This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Blok 5
Slide 1 - Slide
Even lekker opfrissen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Jullie hebben al eens verkleinwoorden geleerd.
Grondwoord is bord. Dat is een langermaakwoord. 1 bord - 2 borden, dus met een d.
Dan -je erachter. Ik hoor de -u, maar ik schrijf de -e.
Slide 4 - Slide
Nieuwtje is ook een verkleinwoord. Grondwoord is nieuw. Dat is een -eeuw, -ieuw woord. Ik denk aan de -u.
Dan -tje erachter. Ik hoor de -u, maar ik schrijf de -e.
Slide 5 - Slide
Het verkleinwoord van oma
Omaatje. Verkleinwoord met -aatje. Klankgroepenwoord, klankgroep oo. Laatste klank is een lange klank. Dan neem ik een stukje van de o weg. Dan -aatje.
Slide 6 - Slide
Verkleinwoord van auto.
Autootje. Verkleinwoord met -ootje. Klankgroepenwoord, klankgroep au. Laatste klank -au. Tweetekenklank. Dan schrijf ik het woord zoals ik het hoor. Dan -ootje.
Slide 7 - Slide
Verkleinwoord van menu.
Menuutje. Verkleinwoord met -uutje. Net als voorvoegsel, ik hoor de -u, maar ik schrijf de -e. Dan -uutje.
Slide 8 - Slide
Het verkleinwoord van ketting. Klankgroepenwoord, klankgroep ke, korte klank. Dan schrijf ik de -t dubbel. Plankwoord. Daar mag geen -g tussen. Dan -je erachter.
Slide 9 - Slide
Tik het verkleinwoord van foto
Slide 10 - Open question
Tik het verkleinwoord van extra
Slide 11 - Open question
tik het verkleinwoord van menu
Slide 12 - Open question
tik het verkleinwoord van schutting
Slide 13 - Open question
Weet je een ander verkleinwoord met -uutje?
Slide 14 - Open question
https:
Slide 15 - Link
Maak blz. 5 in je spelling schrift.
Slide 16 - Slide
Digitaal oefenen
Ga via zuluconnect naar STAAL spelling. Maak 1 oefening in de software.