20-11

Planning H3B
- Recap the Passive
- Check ex. 3, 6, 9, 10 & 11 of lesson 2.4
- Work on the Wave
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning H3B
- Recap the Passive
- Check ex. 3, 6, 9, 10 & 11 of lesson 2.4
- Work on the Wave

Slide 1 - Slide

Planning H3A
- Grammar: the passive

Slide 2 - Slide

What is the passive?
The passive wordt gebruikt om de focus van de zin te verleggen van de persoon naar de actie. 

Kenmerken:
- Er wordt niet benoemd wie de actie uitvoert.
- De zin begint met de actie; ook wel de belangrijkste informatie
- Het is een formele manier van schrijven

Slide 3 - Slide

Passive 
Active
Passive
present simple
(Tegenwoordige tijd)
I do the homework.
She eats the apples.
The homework is done (by me).
The apples are eaten (by her).
werkwoord present
am/is/are + voltooid deelwoord
past simple
(verleden tijd)
I did the homework.
She ate the apples.
The homework was done (by me).
The apples were eaten (by her).
werkwoord past
was/were + voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Stappenplan the passive
Stap 1: Zoek datgene waar iets mee wordt gedaan (lijdend voorwerp). Dat wordt nu het onderwerp en staat vooraan in de zin.
Stap 2: Zoek het werkwoord.
Stap 3: Check of het ww in tegenwoordige tijd staat of in verleden tijd.
Stap 4: Voeg een vorm van to be toe: am/is/are+voltooid deelwoord (present)
                of was/were + voltooid deelwoord (past).
Stap 5: Schrijf de rest van de zin over.

Slide 5 - Slide

Homework for next class
- Do ex. 3, 6, 9, 10 & 11 of lesson 2.4
- Start studying the words of lesson 2.4
- Bring your stuff for The Wave to class

Slide 6 - Slide

Planning H1j, lesson 1
- Newsround
- Grammar: present simple affirmative

Slide 7 - Slide

Newsround

Slide 8 - Mind map

Present simple +
Gebruik:
In de tegenwoordige tijd wanneer iets:
1. een gewoonte of handeling is 
2. een feit is

VB: - She always walks to school.
- We never talk during a test.

Slide 9 - Slide

Present simple +
Signaalwoorden:
- Always = altijd
- Never = nooit
- Often = vaak
- Usually = meestal

Signaalwoorden geven je een ''signaal'' dat je een present simple moet gebruiken

Slide 10 - Slide

Present simple +






Dit noemen we ook wel de SHIT-regel
Onderwerp
werkwoord
voorbeeld
I, we, you, they
hele werkwoord
jump
He, she, it
hele werkwoord + s
jumps

Slide 11 - Slide

Spellings uitzondering
Eindigt op:
Verandert in:
-ss
miss
+es
misses
-y
try
-y = +ies
tries
-O
do
+es
does

Slide 12 - Slide

Homework for next class
- Do ex. 3, 4, 5, 6, & 8 of lesson 2.4
- Start studying the words of lesson 2.4


Slide 13 - Slide

Planning H1j, lesson 2
- Present simple negative & questions
- Homework

Slide 14 - Slide

Present simple negative (-)
Vorm:

Onderwerp
hulpwerkwoord
werkwoord
voorbeeld
I, you, we, they
- do not
- don't
hele werkwoord
I don't walk to school.
He, she, it
- does not
- doesn't
hele werkwoord zonder s!
He doesn't walk to school.

Slide 15 - Slide

Present simple questions (?)
Vorm:

Hulpwerk woord
onderwerp
werkwoord
voorbeeld
Do
I, you, we, they
hele werkwoord
Do I walk to school?
Does
He, she, it
hele werkwoord zonder s!
Does he walk to school?

Slide 16 - Slide

Stappenplan present simple

1. Kijk naar wat voor soort zin je hebt +, -, ?
2. Kijk naar het onderwerp. I/you/we/they of he/she/it?
3. Vervoeg het werkwoord en vul in!

Hou dit schema er telkens bij als je oefent!

Slide 17 - Slide

Do ex. 3, 4 & 5 of lesson 2.5
Finished?
Do the extra grammar assignment on Teams or study the words of lesson 2.4 & 2.5


This is your homework for next class!

Slide 18 - Slide