kofschip

1 / 12
next
Slide 1: Video

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Taxi kofschip

  Als de laatste letter van de stam voorkomt in 

taxi kofschip, dan schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d

              

Slide 2 - Slide

Eindigt het op een 
T - X - F -K - S - C - H - P

Dan -te of -ten in de verleden tijd

Slide 3 - Slide

Verleden tijd: welke vorm is goed?

De jongen ----- (spelen) met de bal.
A
speelt
B
speelte
C
speelde
D
gespeelde

Slide 4 - Quiz

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 5 - Quiz

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 6 - Quiz

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 7 - Quiz

Twee fasen
1. Schrijf de ik-vorm op
2.Kijk naar de laatste letter v/h hele werkwoord min -en -> 



+ te (n) 
Niet in  't ex-kofschip, dan +de(n)

Slide 8 - Slide

6. Het voltooid deelwoord
  • Verander de zin in 'maken'. Hoor je 'gemaakt', dan heb je te maken met een voltooid deelwoord. 
  • In deze zin staat ook een hulpwerkwoord:
De kat heeft Tim gekrabd.

  • Maak ook hier gebruik van 't ex-kofschip! 
  • Kijk naar het hele werkwoord min -en!!

Slide 9 - Slide

7. Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • De gelakte tafel stond in de ruime woonkamer van het nieuwe huis.
  • Verander de zin in 'maken'. Hoor je 'gemaakte', dan schrijf je het woord zo kort mogelijk.
  • Let wel op de uitspraak!
  • De gewitte tafel, de gestrande reiziger, het gevonden kind

Slide 10 - Slide

8. Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 11 - Slide

maar..... let op de uitspraak   -> ik-vorm eindigt op een 'e'

Slide 12 - Slide