocyten

Slide 27 - Slide

Granulocyten
Granulocyten doden ziekteverwekkers d.m.v. fagocytose (~opeten).
Lysosomen zijn met enzym gevulde blaasjes die de ziekteverwekker binnenin de granulocyt afbreken.
Hierbij gaat de granulocyt ook dood en kan met de ziekteverwekker etter/pus vormen.

Slide 28 - Slide

Monocyten
Monocyten komen voor in heel het lichaam.
Kunnen zich ontwikkelen tot macrofaag (= grote eter) of dendritische cel, die beiden  ziekteverwekkers fagocyteren.

Macrofagen gaan minder snel dood dan granulocyten.

Dendritische cellen bevinden zich vooral op plekken waar ziekteverwekkers binnen kunnen dringen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Leerdoelen
  1. Je kunt de werking en functies van de huid bij de afweer van de mens beschrijven.
  2. Je kunt de verschillen tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen beschrijven.
  3. Je kunt de verschillen tussen chemische en mechanische afweer beschrijven.
  4. Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.

Slide 31 - Slide

Aan de slag
Maken

1 t/m opdr. 8
Begrippenlijst

Slide 32 - Slide