Extra lesson for test

Extra lesson
* Grammar
- comparatives and superlatives
- present perfect

* Zoek deze termen op in je boek zodat je weet wat ze betekenen! (121 en 133)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Extra lesson
* Grammar
- comparatives and superlatives
- present perfect

* Zoek deze termen op in je boek zodat je weet wat ze betekenen! (121 en 133)

Slide 1 - Slide

Grammar:
Comparatives and superlatives. 
Wat betekent dit, wat ga je doen bij deze opdracht?

Book A p. 121

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Practice
Bij de volgende woorden typ je steeds de vergelijkende trap en de overtreffende trap. 

VB: groot -   groter   - grootst
Tip: hou je boek ernaast, je bent aan het studeren, het is nog niet de toets. 

Slide 9 - Slide

young

Slide 10 - Open question

narrow (= smal)

Slide 11 - Open question

Funny

Slide 12 - Open question

interesting

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Present perfect
Op de toets staat alleen: zet de zinnen in de present perfect. Zorg dat je weet wat je moet doen. 
Book A p. 133

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

past participle of lose

Slide 23 - Open question

past participle of do

Slide 24 - Open question

Past participle of send

Slide 25 - Open question

Vertaal: hij heeft gedaan.

Slide 26 - Open question

Vertaal: wij hebben gekocht.

Slide 27 - Open question

Vertaal: jij hebt verloren.

Slide 28 - Open question

_______ (to do – not – she) her homework yet?

Slide 29 - Open question

_____ (to lose – she – just) her second match in three weeks?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Link

Any questions left?
Good luck!

See you on Friday!

Slide 32 - Slide