H1 Kijken en luisteren les 4

Welkom!
Leg vast al je spullen op tafel!
Laptop=dicht
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg vast al je spullen op tafel!
Laptop=dicht

Slide 1 - Slide

Kijken en luisteren les 4

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Afspraak
  • Nieuws of lezen
  • Doel van deze les(sen)
  • Spuitje tegen nepnieuws
  • Uitleg goed kijken en luisteren
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Afspraak
  • Pak je laptop erbij
  • Alleen LessonUp ervoor
  • Alle andere sites heb je niet open staan (ook niet onderin)
  • Geen laptop? lesboek/lezen/je stoort niet
  • hand omhoog bij een vraag!

Slide 4 - Slide

Welke onderdelen staan er ook al
weer in een zakelijke e-mail?

Slide 5 - Mind map

Doel van deze les(sen)

  • Aan het einde van deze les weet je waar je op moet letten bij het kijken en luisteren naar fragmenten.
  • Aan het einde van deze lessen kun je goed kijken en luisteren.

Slide 6 - Slide

Een spuitje tegen nepnieuws
  • Bekijk de afbeelding goed. Je krijgt hier dadelijk vragen over.
timer
0:20

Slide 7 - Slide

Wanneer krijgen mensen (normaal) een spuitje?

Slide 8 - Open question

Is het spuitje op de afbeelding letterlijk of figuurlijk bedoeld?
A
Figuurlijk
B
Letterlijk

Slide 9 - Quiz

Wat heeft het spuitje met de telefoon te maken?

Slide 10 - Open question

Hoe kun je zien dat een belangrijk doel van dit nieuwsitem waarschijnlijk ‘waarschuwen’ is?

Slide 11 - Open question

Wat is waarschijnlijk een ander belangrijk doel van dit nieuwsitem?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Overhalen

Slide 12 - Quiz

Goed kijken en luisteren
  • Om een kijk- of luisterfragment goed te begrijpen, let je op de volgende dingen:
  • Het onderwerp -> wordt vaak genoemd in het begin.
  • Wat is het onderwerp ook al weer?
  • In één of enkele woorden waar het over gaat.
    Geen zinnen!

Slide 13 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • De hoofdgedachte -> vaak aan het begin of het einde genoemd.
  • Wat is de hoofdgedachte ook al weer?
  • In één zin het belangrijkste dat de schrijver/spreker over het onderwerp zegt.

Slide 14 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • De functie van beelden -> welke informatie geeft een beeld en trekt het beeld de aandacht?
  • Het doel van de programmamaker

Slide 15 - Slide

Goed kijken en luisteren
  • Verschillende deelonderwerpen.
  • De signaalwoorden -> helpen om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. 
  • Wat zijn signaalwoorden? Weet je nog welke je al hebt gehad?
  • Tegenstelling, oorzaak-gevolg, opsomming, voorbeeld
  • Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaken?

Slide 16 - Slide

Aan de slag
  • Wat -->              Kijken en luisteren, hoofdstuk 1, digitaal!
  • Waar -->           In het lokaal
  • Wanneer -->   In de les tot 5 minuten voor het einde
  • Wie -->              Zelfstandig of met buurman/buurvrouw
  • Waarom -->    Voorbereiding op de kijk- en luistertoets en examen
  • Hoe -->             Zelfstandig op de laptop met oortjes! 
  • Hulp -->           Hand omhoog
  • Klaar -->          Leren zakelijke e-mail/ verder met Kijken en luisteren             hoofdstuk 2/ ander vak/ lezen

Slide 17 - Slide

Vandaag heb ik ontzettend goed gewerkt!
A
Ja, vind ik wel
B
Nee, kan beter

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
  • Kijken en luisteren hoofdstuk 1             alle opdrachten+ leren zakelijke e-mail


Slide 19 - Slide

Dat was het voor vandaag!

Slide 20 - Slide

Een video: kijken en luisteren (1)
In de volgende video vertelt een presentator over deep fake video's.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 5 vragen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

1 Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 23 - Quiz

2 Welke twee soorten deep fake zijn er?

A
'Face swap' en oude nieuwsberichten gebruiken.
B
Stem vervormen en 'face swap'.
C
Iemand iets laten zeggen en 'face swap'.

Slide 24 - Quiz

3 Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 25 - Quiz

4 Wat noemt de presentator als voorbeeld van slechte dingen die je met een deep fake kunt doen.
A
Het gezicht van Willem-Alexander wordt in een video van een vechtpartij geplakt.
B
Een video van zomaar iemand die een ander land de oorlog verklaart.
C
Premier Rutte verklaart in een video een ander land de oorlog.

Slide 26 - Quiz

5 Waarvoor gebruikt men in films geen deep fake?
A
Om acteurs dingen te laten zeggen die niet kloppen.
B
Voor stunts die acteurs zelf niet kunnen doen.

Slide 27 - Quiz