Je inkomen

Loonstrook
Je ziet hier een loonstrook. Je krijgt hier vragen over.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Loonstrook
Je ziet hier een loonstrook. Je krijgt hier vragen over.

Slide 1 - Slide

Wat is het brutoloon op de salarisstrook?
A
€2469,44
B
€3000,00
C
€569.50
D
€754,06

Slide 2 - Quiz

Wat is het nettoloon op de loonstrook?
A
€2469,44
B
€3000,00
C
€754,06
D
€100,00

Slide 3 - Quiz

Als je niet meer kunt werken door ziekte of een ongeluk, dan ben je arbeidsongeschikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat betekent Wajong?
A
Dan is iemand die oud is arbeidsongeschikt.
B
Dan is iemand die jong is arbeidsongeschikt.

Slide 5 - Quiz

Als je meer dan twee jaar niet kunt werken omdat je ziek bent dan krijg je WIA. Dit is de afkorting voor:
A
wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
B
Wet jong gehandicapten.
C
Wet om uitkering te trekken

Slide 6 - Quiz

Typ zoveel mogelijk dingen die met inkomen te maken hebben.

Slide 7 - Mind map

Wat is een reden voor ontslag op staande voet?
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
Diefstal
B
Geweld
C
Ongewenste intimiteiten
D
Alcohol/drugs op het werk

Slide 8 - Quiz

Wat is ontslag op staande voet?

Slide 9 - Open question

Sleep naar het juiste vak
Inkomsten
Uitgave
Je krijgt €10,00 voor je verjaardag
Je reist met de trein. Een kaartje kost je €8,50
Je koopt beltegoed: €10,00

Slide 10 - Drag question

Wat gaat er van je brutoloon af?
(er zijn twee antwoorden goed)
A
belasting (loonheffing)
B
reiskostenvergoeding
C
sociale premies (WIA, AOW)
D
er gaat niets af

Slide 11 - Quiz

Wat is een pensioen?
A
spaarpot voor als je te oud bent om te werken
B
een uitkering voor zieke mensen
C
een spaarpotje voor als je arbeidsongeschikt wordt

Slide 12 - Quiz

Er gaat koffiegeld van je loon af. Dit is een:
A
nettovergoeding
B
netto-inhouding

Slide 13 - Quiz

Wat is een WW-uitkering?

Slide 14 - Open question

Je krijgt een Werkeloosheidsuitkering als je al veel hebt gewerkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Als je geen werk hebt, krijg je altijd een werkeloosheidsuitkering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Als je zelf ontslag hebt genomen, krijg je ook werkeloosheidsuitkering.
A
Waar
B
NI]iet waar

Slide 17 - Quiz