1.1 Wat wil je kopen?

Wat wil je kopen? (Blz. 10)
1.1
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat wil je kopen? (Blz. 10)
1.1

Slide 1 - Slide

Verdieping economie
Cursus 1.1
Cursus 1.2
Cursus 1.3
Cursus 1.4

Herhalingslessen
Toets 
Dit boek neem je elke les mee!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Behoeften
Behoefte = alles wat je nodig hebt om te leven. 

Basisbehoeften
&
Overige behoeften

Slide 4 - Slide

Basisbehoefte of overige behoefte?
Basisbehoefte
Overige behoefte

Slide 5 - Drag question

Ruilen
Directe ruil = ruilen van spullen van jezelf tegen spullen van een ander.

Indirecte ruil = iets ruilen voor geld.

Slide 6 - Slide

Klassikaal lezen
Let op: laat altijd je berekening zien!

Slide 7 - Slide

Oefenen
Hoe schrijf je de bedragen goed?
10000 euro 
6,654 --> 6,65 
93,60
Bereken het gemiddelde van:
101       19,20   37    =

16,99    12,21     101,76    77,55 = 
Let op: laat altijd je berekening zien!

Slide 8 - Slide

Wat?

Lees de leerstof op blz. 11 t/m 15.

Maak de opdrachten 3, 5, 7, 10, 12 en 13.
Hoe?

Voor jezelf

Zachtjes overleggen.

Werk netjes!

Vraag? Help elkaar of steek je vinger op.
Klaar?

Nakijken en verbeteren.


Herhaling / Verdieping maken.
Werktijd
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Wat wil je kopen? (Blz. 13 + laptop)
1.1

Slide 10 - Slide

Verdieping economie
Cursus 1.1
Cursus 1.2
Cursus 1.3
Cursus 1.4

Herhalingslessen
Toets 
Dit boek neem je elke les mee!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verdieping economie

  1. Herhaling vorige les; 
  2. Nieuwe lesstof;
  3. Verwerking;
  4. Aan de slag;
  5. Afsluiting.
Dit boek neem je elke les mee!

Slide 13 - Slide

Directe ruil of indirecte ruil?
Je koopt een fiets in de fietsenwinkel.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 14 - Quiz

Directe ruil of indirecte ruil?
Je werkt mee in de winkel van je tante. Je mag een artikel uitzoeken als bedankje tot maximaal 5 euro.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 15 - Quiz

Directe ruil of indirecte ruil?
Je ruilt jouw briefje van 5 euro voor twee grote zakken chips.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 16 - Quiz

Directe ruil of indirecte ruil?
Je bestelt online de nieuwe FCEA24
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 17 - Quiz

Directe ruil of indirecte ruil?
Je ruilt jouw werkboek M&M voor een werkboek Engels
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 18 - Quiz

Een basis- of luxe-/overige behoefte?

Naar het ziekenhuis kunnen met je verwonding.
A
Basisbehoefte
B
Luxe-/overige behoefte

Slide 19 - Quiz

Een basis- of luxe-/overige behoefte?

Naar school kunnen.
A
Basisbehoefte
B
Luxe-/overige behoefte

Slide 20 - Quiz

Een basis- of luxe-/overige behoefte?

Een fiets kunnen kopen.
A
Basisbehoefte
B
Luxe-/overige behoefte

Slide 21 - Quiz

Een basis- of luxe-/overige behoefte?

Een sieraad kopen bij de juwelier.
A
Basisbehoefte
B
Luxe-/overige behoefte

Slide 22 - Quiz

Bedragen noteren
Dit boek neem je elke les mee!

Slide 23 - Slide

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
14.99

Slide 24 - Open question

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
27500

Slide 25 - Open question

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
399,- €

Slide 26 - Open question

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
15.950

Slide 27 - Open question

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
14899

Slide 28 - Open question

Noteer het bedrag op de goede manier.

(€-teken om te kopiëren)
59,00,-

Slide 29 - Open question

Heb ik het zo goed uitgelegd?
Ja
Nee
Anders...

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Slide

Bereken het gemiddelde van...:

6 + 6 + 6

Slide 32 - Open question

Bereken het gemiddelde van...:

10 + 6 + 5

Slide 33 - Open question

Bereken het gemiddelde van...:

4 + 10 + 6 + 4

Slide 34 - Open question

Bereken het gemiddelde van...:

8 + 8 + 3 + 3 + 3

Slide 35 - Open question

Heb ik het zo goed uitgelegd?
Ja
Nee
Anders...

Slide 36 - Poll

Wat?

Lees de leerstof op blz. 11 t/m 15.

Maak de opdrachten 6 t/m 13
Hoe?

Voor jezelf

Zachtjes overleggen.

Werk netjes!

Vraag? Help elkaar of steek je vinger op.
Klaar?

Nakijken en verbeteren.


Herhaling opdrachten 1 t/m 5
Werktijd
timer
1:00

Slide 37 - Slide

Wat heb je vandaag allemaal geleerd?

Slide 38 - Open question