Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van bestuiving
Je kunt 2 verschillende soorten bestuiving herkennen
Je kunt verschillen tussen insectenbloemen en windbloemen noemen
Huiswerk T6 B2
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
B2 Bestuiving
Jas uit
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
Schrift
Tas van tafel
Lees blz. 171 t/m 173
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van bestuiving
Je kunt 2 verschillende soorten bestuiving herkennen
Je kunt verschillen tussen insectenbloemen en windbloemen noemen
Huiswerk T6 B2
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k
Slide 1 - Slide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 2 - Slide
Stuifmeel wordt gemaakt in ...
A
De helmknop
B
Het vruchtbeginsel
C
De helmdraad
D
Het zaadbeginsel
Slide 3 - Quiz
Wat is de naam van de gekleurde bladeren van een bloem?
A
Koningblad
B
Kroonblad
C
Kleurblad
D
Kelkblad
Slide 4 - Quiz
Welk deel van een stamper zit het dichtst bij de kelkbladeren?
A
Stijl
B
Steel
C
Stempel
D
Vruchtbeginsel
Slide 5 - Quiz
Bestuiving
= Wanneer een stuifmeelkorrel op de
stempel van een bloem komt van
dezelfde soort plant.
Stuifmeel op stempel van andere soort
plant > geen bestuiving
Stuifmeel wordt gemaakt in de helmhokjes van een helmknop
1
Stuifmeel wordt door insecten of de wind meegenomen naar een andere bloem
2
Stuifmeel komt terecht op de stempel van een bloem van dezelfde soort = bestuiving
3
Slide 6 - Slide
Stuifmeelkorrel komt op de stamper van:
andere bloem aan dezelfde plant
dezelfde bloem
Stuifmeelkorrel komt op de stamper
van een andere plant van dezelfde soort
Zelfbestuiving
Kruisbestuiving
Stuifmeelkorrel komt op de stempel van:
andere bloem aan dezelfde plant
dezelfde bloem
Stuifmeelkorrel komt op de stamper
van een andere plant van dezelfde soort
Stuifmeel van een meeldraad van een bloem komt op de stempel van een andere bloem aan dezelfde plant
1
Stuifmeel van een meeldraad van een bloem komt op de stempel van dezelfde bloem
2
Stuifmeel van een meeldraad van een bloem komt op de stempel van een andere bloem aan een andere plant van dezelfde soort
3
Slide 7 - Slide
Hoe komt het stuifmeel van een bloem bij een andere bloem?
Slide 8 - Open question
Soms helpen mensen planten met bestuiving. Ze halen dan met een kwastje wat stuifmeel van een bloem en brengen dit dan direct over op de stamper van een andere bloem.
Jack wil dit ook proberen, hij neemt wat stuifmeel van een zonnebloem en doet dit op de stamper van een paardenbloem.
Heeft hij de paardenbloem bestoven?
A
Nee, de plant is niet bestoven
B
Nee, want alleen als planten het zelf doen werkt het
C
Ja, de zonnebloem is bestoven
D
Ja, de paardenbloem is bestoven
Slide 9 - Quiz
Jack probeert het nog eens, hij neemt wat stuifmeel van een zonnebloem, loopt een stukje en doet dit op de stamper van een zonnebloem.
Heeft hij de zonnebloem bestoven?
A
Ja, door zelfbestuiving
B
Ja, door kruisbestuiving
C
Nee
Slide 10 - Quiz
Denken-Delen-Uitwisselen
Denken: Werk zelfstandig de opdracht uit.
Bekijk de twee afbeeldingen van bloem 1 en 2
Welke bloem wordt door insecten bestoven en welke door wind?
Leg per bloem uit: hoe weet je dat? Waar kun je dat aan zien
Leg per bloem uit: hoe helpt de vorm van de bloem bij het bestuiven
door insecten of de wind?
Delen: Vergelijk je uitwerking met je buur, vul aan en verbeter.