20230220 Kijken en luisteren les 1

Kijken en luisteren les 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kijken en luisteren les 1

Slide 1 - Slide

Leesvaardigheid: 1.2 Tekstbegrip afmaken t/m opdracht 18
Aan het einde van deze les weet je waar je op moet letten bij het kijken en luisteren naar fragmenten.
Uitleg goed kijken en luisteren. Waar moet je op letten?
Nederlands 
12 september 2024
Kijken en luisteren hoofdstuk 1 
Doel behaald?

Kijken en luisteren hoofdstuk 4.1  opdracht 1 tot en 4 (digitaal)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Afspraak
  • Terugblik
  • Doel van deze les
  • Spuitje tegen nepnieuws
  • Uitleg goed kijken en luisteren
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Afspraak
  • Pak je laptop erbij
  • Somtoday-> Leermiddelen -> Talent
  • Alle andere sites heb je niet open staan (ook niet onderin)
  • Geen laptop? Kijk even met je buurvrouw/man mee

Slide 4 - Slide

Wat is de hoofgedachte van een tekst?

Slide 5 - Mind map

Wat vind je moeilijk bij leesvaardigheid?

Slide 6 - Mind map

Doel van deze les

  • Aan het einde van deze les weet je waar je op moet letten bij het kijken en luisteren naar fragmenten.
  • Aan het einde van deze lessen kun je goed kijken en luisteren.

Slide 7 - Slide

Een spuitje tegen nepnieuws
  • Bekijk de afbeelding goed. Je krijgt hier dadelijk vragen over.
timer
0:20

Slide 8 - Slide

Wanneer krijgen mensen (normaal) een spuitje?

Slide 9 - Open question

Is het spuitje op de afbeelding letterlijk of figuurlijk bedoeld?
A
Figuurlijk
B
Letterlijk

Slide 10 - Quiz

Wat heeft het spuitje met de telefoon te maken?

Slide 11 - Open question

Hoe kun je zien dat een belangrijk doel van dit nieuwsitem waarschijnlijk ‘waarschuwen’ is?

Slide 12 - Open question

Wat is waarschijnlijk een ander belangrijk doel van dit nieuwsitem?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overhalen

Slide 13 - Quiz

Goed kijken en luisteren
  • Om een kijk- of luisterfragment goed te begrijpen, let je op de volgende dingen:
  • Het onderwerp -> wordt vaak genoemd in het begin.
  • Wat is het onderwerp ook al weer?
  • In één of enkele woorden waar het over gaat.
    Geen zinnen!

Slide 14 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • De hoofdgedachte -> vaak aan het begin of het einde genoemd.
  • Wat is de hoofdgedachte ook al weer?
  • In één zin het belangrijkste dat de schrijver/spreker over het onderwerp zegt.

Slide 15 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • De functie van beelden -> welke informatie geeft een beeld en trekt het beeld de aandacht?
  • Het doel van de programmamaker

Slide 16 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • Verschillende deelonderwerpen.
  • De signaalwoorden -> helpen om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. 
  • Wat zijn signaalwoorden? Weet je nog welke je al hebt gehad?
  • Tegenstelling, oorzaak-gevolg, opsomming, voorbeeld
  • Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaken?

Slide 17 - Slide

Aan de slag
  • Wat -->              Kijken en luisteren, hoofdstuk 4.1 opdracht 1 t/m 4 digitaal!
  • Waar -->           In het lokaal
  • Wanneer -->   In de les tot 5 minuten voor het einde
  • Wie -->              Zelfstandig of met buurman/buurvrouw
  • Waarom -->    Voorbereiding op de kijk- en luistertoets en examen
  • Hoe -->             Zelfstandig op de laptop met oortjes! 
  • Hulp -->           Vinger opsteken

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Klaar?
  • Nakijken + controle 

Slide 19 - Slide

Waar ga jij tijdens het kijken
en luisteren beter op letten?

Slide 20 - Mind map

Aan het einde van deze les weet je waar je op moet letten bij het kijken en luisteren naar fragmenten.
Uitleg goed kijken en luisteren. Waar moet je op letten?
Nederlands 
20 februari 2023
Kijken en luisteren hoofdstuk 1 
Doel behaald?

Kijken en luisteren hoofdstuk 1 opdracht 1 tot en 4 (digitaal)

Slide 21 - Slide

Vandaag heb ik ontzettend goed gewerkt!
A
Ja, vind ik wel
B
Nee, kan beter

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
  • Kijken en luisteren hoofdstuk 1             Opdracht 1 t/m 4


Slide 23 - Slide

Dat was het voor vandaag!

Slide 24 - Slide

Een video: kijken en luisteren (1)
In de volgende video vertelt een presentator over deep fake video's.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 5 vragen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

1 Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 27 - Quiz

2 Welke twee soorten deep fake zijn er?

A
'Face swap' en oude nieuwsberichten gebruiken.
B
Stem vervormen en 'face swap'.
C
Iemand iets laten zeggen en 'face swap'.

Slide 28 - Quiz

3 Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 29 - Quiz

4 Wat noemt de presentator als voorbeeld van slechte dingen die je met een deep fake kunt doen.
A
Het gezicht van Willem-Alexander wordt in een video van een vechtpartij geplakt.
B
Een video van zomaar iemand die een ander land de oorlog verklaart.
C
Premier Rutte verklaart in een video een ander land de oorlog.

Slide 30 - Quiz

5 Waarvoor gebruikt men in films geen deep fake?
A
Om acteurs dingen te laten zeggen die niet kloppen.
B
Voor stunts die acteurs zelf niet kunnen doen.

Slide 31 - Quiz