Woordenschat H2 les 2 betekenis vinden

Nederlands 
Woensdag 1B 
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
Woensdag 1B 

Slide 1 - Slide

DOEL
Je kunt de betekenis van onbekende woorden vinden
Je weet van de vorige les nog wat synoniemen zijn

Slide 2 - Slide

Planning 
Wat weet je nog van gister?

Aan de slag: blz 5 t/m 9 
Afsluiten 

Slide 3 - Slide

Synoniem

Twee verschillende woorden die precies hetzelfde betekenen.


patat - friet

Slide 4 - Slide

De betekenis van een onbekend woord

- Door naar synoniemen te zoeken
- Door te kijken of er voorbeelden in de tekst staan

Slide 5 - Slide

VOORBEELD 

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt : 



Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 6 - Slide

Aan het werk!
Nakijken opdracht 1,2,3,56 

Daarna aan de slag met de rest van de paragraaf.
Maak af t/m 8

Daarna het grote woordenschatspel spelen. 

Slide 7 - Slide

Nakijken opdracht 1
1. present = aanwezig
2. coach = begeleider
3. Hype = nieuws
4. letter = precies zoals het er staat

Slide 8 - Slide

Opdracht 2 
1. Bekendste = beroemdste
2. schutters = politieagenten
3. C
4. suppoost = bewaker
5. geevacueerd = verplaatst. 

Slide 9 - Slide

Vraag 6
voltooide – maakte af 
circa – ongeveer 
jaarsalaris – beloning voor een jaar werken 
sinds – vanaf het tijdstip van 
oprichting – opening, begin 
periode – tijdperk 
vandalen – vernielers 
recent – pas gebeurd 
permanent – steeds, voor altijd  
voorkomen – zorgen dat iets niet gebeurt 
geschat – gegokt 

Slide 10 - Slide

Opdracht 3 
1 recent 
2 hype 
3 periode 
4 zenuwen 
5 geschat  

Slide 11 - Slide

Opdracht 5
1 A
2 B
3 B 
4 A
5 B

Slide 12 - Slide

Opdracht 6

1 vandalisme 
2 evacuatie 
3 geschatte 
4 oprichten 
5 voltooid 

Slide 13 - Slide

Aan het werk!
Daarna aan de slag met de rest van de paragraaf.
Maak af t/m 8

Daarna jeugdjournaal 

Slide 14 - Slide