Argo les 22 herh. avnw + Ergon 17 en 18

Herhaling grammatica les 22
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling grammatica les 22

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

ταυτης
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 9 - Quiz

αὐτης
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 10 - Quiz

τουτον
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 11 - Quiz

αὑται
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 12 - Quiz

τουτο
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 13 - Quiz

αὐτοι
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 14 - Quiz

οὑτοι
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 15 - Quiz

τουτῳ
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 16 - Quiz

αὐτα
A
αὐτος
B
οὑτος

Slide 17 - Quiz

Kun je αὐτος en οὑτος nu uit elkaar houden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Kun je αὐτος nu goed vertalen, als je het in een tekst tegenkomt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

ERGON 17

Slide 20 - Slide

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τοῦ ὑψηλοῦ οὐρανοῦ
A
τοῦτο
B
τοῦτον
C
τούτου

Slide 21 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 1? Vertaal de naamval niet.

Slide 22 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τὸ ἰσχυρὸν σῶμα
A
ἐκεῖνο
B
ἐκεῖνον
C
ἐκεῖνα

Slide 23 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 2? Vertaal de naamval niet.

Slide 24 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τῷ σοφῷ δόλῳ
A
τόδε
B
τοῦδε
C
τῷδε

Slide 25 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 3? Vertaal de naamval niet.

Slide 26 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
ταῖς καθαραῖς ἐσθῆσιν
A
ταῦτα
B
ταύταις
C
ταύτας

Slide 27 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 4? Vertaal de naamval niet.

Slide 28 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τὸν μέγαν πόδα
A
ταύτην
B
τοῦτον
C
τοῦτο

Slide 29 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 5? Vertaal de naamval niet.

Slide 30 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
ἡ αἰσχρὰ δίκη
A
ταῦτα
B
αὕται
C
αὕτη

Slide 31 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 6? Vertaal de naamval niet.

Slide 32 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τῆς μεγάλης σοφίας
A
ταῖσδε
B
τάσδε
C
τῆσδε

Slide 33 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 7? Vertaal de naamval niet.

Slide 34 - Open question

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τὰ φίλα τέκνα
A
ἐκείνη
B
ἐκεῖνα
C
ἐκεῖνο

Slide 35 - Quiz

Wat is de vertaling van woordgroep nummer 8? Vertaal de naamval niet.

Slide 36 - Open question

ERGON 18

Slide 37 - Slide

ERGON 18
1 Die meisjes maakten zelf die kledingstukken voor hun geliefde zussen.
2 Altijd zie ik op dezelfde plaats komt die jonge moeder met haar kinderen.
3 Die lansen en dat schild heeft de godin zelf aan die held gegeven.
4 Dat leger onderging toch niet hetzelfde ongelukkige lot als de legers van de andere volken?

Slide 38 - Slide