Ten eerste was er politieke onrust omdat de centrale regering steeds meer macht kreeg (centralisatiepolitiek), wat niet goed viel bij de hoge adel. Zij raakten namelijk macht kwijt door deze centralisatiepolitiek van de koning. Kardinaal Granvelle, die belangrijk was voor Filips II's beleid, maakte de adel nog bozer. Hoewel Filips II Granvelle uiteindelijk aan de kant schoof, bleef de onrust. De koning vroeg ook steeds meer belastingen
Ook waren er economische problemen, zoals stijgende prijzen en werkloosheid, waardoor de derde stand en lage adel ontevreden waren. Het harde klimaat zorgde voor nog meer problemen, omdat het de graanprijzen deed stijgen.
Maar het grootste probleem was religieus: Filips II was streng katholiek en vervolgde protestanten hard. Dit vonden veel mensen te wreed, en er braken rellen uit bij de terechtstellingen van protestanten. De Nederlandse edelen boden een smeekschrift aan, maar eigenlijk eisten ze verandering.